Samenvatting
Samenvatting Bouwkunde A
H27 t/m H 36. Samenvatting van het boek: Basistheorie taxateur o.g. Boek 2: constructies en materialen.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 37 pagina's
Voorbeeld 4 van de 37 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
- Uitgave:
- ISBN:
- Druk:
2 beoordelingen
Door: marlevd • 4 jaar geleden
Deze samenvatting is niet voor Bouwkunde A, maar voor Bouwkunde B. Dit maakt de samenvatting in de bundel incompleet
Door: miranda938 • 5 jaar geleden
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting Bouwkunde BBoek 3
Hoofdstuk 27: Meterkast
27.1 Inleiding
De beperkingen van de meterkast zijn: de meterkast loopt telkens hopeloos achter bij de
maatschappelijke ontwikkelingen. Wat de zegeningen betreft: Nederland is een van de weinige
landen met een centrale plek in huis voor de nutsvoorzieningen.
27.2 De dienstleiding
Omdat de dienstleiding vaak achteraf wordt aangebracht, is het gebruikelijk om vooraf, tijdens
funderings- of metselwerkzaamheden, een sparing aan te brengen. Deze sparing bestaat uit een buis
die in diameter groter is dan de door te voeren dienstleiding. Zo’n buis heet een mantelbuis.
27.3 Kleurcodering en plaats
Om er nu achter te komen met welke leiding men te maken heeft als deze tijdens
graafwerkzaamheden bloot komt te liggen, past men een kleurcodering toe:
- elektraleidingen laagspanning (220 V): grijs
- elektraleidingen hoogspanning: rood
- gasleidingen: geel
- waterleidingen: crème
- kabeltelevisie: groen
- TPG: blauw
27.4 Bouwbesluit
Het is niet toegestaan de meterruimte verder dan drie meter van de hoofdingang te plaatsen, zodat
derden de meterstanden betrekkelijk onbelemmerd kunnen opnemen. Bovendien moet de
meterruimte op hetzelfde niveau liggen als de hoofdingang.
27.5 Eisen
Wat opvalt is dat er nogal wat voorzieningen op een kleine oppervlakte bijeenkomen. Daarom is er
een norm waarin omschreven is welke plaats in de meterkast beschikbaar is voor welke voorziening.
Enkele belangrijke eisen zijn:
- gecombineerde meterkasten moeten een inwendige afmeting hebben van minimaal 750 x 350 x
2100 mm
- voor de beschikbare ruimten
- onder de meterkast mogen zich geen obstakels bevinden, zoals rioleringsbuizen of gedeelten van
een fundering
- de achterwand van de meterkast moet over de gehele breedte en hoogte voorzien van een hout of
multiplex met een dikte van minimaal 21 mm
- de zijwanden van de meterkast moet van minimaal 19 mm dik plaatmateriaal zijn gemaakt
- de meterkast moet voorzien zijn van een deur die ten minste 90 graden kan worden geopend. Het
deurkozijn moet een dagmaat hebben van minimaal 700 x 2000 mm
- wanneer de deur gesloten is, moeten aan de onderzijde en aan de bovenzijde spleetvormige
ventilatieopeningen zijn aangebracht van minimaal 0,01 m2
-
meterkasten mogen behalve leidingen voor gas, water en elektra, ook leidingen bevatten voor een
centraal antennesysteem, telefoon, deurtelefoon en huisbel
1
,Hoofdstuk 28: Inleiding
28.2 Bouwbesluit (I)
In het Bouwbesluit staat beschreven dat in een woning een voorziening voor gas aanwezig moet zijn.
Dat wil zeggen dat in de meterkast een aansluitpunt voor aardgas moet zitten waaraan later de
binnenhuisinstallatie kan worden gekoppeld.
Bij stadsverwarming wordt afvalwarmte van een elektriciteitscentrale of vuilverbrandingsoven
gebruikt om water te verwarmen voor de verwarming van woningen of voor de
warmwatervoorziening. In die gevallen hoeft een woning dus niet van een gasinstallatie te worden
voorzien en hoeft er ook geen aansluitmogelijkheid te worden gemaakt.
