Fair stood the wind for France
Na een missie in Italië met hun Wellington-vliegtuig, zijn John Franklin (22) (z'n
moeder noemt m John de rest Frankie) en zijn vierkoppige bemanning: O’Connor
(34), Sandy, Taylor (20) and Goldwin (allemaal sergeants) op de terugweg naar
Engeland. F verveelt zich en kijkt telkens op z'n horloge, het is pas 10 voor 2, bij de
rest ook. Ze komen bij de Franse Alpen. Plotseling krijgen ze problemen met het
vliegtuig, ze raken in paniek. F luistert goed naar de motor en gaat redenen
bedenken waarom het niets ernstig kan zijn. Ze verliezen snel hoogte maar ze zijn
nog best hoog. Hij bedenkt een oplossing, hij voelt zich alleen, hij gaat een
noodlanding maken. Hij let goed op de hoogte en snelheid en vertelt iedereen wat te
doen. Ze halen 'indificationmarks' weg en maken zich klaar voor landing. Bij de
landing is de grond te zacht dus maakt het vliegtuig een looping op de grond, een
aardlus. F voelt iets scherps langs z'n arm.
Als hij wakker wordt is het nacht, Sandy zit bij hem en zegt dat iedereen oke is, ze
zitten in een soort moeras en z'n arm voelt warm en nat en los van z'n schouder. De
anderen zoeken spullen, als er mensen in de buurt zijn hebben die hen gezien, ze
weten niet of ze alles daarom moeten verbranden. S doet Fs jas en F kan z'n arm
nog voelen. O'Connor doet er verband of iets omheen en ze gaan proberen weg te
komen, want ze zijn er al wat langer dan een half uur. F kan niet zelf staan, het
voelde alsof alles tegen hem was. Ze nemen van alles mee kompas, kaart, rantsoen.
Het is inmiddels half 4. F heeft veel bloed verloren, hij voelt zich leeg en kan niet
goed staan. Na ff gelopen te hebben gaat Sandy ff voorop, daar is een (hoofd)weg. F
weigert de rum. Ze vinden een schuilplek in het bos.
Na ongeveer 10 uur slapen wordt F wakker, z'n arm is opnieuw verbonden, S is bij
hem, de rest is de omgeving verkennen. F vindt dat ze bij elkaar moesten blijven. Ze
hebben geen huizen gezien, er is veel bos. Ze eten wat biscuitjes en chocola.
F besluit naar de boerderij verderop te gaan, de rest blijft als hij niet terug komt
moeten ze snachts gaan lopen, maar biet naar het noorden. Er komt een vrouwtje uit
de boerderij rond de 60, ze praat niet echt duidelijk, ze is bang en weet het allemaal
niet, ze heeft geen eten en als je de weg volgt kom je bij de rivier zegt ze.
Wanneer hij even later terugkomt met de anderen staat de vrouw daar nogsteeds. Ze
lopen door en gaan in het gras liggen naast de weg en eten wat 'grapes'. Ze gaan
weer verder naar de rivier. O'Conner zegt dat z'n arm snel gehecht moet worden.
Ze zijn dicht bij de rivier, Taylor ging kijken, de rivier is diep en breed (60 yards) er is
geen brug in de buurt. F wil zwemmen maar O wil dat niet dus die gaat hem
meenemen naar de overkant. O wil kleren uit doen en boven water meenemen S
gaat zwemmen met kleding aan. O gaat eerst, naakt met kleding boven water en met
z'n benen zwemmend. Het is inmiddels donker. Dan gaan de andere 3, ze houden
hun schoenen droog. O komt terug, F krijgt z'n shirt niet uit en z'n arm wil niet echt
meer bewegen, S komt z'n schoenen etc halen. Ze gaan het water in, F ligt stil O
houdt Fs arm boven water en de kleren tegen z'n borst. S had de verbanddoos,
kaarten etc meegenomen de eerste keer.
In het water had hij het koud maar aangekleed niet meer, ze namen rum en gingen
door. Ze staan hoog en zien beneden een molen en de rivier, F zegt dat ze de nacht
doorbrengen en morgen naar de molen gaan voor hulp. De volgende ochtend rond 6
uur wordt F wakker, hij ziet een meisje, ze gaf paarden te eten ofzo, hij gaat naar
beneden, tussen de fruitbomen door naar het meisje. Hij zegt alweer; ik ben Engels.
