Dit is een samenvatting over het boek basiskennis natuur en techniek. In deze samenvatting wordt alles wat korter, maar duidelijk uitgelegd.
de (meeste) begrippen zijn gemarkeerd.
de samenvatting bestaat uit 45 bladzijdes, met af en toe wat plaatjes om de stof duidelijker te maken.
hoofdstuk ...
2.1.1 levende bouwstenen
Alle organismen zijn opgebouwd uit cellen.
De kleinste organismen (bacteriën en ééncelligen) à één cel.
Grote organismen (mensen) à vele miljarden cellen.
Cellen kunnen verschillende vormen hebben: langgerekt, bol, hoekig, met of zonder uitlopers
etc.
Een cel is een levende eenheid. Ze groeien en delen. Ze hebben voedsel nodig en scheiden
afval af. Veel cellen kunnen zelfs bewegen.
à Voor al die acties hebben cellen speciale structuren = organellen (klein orgaan).
2.1.2 organellen
Plantencellen en dierlijke cellen bevatten zeer veel verschillende organellen.
Bacteriën zijn een stuk eenvoudiger à alleen een celmembraan en celwand.
Bacteriën zijn meestal een stuk kleiner dan andere cellen.
Bacterie, dierlijke cel, plantencel
Celmembraan en celplasma
De celmembraan is een scheiding tussen de binnen- en buitenkant van een cel.
Het is een dun vliesje dat de binnenkant van de cel, het celplasma omsluit.
- Nuttige stoffen blijven in de cel
- Schadelijke stoffen worden tegengehouden
- Regelen van transport. Het bevat kanalen die open en dicht kunnen. Via deze
kanaaltjes komen nuttige stoffen in de cel en afvalstoffen kunnen de cel verlaten.
Het celplasma is een soort dikke vloeistof waarin andere organellen liggen.
Celwand
De cellen van bacteriën, schimmels en planten hebben buiten de celmembraan, een dik
omhulsel dat de cel stevigheid geeft. Dit is de celwand.
,Dierlijke cellen hebben deze niet.
Celkern
In de celkern ligt de erfelijke informatie. Deze informatie is opgeslagen in de vorm van DNA.
DNA is een lange keten van zeer kleine bouwstenen (nucleïnezuren) die in chromosomen
ligt opgevouwen.
Stukken uit lange DNA-keten à genen à zijn instructies voor wat er in de cel gebeurt. Door
de genen kunnen cellen samenwerken.
De celkern bevat daarmee de informatie voor de aanleg van de eigenschappen van het
organisme.
Mitochondrion
Een cel kan onder andere groeien, delen, reageren op de omgeving en stoffen maken. Hier
is energie voor nodig. Hiervoor zorgen de mitochondriën.
Het voedsel dat we eten, levert brandstof à mitochondrion zet de brandstof om in
energiepakketjes voor de andere organellen.
Vacuole
De vacuole is een blaasje gevuld met water.
Het is een soort opslagruimte voor de cel voor het bewaren van nuttige of juist schadelijke
stoffen.
- Dierlijke cellen hebben meestal geen of enkele kleine vacuoles.
- Plantencellen hebben meestal één grote vacuole, die bijna de hele cel vult.
Bij plantencellen speelt de vacuole ook een rol voor de stevigheid van de cel.
Bladgroenkorrels
Planten kunnen energie halen uit zonlicht.
Plantencellen hebben daarvoor een extra soort organellen à de bladgroenkorrels.
Deze korrels zorgen ook voor de groene kleur van de bladeren en stengels.
Bladgroenkorrels gebruiken CO2 (uit de lucht) en water à zetten dit om in voedingsstoffen
voor de plant.
Zonlicht levert energie voor deze omzetting.
Dit proces heet fotosynthese.
,2.2 organisatieniveau orgaan en orgaanstelsel
Een orgaan:
- Is een onderdeel van een organisme.
- Heeft een of meerdere functies.
- Is opgebouwd uit weefsels. Elk weefsel bestaat uit gelijksoortige cellen.
2.2.1 orgaanstelsels bij mensen en andere dieren
Organen werken samen in orgaanstelsels.