Het Bouwbesluit noemt een plaats waar een verbrandingstoestel is of kan worden opgesteld een
opstelplaats. Bovendien wordt de minimumomvang van een gasinstallatie aangegeven. Dat houdt in
dat de gasinstallatie ten minste een aansluiting moet hebben bij:
- de opstelplaats voor een kooktoestel
- de opstelplaats voor een stooktoestel
- de opstelplaats voor een warmwatertoestel
Het Bouwbesluit eist alleen voor het kooktoestel in de keuken een minimum oppervlakte van 0,6 x
0,6 m. Verder geldt ook voor andere toestellen: er moet voldoende plaatsruimte zijn om het toestel
te kunnen bedienen. Dat houdt in dat er:
- voor het toestel een vrije ruimte moet zijn van minimaal 1 meter
- naast het toestel van vrije ruimte van minimaal 0,1 meter
- boven het toestel een vrije ruimte moet zijn van minimaal 0,5 meter. Voor een kooktoestel is dat 1
meter
28.3 Definitie
Onder de gasinstallatie wordt verstaan de gasinstallatieleiding. Dit omvat: de gasleiding in een
perceel die begint achter het einde van de uitlaat van het afleverpunt en die eindigt in een of meer
aansluitpunten. Ze omvat het samenstel van pijpen, hulpstukken en bevestigingsmiddelen en
eventuele appendages (toebehoren).
Onder de gasleidinginstallatie wordt verstaan het geheel van gasinstallatieleiding en
aansluitleiding(en). Bovenstaand betekent derhalve dat de gasinstallatie begint direct na de
gasmeter.
28.4 Aansluiting van een bouwwerk op het gasnet
Een bouwwerk wordt door middel van een dienstleiding aangesloten op de hoofdleiding. De
hoofdleiding bevindt zich meestal onder het trottoir of onder de straat. De dienstleiding is de
verbindingsleiding tussen de hoofdleiding en de inlaat van de gasmeter. De dienstleiding eindigt met
een hoofdkraan. Een dienstleiding moet dus ergens door de gevel of funderingsconstructie heen om
bij de gasmeter te komen. De gasdruk in de dienstleiding is ongeveer 100 hPa (hecto-Pascal). In
andere begrippen: 100 mbar of 100 millimeter waterkolom. Op de gasmeter zit een drukregelaar die
de druk in de binnenleiding zo constant mogelijk houdt, namelijk ongeveer 25 millibar (25 millimeter
waterkolom).
28.5 Odoreren
Aan gast wordt een geur toegevoegd, een odorant. Dit geeft aardgas zijn typische gasgeur.
2
,28.6 De gasmeter
De meest gebruikte gasmeters zijn balgengasmeters. Bij gasverbruik stromen de balgen beurtelings
leeg en volg. Gasmeters onderscheidt men in twee typen:
- eenpijpsmeter
- tweepijpsmeter
De eenpijpsmeter is voorzien van een aansluiting. In deze aansluiting zijn met behulp van een
kruisstuk de in- en uitlaat samengevat. Dit kruisstuk wordt tussen de dienstleiding en de
binnenleiding op de meter aangebracht. Op het kruisstuk worden de hoofdkraan en de drukregelaar
bevestigd.
28.8 Leidingen
Hoofdleiding à deze bevindt zich in de bebouwde kom, onder de straat of onder het trottoir. De
leiding is gemaakt van staal, bekleed met kunststof of asfaltbitumen.
Dienstleiding à deze loopt vanaf de hoofdleiding tot aan de gasmeter. De leiding kan zijn gemaakt
van staal, mits beschermd tegen corrosie
Gasinstallatieleiding à de binnenleiding loopt vanaf de gasmeter tot aan de aansluitpunten. De
leiding kan gemaakt zijn van: stalen draadpijpen, naadloze gladde stalen pijpen, koperen pijp,
halfhard of zacht, PVC/A (alleen in de grond en PE (alleen in de grond).
Aansluitleiding à deze leiding verbindt de gasinstallatieleiding met het verbruikstoestel. De
maximale lengte van de vaste aansluitleiding is 1 meter.