, Hij vraagt om hulp. Zij vraagt alleen hij. Hij zegt nee we zijn met z'n 5en en wees
naar de berg. De hond had vannacht geschreeuwd, zegt ze en ze zegt dat de rest
naar beneden kan komen. Ze zegt dat het bezet (occupied) gebied is. Ze gaan
naar haar huis, d'r oma staat in de keuken en haalt d'r pa. Ze doet hun foyingjackets
uit. Hij laat de papieren en pas zien, ze vraagt wat voor vliegtuig, of ze eruit zijn
gesprongen, ze wil niet zeggen waar ze precies zijn en dat is waarschijnlijk beter. Hij
is de enige die Frans spreekt en de captain dus daarom praat hij, ze vraagt naar z'n
arm. (Het meisje is bruin?) de oma haalt de jassen op en de vader kont binnen. Hij
zegt dat hij niet weet hoe lang ze kunnen blijven, ze zeggen dat ze willen rusten en
waarschijnlijk naar Spanje willen als het lukt. In Frankrijk is alles gevaarlijk vertelt pa.
Ze gaan zich eerst boven opknappen, O heeft een scheerapparaat, en dan gaan ze
wat eten. Pierre staat beneden, hij helpt d'r pa in de molen, hij mag wel van hen
weten.
Ze wonen d'r met z'n 4en: zij, d'r vader, d'r vaders moeder (oma) en Pierre. De ene
weg om bij hen te komen is via de brug, 2 miles away. D'r komen niet vaak mensen
alleen haar oom soms, lijkt op d'r vader maar dan dunner. Zij gaan in de molen, ze
mogen alleen snachts eruit en dan 1 tegelijk. Ze gaan paling eten met brood, boter,
kaas, eieren en appels, ze eten (voorlopig) alleen maar paling. Als drinken is er wijn
of melk. Ze gaan naar de molen, O zegt op z'n beste Frans; 'merci beaucoup', de
oude vrouw zegt; 'monsieur very welcome'. Hij bedenkt dat hij nog chocola heeft en
O pakt het uit z'n jas en geeft het aan de vrouw, ze blijft staan en pakt het uiteindelijk
en begint te huilen, O denkt dat hij iets verkeerd heeft gedaan maar het is 'all right'
zegt de vrouw. Als er iets gebeurt kunnen ze naar beneden, ze moeten binnen
blijven en anders alleen snachts naar buiten. O heeft de leiding als er iets gebeurt.
Het meisje gaat ff naar Fs arm kijken, hij loopt met haar mee en gaat zitten, zij pakt
een lamp en haalt het verband eraf, ze kan het laatste er niet afhalen want dan gaat
het weer bloeden en ze kan het niet stoppen. Het moet gehecht worden, maar de
dokter kan niet naar hen, dus moet hij naar een dokter. Ze gaan morgen hopelijk
naar de dokter, maar ze heeft eerst een chicken nodig, om dingen mee te doen. Ze
zegt dat hij niet bang hoeft te zijn voor de anderen, voor iemand die komt, voor hen,
etc. hij doet alsof hij dat niet was. Hij zegt dat het nodig is om bang te zijn, zij zegt dat
hij slaap nodig heeft. Ze vertelt dat ze Francoise heet en hij zijn naam; John maar ze
noemen hem Frankie, dit vind Fr verwarrend. En F realiseert zich dat hij bang was
voor haar. Zij besluit hem John te noemen. Hij gaat weer naar de 2e verdieping van
de molen, waar bedden zin gemaakt van zakken en stro en de flying jackets als
kussens.
De volgende ochtend rond 9 uur gaan Fr, F (andere kleding aan) en P naar de stad,
ze hebben de 2 chickens. D'r vader is even weg; hij heeft wat geregeld met de dokter
en nog wat dingen voor hen en de oma is dus alleen thuis, F zegt dat zij geloof in
haar heeft, Fr zegt dat ze geloof heeft in God. Onderweg kwamen ze wat fietsers
tegen en 2 Duitse legerauto's. Soms worden mensen tegengehouden en soms niet,
er is gene 'procedure'. Ze rijden naar de binnenstad, waar F z'n eerste Duitsers ziet.
Fr vertelt waar hij heen moet, paar keer rechts tot in een kleine straat nummer 9, hij
moet 2 keer bellen en zeggen dat hij de 'chickens' heeft. Fr wacht in de kerk daar
komt F dan heen en Pierre wacht bij de fontein. Een vrouw in het wit van ongeveer
60 doet open. Hij gaat naar een kamer, de dokter komt, hij haalt het verband eraf,
ondertussen vertelt hij dat z'n zoon ook 'aviator' was maar tegelijk met Henrie, de
broer van Fr in 1940 is omgekomen. De dokter heeft geen spullen, zoals morfine etc.