Door de samenwerking tussen organen kunnen organismen functioneren.
Overzicht van de orgaanstelsels van mens en dier
Stelsel Taak
Bloedvatenstelsel Transport afval en nuttige stoffen door
het lichaam
Ademhalingsstelsel Opname zuurstof en afgifte
koolstofdioxide
Spijsverteringsstelsel Verteren voedsel en opnemen nuttige
stoffen
Lever Verwerken allerlei stoffen
Uitscheidingsstelsel Zorgen dat afvalstoffen het lichaam
verlaten
Lymfevatenstelsel Ondersteunen bloedvatenstelsel en de
afweer
Zintuigen Opvangen van prikkels van het lichaam
en uit de omgeving
Zenuwstelsel Foorgeven signalen tussen zintuigen,
organen, spieren en hersenen
Hormoonstelsel Doorgeven signalen tussen
verschillende organen
Skelet Geeft stevigheid en vorm aan het
lichaam en maakt beweging mogelijk
Spierstelsel Maakt beweging mogelijk
Voortplantingsstelsel Voortplanting
2.2.2 orgaanstelsels bij planten
Ook planten hebben orgaanstelsels.
De belangrijkste orgaanstelsels van planten zijn:
- Het voortplantingsstelsel à bloem met stamper en meeldraden.
- Het transportstelsel à vaten lopen omhoog en omlaag door de stengel naar alle
onderdelen van de plant.
- Het ademhalingsstelsel à huidmondjes op de onderzijde van een blad. Door de
mondvorm kunnen huidmondjes sluiten als dat nodig is.
, 2.3 organisatieniveau organisme
Een organisme is een levend wezen. De verschillen tussen organismen zijn zeer groot.
Toch zijn er overeenkomsten: alle organismen voeden zich, overleven vijanden en
verdedigen zich tegen invloeden uit de omgeving.
2.3.1 organisme en soort
Op aarde leven miljarden organismen. Hierin kunnen we soorten onderscheiden.
Een soort is een groep organismen die:
- (Meestal) op elkaar lijken
- Zich met elkaar kunnen voortplanten
- Vruchtbare nakomelingen krijgen
2.3.2 de ordening van soorten
De belangrijkste overeenkomst tussen organismen is dat ze allemaal opgebouwd zijn uit
cellen.
Op basis van verschillen in de bouw van cellen kunnen we de miljoenen soorten indelen in
vijf grote groepen: de vijf rijken van het leven.
Elk rijk kunnen we weer verder verdelen in kleinere groepen. Dat kan door te kijken naar de
organen en de bouw van organismen. à Classificeren.
2.3.3 bacteriën
Kleinste organismen
- Bestaan uit 1 cel
- Geen organellen in de cel
- Hebben geen celkern
- DNA ligt los in het celplasma
- Planten zich voort door deling
- Komen overal op aarde voor
2.3.4 eencelligen
- Bestaan uit 1 cel
- Organellen in de cel
- DNA ligt in celkern
- Mitochondriën leveren energie
- Groter dan bacteriën
- Kunnen ziektes veroorzaken
- Groep met veel verschillen à lijken op plantencellen en dierencellen of geen van
deze.
- Pantoffeldiertjes à eten bacteriën à cel lijkt op dierlijke cel
- Algen à cel lijkt op plantencel à eencellige algen (eencelligen), meercellige algen
(planten) à fotosynthese (ze hebben bladgroenkorrels).
2.3.5 schimmels
- (Meestal) meercellige organismen
- Verschillende organellen (dikke celwand)
- Geen bladgroenkorrels
- Voeden zich met andere organismen of resten daarvan
- Onder paddenstoel bevindt zich een uitgestrekt netwerk van schimmeldraden
(mycelium) à via netwerk van draden nemen schimmels voedsel op uit de bodem of
uit andere organismen (voornamelijk planten).
- Kunnen ernstige infecties veroorzaken
- Veel schimmels zijn juist nuttig voor de mens
- Gist à eencellige schimmels
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joalynb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,99. Je zit daarna nergens aan vast.