Leidingsectie à is een onvertakt gedeelte van een gasinstallatieleiding, bijvoorbeeld vanaf de meter
tot aan een aftakking of vanaf een aftakking tot aan de volgende aftakking, of van aftakking tot
aansluitpunt.
Sectiereeks à dit is een reeks leidingsecties, bijvoorbeeld van gasmeter tot een aansluitpunt.
28.9 CE-merk
Aan producten die voldoen aan EU-normen voor veiligheid, gezondheid, milieu en
consumentenbescherming wordt het CE-merk versterkt. CE staat voor Conformite Europeenne.
28.10 De installatietekening
Het doel van een installatietekening is:
- dat de gasinstallatie zodanig wordt ontworpen dat met zo weinig mogelijk materialen toch een
goede installatie wordt verkregen
- dat men bij latere uitbreiding de plaats van de weggewerkte gasleidingen kan bepalen.
Waarborginstallateur
De installateur dient te voldoen aan:
- formuleren en uitdragen van een kwaliteitsbeleid
- vastleggen van verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van controle en keuringen
- opstellen, uitvoeren en registreren systematische
tussencontroles
- opstellen, uitvoeren en registreren van systematische
eindcontroles
- onderhouden van een systeem
- in het bezit hebbe, onderhouden en kalibreren van
meetinstrumenten
- vastleggen en documenteren van afwijkingen
- in kaart brengen en bijhouden van het opleidingsniveau van de medewerkers
- beschikken over een klachtenregistratiesysteem
3
, 28.11 Materialen
Draadpijpen
Draadpijpen bevatten aan de uiteinden een schroefdraad die conisch van vorm is. De conische vorm
heeft als doel de afdichting optimaal te maken. De stalen draadpijpen worden geleverd met aan een
zijde een draadstok. Een andere naam voor deze schroefdraadverbinding is fitverbinding.
Er blijft altijd enige ruimte tussen de kem en de top van de schroefdraad als gevolg van afrondingen>
daardoor kan er wat gas ontsnappen. Om dit te verhinderen moet er pakkingmateriaal worden
toegepast. Pakkingmateriaal is er in:
- vloeibare toestand
- pastavormige toestand
- pakkinglint van kunststof (teflon)
Draadpijpen zijn er vanaf 12 mm tot 50 mm.
Gladde pijpen
De diameter van deze pijpen begint bij 17 mm. Gladde pijpen worden heel vaak toegepast in de
grotere gasinstallaties. De verbindingen worden meestal gelast.
Koperen pijpen
Koperen pijpen voor gasinstallatieleidingen worden geleverd in de kwaliteiten halfhard en zacht.
Halfharde pijpen worden in lengtes geleverd, de zachte kwaliteit op rol.
PVC/A-buizen
Deze leidingen mogen alleen worden gebruikt als grondleiding. De buizen zijn gemaakt van een PVC-
legering waardoor die beter bestand zijn tegen invloeden van buitenaf.
28.12 Voorschriften voor het aanleggen van leidingen
De GAVO 1999 schrijft onder andere voor hoe de gasleidingen aangelegd moeten worden. Er zijn drie
groepen die aandacht verdienen:
- leidingen in het zicht
- weggewerkte leidingen die bereikbaar blijven
- weggewerkte leidingen op onbereikbare plaatsen
- in de grond gelegde binnenleidingen
Leidingen in het zicht
Deze moeten ten minste 50 mm horizontaal boven de vloer liggen, behalve ter plaatse van een
deuropening, mits doelmatig beschermd. In verband met condensvorming mogen gasleidingen niet
onder koudwaterleidingen gelegd worden.
Weggewerkte leidingen die bereikbaar blijven
Hieronder vallen de leidingen gelegd in kokers, goten en kruipruimten. Kokers en goten moeten:
- blijvend toegankelijk zijn voor inspectie, onderhoud en vervanging
- geventileerd zijn
- waterdichte bodemafsluiting hebben
Eisen voor kruipruimten waarin de gasinstallatieleiding wordt gelegd zijn:
- blijvend droog
- blijvend toegankelijk door middel van een kruipluik van min. 800 x 500 mm
- minimale hoogte van kruipruimte: 700 mm
- goed geventileerd
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabelleboekhorst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,74. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen