100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Erfrecht 1 uitwerking van de werkgroepen €3,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Erfrecht 1 uitwerking van de werkgroepen

5 beoordelingen
 506 keer bekeken  42 keer verkocht

Uitwerking van de werkgroepen, ALLEEN deel 1 van de werkgroepen (niet deel 2)

Voorbeeld 4 van de 44  pagina's

  • 21 oktober 2013
  • 44
  • 2013/2014
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (4)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: Rooossh • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: merelbrons • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: RB1234 • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: adam0469 • 8 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Misodu • 8 jaar geleden

avatar-seller
hmdebeer
Erfrecht 1 WG 1

Vraag 1
Maak gemotiveerd een verdeling van de onderstaande situatie, met inachtneming van ieders
rechten. (Beperk u tot het breukdeel van de gerechtigde, de legitieme portie laat u buiten
beschouwing)




A= erflater
Y en Z de ouders, waarvan Y overleden is ten tijde van het vrijvallen van de erfenis
B is partner van A
Hun kinderen, C, D en E zijn onwaardig
Van de kleinkinderen H, I, J, F, G is I overleden, maar die heeft wel een kind K`

Art. 10 lid 1 sub a.
Echtgenoot B en kinderen C, D en E zijn erfgenaam volgens de wet, maar de kinderen C, D en E
hebben de erfenis verworpen of zijn onterft of onwaardig.
De kinderen van C, D en E kunnen de plaats van hun ouder vervullen, art. 4:12 (zij zijn 2e graad en
vallen dus niet onder lid 3). H en I krijgen samen het deel van C. J krijgt het deel van D en F en G
krijgen samen het deel van E.
Echter I is overleden en dus treedt zijn kind K in zijn plaats, art. 4:12 (deze is 3e graad van de erflater
dus valt niet onder lid 3), en krijgt K het deel van I.
Art. 4:11, lid 1 echtgenoot B en kinderen C, D en E erven voor gelijke delen, dus ieder voor ¼.
De verdeling is als volgt:
B: ¼
H: 1/8 en K1/8 (samen de ¼ van C door plaatsvervulling)
J: ¼ (plaatsvervulling D)
F en G: elk 1/8 (tezamen plaatsvervulling E)

Vraag 2
A overlijdt en laat achter 3 kinderen, B,C en D en zijn ouders E en F. B, C en D verwerpen A’s
nalatenschap. B heeft een kind G, C heeft 2 kinderen H en I en D heeft 3 kinderen J, K en L.
Verdeel A’s nalatenschap
Omdat A geen partner heeft wordt de erfenis in gelijke delen verdeeld over de kinderen B, C en D, art.
4:10 lid 1 sub a en art. 4:11 lid 1 BW.
De kinderen B, C en D verwerpen de erfenis en dus is de vraag of er sprake is van plaatsvervulling van
hen. Alle drie hebben kinderen en dus wordt hun deel verdeeld over hun kinderen, art. 4:12.
- G krijgt 1/3 (het deel van B)
- H en I krijgen ieder 1/6 (gezamenlijk het deel van C, dus ieder de helft van 1/3)
- J, K en L krijgen ieder 1/9 (gezamenlijk het deel van D, dus ieder een derde van 1/3)

De ouders E en F vallen hierbuiten en zouden alleen in beeld zijn geweest als A ook geen kinderen zou
hebben (geen erfgenamen in groep 1), art. 4:10 lid 1 sub b

1

,Vraag 3
A overlijdt. Hij was ten tijde van zijn overlijden gehuwd met B, uit welk huwelijk was geboren
een kind C en D. C is voor A overleden een heeft een kind E, dat de nalatenschap van C heeft
verworpen.
Verdeel A’s nalatenschap
B is echtgenote
C en D zijn gezamenlijke kinderen
C is overleden voor A en heeft een kind E die de nalatenschap heeft verworpen.
Art. 4:10 lid 1 sub a, de echtgenoot en de kinderen zijn de erfgenamen ieder voor gelijke delen, art.
4:11 lid 1. Dat betekent dat elk 1/3 krijgt.
Maar C is overleden en dus zou zijn kind E door plaatsvervulling zijn deel krijgen, art. 4:12, maar E
heeft de erfenis verworpen.

B en C krijgen allebei 1/3, art. 4:11 lid 1.
Kleinkind E krijgt 1/3, hij heeft nl de nalatenschap van zijn vader C verworpen. C is voor A
overleden, dus in de nalatenschap van C zit niet een erfdeel van A. Kleinkind E erft gewoon bij
plaatsvervulling van A 1/3.

