100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Goederenrecht samenvatting week 4 €5,44
In winkelwagen

Samenvatting

Goederenrecht samenvatting week 4

 0 keer verkocht

Goederenrecht samenvatting week 4 - hypotheekrecht, voorrechten, verhaal en voorrang, zekerheidsrechten

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • 5 april 2024
  • 7
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (104)
avatar-seller
casperbeumer
Arresten:
• Gay association/Engelen Gephura
• Kuikenbroederij

Verhaal (Art. 3:276 ev BW): wordt de vordering van de schuldeiser uiteindelijk niet
voldaan, dan is hij bevoegd om zijn vordering te verhalen op de goederen van de
schuldenaar. De vordering waar het verhaal op ziet, moet een geldvordering zijn. Zo
niet, dan moet de vordering eerst worden herleid tot een geldvordering, voordat kan
worden overgegaan tot verhaal.
Hoofdregel (Art. 3:276 BW): schuldeiser kan zijn vordering verhalen op alle
goederen van schuldenaar. Dus zowel zaken als vermogensrechten.
• Schuldeiser heeft op basis van zijn vordering een verhaalsrecht, de goederen van de
schuldenaar zijn uitwinbaar voor zijn schulden.
• Alle goederen van schuldenaar zijn uitwinbaar
• Schuldeiser is vrij om te kiezen op welke goederen hij zich wil verhalen
• De goederen zijn alleen uitwinbaar indien ze tot het vermogen van de schuldenaar
behoren
• Aan iedere schuldeiser komt het recht van verhaal toe

Concursus creditorum: zoeken meerdere schuldeisers verhaal op dezelfde
goederen, maar is de opbrengst onvoldoende om ieders vordering te voldoen
Paritas creditorum (Art. 3:277 BW): als bovenstaand geval zich voordoet, dan
hebben beide schuldeisers onderling een gelijk recht op voldoening van hun vordering,
naar evenredigheid van hun vordering.

Verhaal bij faillissement schuldeiser - Art. 109 ev Fw

Voorrang (Art. 3:278 BW): paritas creditorum is alleen van toepassing als er geen
reden van voorrang bestaat. Dmv voorrang heeft schuldeiser het recht om eerder te
krijgen uitbetaald uit de netto-opbrengst dan de concurrerende schuldeisers. Of er
sprake is van voorrang is pas relevant wanneer de netto-opbrengst onvoldoende is om
de vorderingen van alle schuldeisers te voldoen.
Voorrang vloeit voort uit:
• Pand
• Hypotheek
• Voorrecht
• Andere door de wet gegeven manieren
Art. 3:279 BW: pand en hypotheek gaan boven voorrecht, tenzij de wet anders
bepaalt.
Art. 3:227 jo. 3:278 BW: pand- en hypotheekhouders hebben voorrang op hun
verhaalsrecht ten opzichte van medeschuldeisers.

Voorrangsrecht: schuldeiser met een voorrangsrecht heeft voorrang op voldoening
van zijn vordering, ten aanzien van de schuldeiser die geen of een lager gerangschikt
recht van voorrang heeft.

Uitzonderingen op samenloop verhaalsrechten: persoonlijke zekerheid en
gevallen van oneigenlijke of feitelijke voorrang kunnen ervoor zorgen dat de concursus
creditorum uitblijft.

Verhaal bij tussenpersonen: wanneer een tussenpersoon, die ook schuldenaar is,
betaald krijgt, dan is dit bijgeschreven bedrag ook deel van zijn vermogen.
Schuldeisers kunnen zich daarom gewoon op dit bedrag verhalen, ook al is de
tussenpersoon verplicht om het bedrag door te geven aan zijn opdrachtgever.

, Achtergestelde vordering (Art. 3:277 lid 2 BW): bij ovk tussen schuldeiser en
schuldenaar kan worden bepaald dat vordering van schuldeiser jegens alle of
bepaalde andere schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent.

Pand en hypotheekrecht (Art. 3:227 BW): vormt een belangrijke uitzondering op
het verhaalrecht. Door dit recht, dat wordt gevestigd op een goed van de schuldenaar,
heeft de schuldeiser voorrang op het verhaal van zijn vordering op het vermogen van
de schuldenaar.
• Hypotheekrecht: verhaalsrecht is gevestigd op registergoederen
• Pandrecht: verhaalsrecht is gevestigd op een ander goed dan een registergoed
Recht van parate executie: de bevoegdheid om bij verzuim van de schuldenaar tot
executoriale verkoop van het goed over te gaan en zich vervolgens op de opbrengst te
kunnen verhalen.
• Pandrecht - Art. 3:248 BW
• Hypotheekrecht - Art. 3:268 BW

Separatistenpositie (Art. 57 Fw): in geval van faillissement kunnen pand- en
hypotheekhouders hun rechten uitoefenen, alsof er geen faillissement is. In geval van
faillissement wordt er namelijk beslag gelegd op de goederen van de schuldenaar,
maar door de separatistenpositie wordt eerst hun schuld afgelost, waarna pas beslag
wordt gelegd op de goederen. (Art. 180, 182 Fw).

Pand- en hypotheekrecht zijn:
• Beperkte rechten in de zin van Art. 3:8 BW. Dit volgt uit Art. 3:227 lid 1 BW.
• Afhankelijke rechten in de zin van Art. 3:7 jo. 3:82 BW. Ze zijn als
verhaalsrechten onlosmakelijk verbonden met de vordering op de goederen of goed
van de schuldenaar. Dit brengt met zich mee dat algehele voldoening van de
gezekerde vordering van rechtswege het tenietgaan van het zekerheidsrecht tot
gevolg heeft. Net zoals andere afhankelijke rechten kan het pand- en
hypotheekrecht niet als zelfstandig object worden overgedragen. Het kan slechts
overgaan door overgang van de vordering waarvan het afhankelijk is.
• Ondeelbaar recht op grond van Art. 3:230 BW. Dit houdt in dat pand- en
hypotheekhouder recht heeft op alle goederen die in zijn vordering liggen besloten.
Zijn vordering kan dus niet voor een deel worden voldaan. Aan het resterende deel
zal altijd nog moeten worden voldaan. Het kan wel dat 2 of meer mensen samen 1
pand- en hypotheekrecht hebben. Dan is er sprake van een gemeenschap (Art.
3:166 BW).

Vordering: moet een geldvordering zijn en het moet voldoende bepaalbaar (Art.
3:231 lid 2 BW) zijn.
Voldoende bepaalbaar: gaat om bepaalbaarheid op het tijdstip van executie. Voor
hypotheek wordt nog aangevuld met de eis dat de hypotheekakte een aanduiding
moet bevatten van de vordering, of van de feiten aan de hand waarvan de vordering
zal kunnen worden bepaald (Art. 3:260 lid 1 BW). Daarbij moet de vestigingsakte
het max-bedrag aangeven waarvoor de hypotheek is gevestigd. Deze aanvullende eis
geldt niet voor pand.

Pand- en hypotheekrecht op toekomstige vordering (Art. 3:231 lid 1 BW): ook
hier geldt dat de vordering ten tijde van executie voldoende bepaalbaar moet zijn.
Pand en hypotheek voor een toekomstige vordering ontstaan op het moment waarop
de vestigingshandeling wordt voltooid. Ze ontstaan dus niet op het moment dat de
vordering ontstaat.

Goederen:
• Welke goederen? Op grond van Art. 3:228 BW kunnen op alle goederen die voor
overdracht vatbaar zijn een pand- en hypotheekrecht worden gevestigd.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper casperbeumer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,44. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,44
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd