Beknopte samenvatni OPAD (Methodiek Ouderiericht Pedaioiisch Adviseren)
In werken met ouders hanteren we 7 bouwstenen: oudergericht, samenwerkingsgericht, competentegericht,
vraaggericht, systeemgericht, praktsch en methodisch. In OPAD zijn 3 bouwstenen in de aanpak duidelijk zichtbaar
gemaakt:
1. Oudergericht werken: aansluiten en versterken van ouder, 2 uitgangspunten:
Besef van verantwoordelijk zijn, ouder streef naar goed grootbrengen kind (hulpverlener open
staan/nieuwsgierig zijn)
Beleving ouder centraal (hulpverlener aansluiten bij ouder)
2. Samenwerkingsgericht: deskundigheid naast de ouder plaatsen, transparant en gelijkwaardig, uitgangspunt:
Ouder heef en behoud verantwoordelijkheid, ouder moet beslissen hoe te handelen (kennis naast die
van ouder plaatsen, wat helpt de ouder zijn handelen goed vorm te geven.)
3. Competentegericht: oplossingen gebaseerd op wat ouders al kunnen, vaardigheden zichtbaar maken.
Motivatie van de ouder
2 theoretsche achtergronden
1. NLP: Alle gedrag van cliënt berust op positeve intentes = zoek als hulpverlener naar intente achter het
gedrag
2. Alice van de Pas: Ouderlijk besef van verantwoordelijk zijn. (enige begrip dat je kan helpen ouder te
begrijpen en aan te sluiten). Heef geleid tot Theorie over ouderschap
Theorie over ouderschap (Alice van de Pas, 2015)
De Werkvloer: Het terrein van het opvoeden zelf (en van pedagogisch advies),
opvoeden is werken (24/7). Ouder kan niet ontsnappen aan
BESEF VAN VERANTWOORDELIJK ZIJN, bestaat uit 4 onderdelen:
1. Basisvaardigheden: Het gereedschap van het handelen van de ouder, die
Opvoedingshandelingen van ouder beschrijven.
Opad hanteert 3 basisvaardigheden:
- Verzorgen: alle verzorgende actviteiten (eten/drinken, goed
gekleed, schoon, veiligheid (bvb traphekje).
- Contact maken: alles wat ouder doet om liefde, genegenheid,
Erkenning, waardering te uiten (knuuelen, praatje maken, samen leuke dingen doen)
- Structuur bieden: diverse vormen van duidelijkheid geven (dagstructuur, vaste regels, voor actviteit
aangeven wat wordt verwacht enz)
2. Timen en Doseren: Juiste manier van inzeten van basisvaardigheden, die steeds aangepast moeten worden
aan de ontwikkeling van het kind. (Voorbeeld buggy, ene moment kan je kind jas aan doen en in buggy
zeten en volgende moment niet meer, wil het kind gaan ontdekken) Van baby naar peuter gaan, kind heef
minder verzorging nodig, maar meer structuur.
3. Zicht op het kind: om aan te sluiten heef ouder goed zicht nodig. Weten wie het kind is, als persoon, uua
leefijd en ontwikkelingsfase en mogelijk in het licht van een handicap, om daarop het handelen af te
stemmen. Dit is een subjectef beeld. Timen en doseren wordt gestuurd door het zicht op het kind.
(Voorbeeld buggy, het maakt uit of moeder kind ziet als opzetelijk dwars kind of als peuter die uitprobeert
wat je met nee kan bereiken, of als kind dat alert is voor omgeving en wil ontdekken)
4. Emotes: Het gedrag van het kind maakt emotes los bij de ouder (liefde, plezier, irritate). Emote wordt
storend als afstand wegvalt en bezorgdheid, geraaktheid of teleurstelling overheerst = dat belemmert zicht
op het kind. Ook zware taaklast kan zorgen voor onaangename emotes ( combi werk/privé,
scheiding/overlijden). Tot slot kunnen associates met eigen opvoedingsgeschiedenis emotes
oproepen/versterken.
Rondom de werkvloer spelen 5 onderdelen:
1. Metaposte: ouder kan van afstand kijken naar zijn kind en eigen opvoedend handelen. Emotes kunnen
ouder uit de metaposite halen en kan extra onder druk komen bij zware taaklast. (Voorbeeld kind dat zich
verstopt als moeder haar ophaalt, moeder krijgt emote dat ze niet bij is haar te zien, vanuit metaposite
denkt ze echter dat kind het als spelletje ziet)
, 2. Ouderschapsgroei: Al doende leert men tjdens het opvoeden. 4 vormen (1e drie ondersteund door Opad):
- Ontwikkelen van vaardigheden: zachte (verzorgen/contact maken) en harde (stuctuur) vaardigheden.
