Week 1
Bunde/Erckens:
De feiten
De gemeente Bunde koopt het bedrijf van Erckens op, omdat zij hier een nieuwe
woonwijk willen gaan bouwen, zij geven hem hier ook een bedrijfsschadevergoeding
voor. In de koopovereenkomst wordt afgesproken dat de gemeente de belastingschade
op zich zal nemen. Hier treedt echter een misverstand op. De gemeente en Erckens
houden er beide een andere opvatting op na. Erckens meent dat er onder de
belastingschade twee dingen vallen, namelijk het bedrag aan belasting wat hij extra
moet betalen omdat hij zijn bedrijf eerder stopt en de inkomstenbelasting die hij over de
bedrijfsschadevergoeding moet betalen. De inkomstenbelasting bedraagt 50 840 gulden.
De gemeente meent echter dat onder de belastingschade enkel het extra belasting
bedrag valt.
Rechtsvraag
Moet de gemeente de inkomstenbelasting ook betalen?
Overweging
De Hoge Raad geeft in haar overweging een algemeen criterium om vast te stellen of er
een overeenkomst tot stand is gekomen, indien er een misverstand is opgetreden. Zij
stelt dat indien partijen in hun overeenkomst een uitdrukking opnemen, die zij beide
verschillend interpreteren, er moet worden gekeken naar wat beide partijen over en weer
hebben verklaard en welke zin zij uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben
afgeleid. De zin die zij hieruit hebben afgeleid mochten zij in de gegeven
omstandigheden hier redelijkerwijs aan toekennen. Na dit algemeen criterium geeft de
Hoge Raad nog vier criteria die hier een rol bij kunnen spelen. Ten eerste kan er worden
gekeken welke betekenis meer voor de hand lag. Ten tweede kan er worden gekeken of
de uitdrukking een vaststaande technische betekenis heeft, en zo ja of de partij die niet
van deze betekenis is uitgegaan, deze betekenis wel kende. Ten derde kan er worden
gekeken of een partij zich heeft laten bijstaan door deskundige bijstand en de andere
partij hierover heeft ingelicht Ten vierde kan er worden gekeken of de betekenis die een
van de partijen aan de uitdrukking toekende zou leiden tot een resultaat dat niet goed
zou rijmen met wat de overeenkomst probeerde te beogen. De Hoge Raad komt tot het
oordeel dat de gemeente de inkomstenbelasting niet hoeft te betalen.
Rechtsregel
In dit arrest wordt een uitleg gegeven over hoe een dergelijk misverstand in een
overeenkomst opgelost dient te worden. Het algemene criterium is de zin die partijen in
de gegeven omstandigheden redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen
mochten afleiden en wat zij over en weer hebben verklaard. De overige vier criteria die
de Hoge Raad formuleert kunnen een rol spelen bij de oplossing van een conflict.
Westhof/spronsen:
De feiten
Westhoff, een internationaal vrachtwagenchauffeur, zegt naar aanleiding van een
incident op zijn werk tegen een college: ''Ik pak mijn zooitje je bekijkt het maar, ik kom
nooit meer terug''. Westhoff vertrok vervolgens naar huis en liet twee dagen niets van
,zich horen. Op de derde dag komt Westhoff op zijn beslissing terug en vordert hij bij zijn
baas, Spronsen, doorbetaling van zijn loon. Spronsen had Westhoff echter al een brief
gestuurd waarin deze aangaf dat hij de uiting van Westhoff als een eenzijdige
rechtshandeling had opgevat en derhalve op grond van deze uiting het dienstverband
van Westhoff als beëindigd beschouwde. Nu Westhoff zegt op zijn beslissing terug te
willen komen, stelt Spronsen dat hij gerechtvaardigd op de uiting van Westhoff mocht
vertrouwen.
Rechtsvraag
Mocht Spronsen gerechtvaardigd op de uiting van Westhoff vertrouwen?
Overweging
De Hoge Raad overweegt dat de eisen van gerechtvaardigd vertrouwen met zich mee
kunnen brengen dat een onderzoeksplicht bestaat. Dit is het geval indien de eenzijdige
ontslagneming ingrijpende gevolgen met zich meebrengt voor de werknemer. De
werkgever mag de werknemer dan, hoe zeer de werkgever ook gerechtvaardigd op de
uitlatingen van de werknemer had vertrouwd, niet aan de uitlatingen houden op grond
van de redelijkheid en billijkheid. Dit is in het bijzonder het geval indien de werknemer
ten tijde van zijn uitlatingen niet in staat was om zijn wil te bepalen, wegens een hevige
gemoedsbeweging of geestelijke stoornis. Indien er echter nadeel voor de werkgever
optreedt, indien deze de werknemer niet aan de uitlatingen hoeft te houden, mag de
werkgever de werknemer aan de uitlatingen houden. De Hoge Raad achtte dat er in
casu geen sprake was van deze situatie en oordeelde dat de werkgever gerechtvaardigd
op de uitlatingen van Westhoff heeft mogen vertrouwen. De Hoge Raad stelde Spronsen
derhalve in het gelijk.
