WEEK 1: duurzaamheid en productontwikkeling
openvraag
Bij een duurzame voedselvoorziening gaat het erom dat op lange termijn voldoende, veilig
en gezond voedsel voor iedereen is.
Duurzaamheid is een voedingspatroon met een lage milieubelasting. Gaat om evenwicht
tussen mens, milieu en economie om te aarde niet uit te putten. Focus op future generaties
Milieuwinst behalen buiten de schijf van 5 Milieuwinst behalen binnen de schijf van 5
Minder voedsel verspillen 400 gram vlees ipv 500 ( vermindering van
10% broeikasgasemissie)
Minder vlees en meer plantaardig Geen vlees ( 35% vermindering van
broeikasgasemissie)
Niet meer dan nodig eten Producten kiezen met laagste milieudruk(
vervuiling) : kip, makreel (32% vermindering)
Kraanwater drinken Meest duurzame producten en geen vlees (
50% vermindering)
Minder snoepen ( 12% van milieudruk) Voldoende volkoren, graan en groente/fruit
In de voedselketen verdwijnt ruim de helft van het geproduceerde voedsel, van akker tot
consument. 3\4 van de klimaat belasting vindt plaats in de productie keten. De andere 1\4
bij de consumenten
Voor een circulair voedselsysteem ( optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen) zijn
er 3 punten>, Beheer en gebruik van hulpbronnen optimaliseren , Voedselverspilling
voorkomen en Een hoogwaardig gebruik van reststromen bevorderen
Duurzame voedingspatronen zijn>
- Lange milieu belasting, die bijdragen aan voedselzekerheid en gezondheid voor huidige
en toekomstige generaties
- Beschermen en respecteren de biodiversiteit en ecosystemen, eerlijk en betaalbaar,
voedzaam.
Nieuwe eiwitbronnen als vleesvervangers:
• Meer Duurzaamheidswinst, plantaardig of duurzamere dierlijke bron
• Qua voedingsstoffen dienen als vleesvervanger ( eiwit, vitamine B, ijzer,B12 )
• Genoeg Essentiele aminozuren/verteerbaarheid + veiligheid
, Peulvruchten (bruine bonen, kidney bonen, linzen, en kikkererwten)
- blijven lang goed, weinig kunstmest nodig, lage broeikasgasemissie, weinig verspilling
- rijk aan eiwit, B1 en ijzer. GEEN B12 en GEEN methionine (wel in granen)
- niet rauw te eten en veel allergieën
quorn mycoproteïne (schimmeleiwit) afkomstig van schimmels, gisten of zwammen
- hoog in eiwit maar weinig ijzer en B1
- Wel een hogere energie gebruik voor verwerking
- Is wel veilig
Zeewier
- Rijk aan eiwit, bevat (weinig) B1, veel ijzer, calcium koolhydraten en vezels
- Duurzaam mits ze niet vervuild zijn
- Algen zijn goed verteerbaar als ze gedroogd zijn
- Soms een te hoge gehalte jodium en metalen bevatten bij grote hoeveelheden en soms
vormen ze gifstoffen.
Insecten
- Bepaalde soorten bevatten veel B1 en B12
- Lage milieu impact, minder watergebruik en voer want ze leven op restafval, efficiënt
- Veel voedingsvezels, genoeg ijzer maar soms evenveel onverzadigde vetzuren
- Voldoende verhit is veilig in Nederland, maar kunnen allergenen bevatten
- Nog wel overblijfsels door poten en vleugels
- Weinig informatie over, is onaantrekkelijk, allergenen, dierwelzijn, veiligheid
Kweekvlees
- Gekweekt door dierlijke stamcellen en specialiseren zich in spiercellen
- Lijkt op mager vlees
- Broeigasgassen lager dan vlees
- Nog niet op grote schaal uitgeprobeerd
- Genoeg B1, B12, ijzer er eiwitten
- Geen bacteriën
genetisch gemodificeerde organismen GOM’s
genetische manipulatie om de stamcel te specialiseren om ze nieuwe eigenschappen te
geven: betere weerstad, verhoogde productiviteit van gewassen. DNA is bewust aangepast
om de werking te bevorderen.
aandachtspunten om voedsel duurzamer te maken>
, • Duurzame producten - geen onnodige schakels
• Keurmerken gebruiken - dierwelzijn en eerlijkhandel
• Vermindering voedsel verspilling
• Verlaag milieudruk (vervuiling) via LCA
• Minder dierlijke eiwitten en meer plantaardig
B2B> business to business= Zoals grondstoffen, operationele redenen (eigen gebruik),
doorverkopers. B2B is groter dan de consumentenmarkt. Groothandel, distributieverkoop.
Dit is meer complex
B2C> business to consumer= marketing gericht op verkoop van organisatie naar consument.
Meer gericht op het vermarkten en eindproduct. Supermarkt, streaming service,
keukenwinkel. Dit zijn eenvoudigere keuzes.
5 Stappen van productie ontwikkeling
Strategische fase: conceptuele ideevorming en marktanalyse. analyse van de huidige
situatie. Is het project wel haalbaar en hoe zou je het verder kunnen uitvoeren. Welke
partijen zijn betrokken? Wat zijn de risico’s .
Creatiefase: hier word het product CONCEPT ontwikkeld
Ontwikkelingsfase: visuele ontwikkeling testfase
Realisatiefase: hier ontstaat het resultaat en hoe je het op de markt brengt
Evaluatiefase:
Productontwikkeling:
, WEEK 2: product kennis en voedingsdeskundige richtlijnen
1. Groente en fruit
seizoen groente/fruit, lokale producten, producten met een keurmerk.
2. Oliën en vetten
Sojaolie (veel eiwitten), palmolie (goedkoopste), raapolie en dierlijke olie (resten van
slachterijen)
3. Zuivel, vis en vlees
Vis: Producten met keurmerken, duurzamere soorten (geen bedreigde soort) niet te
vaak eten.
Zuivel: plantaardige alternatieven, keurmerken
Vlees: keurmerken, witvlees eten, vleesvervangers, biologisch vlees
4. Graanvruchten en aardappelen
Volkoren, graanproducten, lokale producten
Functionele voeding: een
bestandsdeel wat toegevoegd
(of verwijderd) word om de
gezondheidswaarde van dat
product te verbeteren
VCP: voedselconsumpiepeilling, gegevens over het voedingspatroon van Nederlands
1. Wat is het Nationaal Preventieakkoord?
Daarin word afgesproken hoe ze het voor mensen makkelijker kunnen maken om te
kiezen voor gezonde voeding, producten aanpassen zodat ze gezonder zijn. Minder
roken, overgewicht en alcohol
2. Wat is het verschil tussen de AVP en NAPV?
AVP: akkoord verbetering productsamenstelling, zorgen voor een gezondere product
aanbod door zout en suikers te verminderen. Dit mochten bedrijven zelf kiezen.
Voorloper van de NAVP.
NAPV: nationale aanpak productverbetering, kunnen fabrikanten de samenstelling
van hun bewerkte voedingsmiddel. De minister moedigt de fabrikanten aan om de
samenstellingen gezonder te maken. Een breder programma om samenstellingen
van voedsel te verbeteren maar ook prijzen, beschikbaarheid en reclames van
gezonde voeding te vergroten.
Daarin word afgesproken hoe ze het voor mensen makkelijker kunnen maken om te
kiezen voor gezonde voeding, producten aanpassen zodat ze gezonder zijn.