- Aangaan en loslaten van steeds nieuwe rollen (verzorger, bewaker, speelmaatje, huiswerkbegeleider)
- Persoonlijke groei: kanten die onder belicht zijn versterken (via contact oplossen versus grenzen stellen)
- Verwerken van eigen (klein/groot) trauma´s uit opvoedingsgescheidenis (vraagt om groei en overstjgen
van emote)
3. Taakverdeling: `It takes a village to raise a child` In onze samenleving voeden ouders vaak alleen op. Naast
opvoeden hebben ouders taken in werk en huishouden. Die taken kunnen opvoeding onder druk zeten.
Taakverdeling gaat ook over hoe ouders elkaar ondersteunen: werken ze samen als team, praten over
opvoedsituates, verschillende kijk op kind leggen en bijstellen kindbeeld.
Beide ouders hebben altjd gedeeltelijk gelijk.
4. Omstandigheden: Liggen buiten de invloedsfeer van ouders en kunnen wel doorwerken in de opvoeding
door de druk die zij op ouder of kind leggen. Relevant is hoe lukt ouders het deze invloed te hanteren =
buueren, metaposite, taakverdeling en ouderschapsgroei zijn buuers (beschermende factoren)
5. Solidaire samenleving: De samenleving die idealiter als `buuer` optreedt tussen de werkvloer van de ouder
en de nare omstandigheden die goed genoeg ouderschap in de weg staan. Ouders moeten elkaar niet
veroordelen maar de verantwoordelijkheid voelen elkaar bij te staan.
Pedaioiisch adviseren: is een gemakkelijk toegankelijk (laagdrempelig/zonder wachtlijst) vorm van kortdurende
(max 5 gesprek) individuele ondersteuning van ouders bij lichte opvoedingsproblemen (nog hanteerbaar). Op basis
van de vraag van ouders door een professional.
OPAD Pedagogisch adviseren. Gebaseerd op 3 stappen in 3 gesprekken
Stap 1: Verhelderen vraag, doel en competente
Stap2: Zicht op kind nuanceren en mogelijkheid handelen afeiden
Stap 3: Gebruiksaanwijzing voor de lastge opvoedsituate
3 bewegingen van hulpverlener in samenwerkingsmodel:
1. Ruimte geven aan ouder = niet helemaal opgaan in zodat je ouder kan confronteren
2. Ruimte nemen voor eigen inbreng = uitdaging niet boven ouder gaan staan
3. Leiden van het proces
Samenwerking vergt 6 vaardigheden van de hulpverlener:
1. Transparant Leiding geven: uitleggen methodiek (3 stappen/ 3 gesprekken), geen pasklare adviezen, per stap
doel en werkwijze vermelden.
2. Uitnodigen van ouder om verhaal te doen: beleving uiten, doelen formuleren, competentes onderzoeken
3. KInddeskundigheid inbrengen: algemene informate afgestemd op vraag/taal ouder
4. Aansluiten bij ouder en gelijkwaardigheid
5. Transparant zijn wat verhaal bij HV oproept, zonder waardeoordeel (ECHTHEID)
6. Weerstanden wegnemen: duidt vooral op frustrate hulpverlener, die ontdekt dat cliënt niet mee beweegt.
Signaal dat je de ouder kwijt bent, gaat over interacte. Wegnemen door opnieuw aansluitng te vinden.
Principes en technieken om contact te bevorderen:
Aansluiten bij subjecteve ervaring = Hoe is dat voor u als u kind niet luistert?
Transparant zijn = Ik merk dat ik u kwets met mijn opmerking.
Kijken naar de positeve intente van de ouder = U vind de avondmaaltjd belangrijk begrijp ik.
Contract maken = In deze methode gebruiken we 3 stappen die we in drie gesprekken behandelen. Is dat
akkoord voor u?
Concretseren = Kunt u een situate beschrijven waarin u kind niet luisterde?
Competentes benoemen = Ik zie dat het met ontbijten wel lukt uw kind te laten eten?
Checken = Ik hoor u zeggen dat u uw kind niet aan de avondmaaltjd krijgt, u vind de avondmaaltjd belangrijk,
klopt dat?