Rechtsregel
Indien een eenzijdige ontslagneming ingrijpende gevolgen voor een werknemer heeft en
het niet-ontslaan van de werknemer geen nadeel voor de werkgever heeft, mag de
werkgever de werknemer niet ontslaan op grond van de redelijkheid en billijkheid.
Relevante artikelen
Art. 3:35 BW:
Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij
daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft
opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking,
kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring
overeenstemmende wil.
Hofland/Hennis:
De feiten
Hofland bood in een advertentie een huis voor een bepaalde prijs te koop aan. Hennis
zag deze advertentie staan en aanvaarde het aanbod. Toen Hofland zag wie het aanbod
had aanvaard, kwam hij op zijn aanbod terug. Hofland stelde dat er door de aanvaarding
van Hennis geen koopovereenkomst tot stand is gekomen. Hennis stelt dat er door zijn
aanvaarding wel degelijk een koopovereenkomst tot stand is gekomen.
De rechtsvraag
Is er door de aanvaarding van Hennis een koopovereenkomst tot stand gekomen?
, Overweging
De Hoge Raad overwoog dat een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor
een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden, moet worden gezien als een uitnodiging
om in onderhandeling te treden, ook wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod
genoemd. Dit vanwege het feit dat de prijs, eventuele verdere voorwaarden en de
persoon van de koper van belang kunnen zijn bij de koop, onderhandelingen zijn
daarom erg belangrijk. De Hoge Raad stelt Hofland in het gelijk want zijn advertentie
was slechts een uitnodiging tot het doen van een aanbod door een koper. Door de
aanvaarding van Hennis is er geen koopovereenkomst tot stand gekomen.
Rechtsregel
Advertenties waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop
wordt aangeboden is een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Advertenties waarin
soortzaken worden aangeboden, zoals een kilo tomaten of een pak melk, gelden wel als
aanbod in de zin van 6:217 BW.
Relevante artikelen
Art. 6:217 BW:
Lid 1: Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
Week 2:
Baris/Riezenkamp:
De feiten
Riezenkamp koopt van Baris voor 110 000 gulden onderdelen, materialen en
gereedschappen voor het fabriceren van bromfietsmotoren. Riezenkamp is namelijk
voornemens om hier een bedrijf in te beginnen.
Baris deelt hem mee dat de kostprijs voor een bromfietsmotor 135 gulden bedraagt.
Nadat de koopovereenkomst is gesloten komt Riezenkamp er echter achter dat de
kostprijs 230 gulden bedraagt. Riezenkamp weigert hierdoor de betaling aan Baris te
voldoen. Baris vordert derhalve de ontbinding van de koopovereenkomst en eist een
schadevergoeding. Riezenkamp beroept zich op dwaling en vordert vernietiging van de
koopovereenkomst. Baris verweert zich en stelt dat de dwaling aan Riezenkamp te
verwijten is nu deze niet genoeg onderzoek naar de kostprijs heeft verricht, art. 6:228 lid
2 BW, de dwaling is volgens Baris dus niet verschoonbaar.
Rechtsvraag
Kan Riezenkamp zich met succes op dwaling beroepen of kan Baris een succesvol
beroep op ontbinding doen?
Overweging
De Hoge Raad overwoog dat het voor een geslaagd beroep op dwaling niet expliciet
door de wet is vereist dat de dwaling verschoonbaar is. De redelijkheid en billijkheid
brengt mee dat de beide partijen met elkaars belangen rekening moeten houden. In
beginsel heeft Riezenkamp een onderzoeksplicht. Deze onderzoeksplicht vervalt echter
door de mededeling van Baris, waar Riezenkamp op mocht vertrouwen. Riezenkamp
heeft verschoonbaar gedwaald. De Hoge Raad overwoog tevens dat een beroep op
dwaling als verweer tegen een vordering van de wederpartij kan gelden. In casu houdt
dit in dat het beroep op dwaling van Riezenkamp als verweer tegen de vordering van
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vurechtsgeleerdheid. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.