Probleem 1 – best interest of the child (adoptie)
Leerdoelen:
1. Wat is interlandelijke adoptie en wat zijn de gevolgen? (gevolgen uit het vignet)
2. Wat betekent opvoeden van het adoptiekind voor de adoptieouders?
Bronnen:
Artikel Juffer (2011) 24 p.
Artikel Juffer & Van IJzendoorn (2009) 16 p.
Ministerie van veiligheid en justitie (2016) 12 p.
Selman (2012) 22 p.
Boek Autrique et al. (2010) Hfd 8 18 p.
Boek Bornstein (2002) Hfd 10 26 p.
Boek Van Leeuwen (2012) 15 p.
Leestips:
- Definitie, demografische ontwikkelingen, theoretisch kader, interventies
- Geen special needs/open adoptie
- Meta-analyse en longitudinale studies
- Regelgeving: demografische ontwikkelingen m.b.t. Nederland
1
, Leerdoel 1: wat is interlandelijke adoptie en wat zijn de
gevolgen?
Trend in de onderzoeken: in eerste instantie werd gemeten ten opzichte van de huisige
peers, toen ten opzichte van achterblijvers in het kindertehuis en in derde instantie werd
gekeken naar waarom het ene kind wel en het andere kind niet problemen ontwikkelde.
(heeft wellicht te maken met veerkracht)
Ministerie van Veiligheid en Justitie (2016)
- Er is een dalende lijn te zien in de aanvragen voor beginseltoestemming, dat geldt
vooral voor verzoeken voor een eerste kind
- Er werd gekeken naar adoptiekinderen tussen 2011-2015, er was een afname te zien
in adopties.
- Van alle aanvragen in 2015 waren 83% special needs kinderen
Meta-analyse Juffer et al. (2008)
270 studies met meer dan 230.000 kinderen
Vergelijking geadopteerden met niet-geadopteerde op 5 domeinen:
De gevolgen kunnen in twee perspectieven ingedeeld worden:
1. In vergelijking met peers van nu. Dan is een adoptie een risicofactor
2. In vergelijking met achterblijvers in het kindertehuis. Dan is adoptie een protectieve
factor (interventie)
Bornstein (2002)
Adoptie kan een protectieve factor zijn in de ontwikkeling van het kind. Twee aspecten:
1. De meeste kinderen klimmen omhoog op de sociaal-economische ladder, wanneer zij
geadopteerd worden. (adoptieouders hebben meer geld en middelen)
2. De meeste geadopteerde kinderen gaan van een huissetting met onzekerheid,
instabiliteit en weinig stimulatie naar een huissetting met zekerheid, stabiliteit en
zorgzaamheid.
1. Gehechtheid
Hechting: geen verschil vroeg geadopteerden en niet-geadopteerden, later geadopteerden
kans op gedesorganiseerde hechting.
2. Cognitieve ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling: geadopteerde maakt inhaalslag t.o.v. weeskinderen maar
achterstand t.o.v. niet-geadopteerden.
3. Gedragsproblemen
Gedragsprobemen: geadopteerde meer interne en externe problemen, langer dan 12 jaar
adoptie = interne problemen minder/omlaag, internationaal geadopteerde minder problemen
( bv. door opvoedkwaliteit & communicatie met adoptieouder, bias adoptieouders
eerder bezorgd?)
4. Zelfwaardering
Zelfbeeld: geen verschil geadopteerden en niet-geadopteerden.
2
,5. Fysieke groei
Fysieke groei: achterstand gewicht, lengte & hoofdomtrek, na 8 jaar adoptie: inhaalslag
lengte & gewicht, na 9 jaar lengte achterstand i.v.m. niet-geadopteerden door adolescentie.
6. Sociaal functioneren
Wisselend beeld. Vaak bleken ze beter te zijn in sportieve en niet-sportieve activiteiten. Maar
ook minder goede sociale vaardigheden. Ze hadden in de volwassenheid ook minder vaak
een partner.
3
, Verschillende longitudinale studies
United Kingdom: The English and Romanian Adoption (ERA) Study
Dit onderzoek voorziet ons van informatie over een steekproef van 165 kinderen die zijn
geadopteerd uit Roemenië en lijden aan ernstige deprivatie van variërende duur (tot 42
maanden, dus zaten tot 42 maanden in kindertehuis). De Roemeense kinderen waren tussen
de leeftijden van 4, 6, 11 en 15 jaar. Zij werden vergeleken met een groep vroeg
geadopteerde UK geadopteerden dus niet gedepriveerd = verschil tussen wel en niet
gedepriveerd!
ERA: effect van de duur van de deprivatie wordt gemeten, want het is een vergelijking
tussen wel en niet gedepriveerde kinderen
Deze uitkomsten laten een vroeg begin en persistent patroon zien en er waren significante
individuele continuïteiten in de uitkomsten. Ze waren geassocieerd met deprivatie van meer
dan 6 maanden. Degene die waren geadopteerd voor 6 maanden vertoonden geen effect
van de deprivatie.
Canada: the Romanian adoption project (RAP)
75 kinderen waren geadopteerd vanuit Roemenië door Canadese families die werden
gevolgd vanaf de adoptie tot de leeftijd van 17 jaar meetmoment: 11 mnd, 4.5, 7.5, 11.5
jaar = longitudinaal er waren drie groepen:
1. Roemeense weesgroep (RO, Romenian orphan)
o Ouder dan 8 maanden bij de adoptie
2. Vroeg geadopteerde groep (EA; early adopted uit Romenië).
o Jonger dan 4 maanden bij adoptie
3. Niet-geïnstitutionaliseerde niet-geadopteerde Canadezen (CB, Canadian born, 46)
die leven bij hun geboorteouders.
o Niet-geadopteerd
Het effect van discriminatie was niet te zien. Dit is namelijk niet gemeten, want de kinderen
zitten te lang in de instelling om het verschil in uitkomsten te zien als gevolg van deprivatie
en discriminatie.
Daarnaast hebben deze kinderen dezelfde huiskleur, dus kan er niet echt discriminatie
plaatsvinden.
Juffer en van
IJzendoorn
Kinderen in instituties zijn
kinderen die te weinig
ouderlijke zorg hebben ervaren
en kansen hebben gemist om
een stabiele en continue
hechtingsrelatie op te bouwen.
Adoptie, waarbij kinderen in
een adoptiefamilie geplaatst
worden, wordt gekenmerkt door
risico en
beschermingsfactoren.
(=definitie)
4