Vraag 4
Verdeel A’s nalatenschap




A is erflater en heeft een partner B
Samen hebben zij 2 kinderen F en G
A heeft met zijn ex-partner die overleden is 3 kinderen C, D en E, hij heeft dus in totaal 5 kinderen: C,
D, E, F en G.
Partner B heeft met haar overleden ex-partner ook 2 kinderen X en Y, dus A heeft ook 2 stiefkinderen:
X en Y
X en Y zijn als stiefkind geen bloedverwant, art. 4:10 lid 3. Maar, art. 4:27, de erflater kan wel bij
uiterste wilsbeschikking bepalen dat een stiefkind bij de verdeling wordt betrokken als eigen kind, dat
blijkt hier niet uit de casus.
De kinderen van A en zijn partner B hebben allen recht op een gelijk deel, art. 4:10 lid 1 sub a en art.
4:11 lid 1.
Dus de verdeling is als volgt
C, D, E, F, G en B krijgen ieder 1/6 van de erfenis

Vraag 5
Verdeel A’s nalatenschap




2

,A heeft geen partner en/of kinderen, het gaat in deze casus dus om groep 2.
A heeft 2 ouders, E en F, welke beiden gescheiden zijn en beide kinderen hebben met een andere
partner.
H is een broer/zus van A.
C, I, B en J zijn half broers/zussen van A.
Erfgenamen van A zijn de ouders en broers en zussen van A, art. 4:10 lid 1 sub b
C, I, B en J hebben als half broer/zus recht op de helft van het erfdeel van een broer/zus, art. 4:11 lid 2
jo 4:10 lid 1 sub b
D en G hebben geen familierechtelijke betrekking met A en vallen dus buiten het verhaal.
De verdeling is dan uit als volgt:

Stap 1
Eerst art. 4:11 lid 1 BW uitrekenen! Uit eigen hoofde = bij gelijke delen = gewoon koppen tellen.
Daarna pas naar lid 2 en 3 : E, F, C, I, H, B en J: elk 1/7

Stap 2: art. 4:11 lid 2
E, F en H ontvangen ieder 1/5, art. 4:11 lid 1
C, I, B en J ontvangen ieder 1/10 (de helft van 1/5), art. 4:11 lid 2

Stap 3:
Maar de ouders E en F krijgen ieder minimaal ¼, art. 4:11 lid 3, dus blijft er 2/4 over te verdelen onder
H, C, I, B en J waarbij H het dubbele ontvangt van C, I, B en J. Dus H krijgt 1/6 en I, B, C en J krijgen
elk 1/12.

Vraag 6
A overlijdt en laat achter zijn moeder B, twee volle broers C en D, een halve zuster van
vaderszijde E en twee halve broers van moederszijde F en G.
Verdeel A’s nalatenschap
Het gaat hier ook om groep 2, art. 4:10 lid 11 sub b.

Wederom art. 4:10 lid 1 letter b (2e parenteel) jo 4:11 lid 1-3.

Weer 3 stappen:
1. art. 4:11 lid 1:
B, C, D, E, F en G: elk 1/6.  ieder gelijke delen

2. art. 4:11 lid 2:
B, C en D: elk 2x = 6x
E, F en G: elk x = 3x  half broer/zus krijgen de helft van hetgeen broer/zus krijgt
Tussenconclusie:
B, C en D elk 2/9
E, F en G: elk 1/9


3

, 3. art. 4:11 lid 3: B krijgt als ouder krijgt minimaal ¼
2/9 = 8/36
¼ = 9/36
B krijgt dus net te weinig o.g.v. lid 3.
Daarom:
B: ¼, de overige ¾ verdelen in de sleutel van art. 4:11 lid 2.
2X + 2X + X + X + X = ¾
7X = ¾
X = 3/28
2X = 6/28

Eindconclusie:
B: ¼ (= 7/28)
C en D: elk 6/28
E, F en G: elk 3/28

Controleren: is het totaal 28/28?
7/28 + 6/28 + 6/28 + 3/28 + 3/28 + 3/28 = 28/28

Vraag 7
A overlijdt zonder nakomelingen. Zijn erfgenamen volgens de wet zijn zijn ouders B en C en zijn
broer F. twee halfzusters D en E, kinderen uit het eerste huwelijk van erflaters vader B; een
halfbroer G, zoon van erflaters moeder C.
E verwerpt de nalatenschap van A. E heeft drie kinderen H, I en J.
Hoe wordt de nalatenschap van A verdeeld?

Wederom art. 4:10 lid 1 letter b (2e parenteel) jo 11 lid 1-3.
Bijzonderheid:
Er is sprake van verwerping: is er plaatsvervulling mogelijk door H, I en J?
Antwoord: JA, o.g.v. art. 4:10 lid 1 letter b jo lid 2 jo art. 12 lid 1.
H, I en J: samen het erfdeel van E (o.g.v. art. 12 lid 2)

Vervolgens weer 3 stappen van art. 4:11:

1. art. 4:11 lid 1: B, C, D, (staak: H, I en J), F en G: elk 1/6.

2. art.: 11 lid 2:
B, C en F: elk 2x = 6x
D, (H, I en J), G: elk x = 3x
Tussenconclusie:
B, C en F elk 2/9
D, (staak: H, I en J) en G: elk 1/9
Dus: H, I en J elk 1/27

3. art.: 11 lid 3: B en C als ouder elk recht op minimaal ¼
2/9 = 8/36
¼ = 9/36
B en C krijgen dus net te weinig o.g.v. lid 3.

Daarom:
B en C: elk ¼, de overige 1/2 verdelen in de sleutel van art. 11 lid 2.
2X + X + X + X = 1/2
5X = 1/2

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hmdebeer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  42x  verkocht
  • (5)
  Kopen