Rechtssubjecten zijn de dragers van rechten en plichten. Dit kan in 2 vormen:
Natuurlijke personen: mensen
Rechtspersonen: een organisatie die als juridische eenheid opereert, en
eigen rechten of plichten heeft, die los staan van de eigenaar of
bestuurder (bijv. een BV of vereniging)
Rechtsobject is het voorwerp van het recht, bijvoorbeeld een auto waar een
juridisch conflict over gaat.
Objectief recht is een regel die voor iedereen geldt, bijvoorbeeld: “iedere
aandeelhouder bij een NV heeft tenminste 1 stemrecht”.
Dit zorgt voor subjectieve rechten: op basis van de objectieve rechtsregel die
voor iedereen geldt, ontstaat er een subjectieve recht of plicht die voor
individuele personen geldt
Bijv: “het hebben van een aandeel van Shell verleent toegang tot de
algemene vergadering van aandeelhouders van Shell”. Doordat jij als individu
een aandeel hebt van Shell, heb je volgens de objectieve rechtsregel het
subjectieve recht op toegang tot de algemene vergadering aandeelhouders.
Dwingend recht: afwijken hiervan is niet toegestaan. Dit is vaak om een
zwakkere partij te beschermen.
Regelend aanvullend recht: afwijken hiervan is wel toegestaan. Dit is vaak
een regel “tenzij anders bepaald”, en wordt vaak gebruikt bij overeenkomsten,
omdat partijen onderling goed andere afspraken kunnen maken.
Materieel recht is het deel van het recht waar rechten en verplichtingen
geregeld zijn. Hierin staat hoe rechtspersonen zich naar elkaar moeten gedragen.
Bijv. het wetsartikel waarin staat dat je niet mag stelen
Formeel recht omvat het procesrecht. Dit beschrijft hoe het materieel recht
moet worden gehandhaafd.
Bijv. hoe een politieagent mag handelen wanneer iemand gestolen heeft
Of hoe een rechter mag handelen in het veroordelen van iemand
Trias Politica: de staat is opgedeeld in 3 organen die elkaars functioneren
bewaken
Wetgevende macht: stelt wetten op
Uitvoerende macht: bestuurt de staat volgens de wetten
Rechterlijke macht: toetst het bestuur aan de wetten
,Rechtsbronnen: hierin staan de geldende wetten
a) De wet: het recht is vastgelegd in wetten. De term ‘wet’ wordt op 2
manieren gehanteerd:
a. In formele zin: een besluit afkomstig van de Regering en Staten-
Generaal, bijvoorbeeld de verkeerswet
b. In materiele zin: ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een
onbepaald aantal mensen.
c. Binnen wetten is er een rangorde: de hogere wet gaat voor de
lagere wet: grondwet, wet in formele zin, provinciale/gemeentelijke
verordeningen etc.
b) Rechtspraak / jurisprudentie: wetten geven niet altijd duidelijk
antwoord op rechtsvragen
a. De rechter kan uitspraak doen, dit heet een arrest
b. De eerste aanleg is bij de rechtbank, hoger beroep kan gedaan
worden bij het gerechtshof, en in cassatie kan gegaan worden bij de
hoge raad
c) Verdragen: Internationaal recht, zoals het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens
d) Gewoonte: recht dat spontaan ontstaat binnen een rechtsgemeenschap
Forumbankarrest
Het bestuur is bepalend binnen een NV, niet de AvA
Inleiding Vermogensrecht
Vermogensrecht = het geheel van rechtsregels omtrent vermogen
Verbintenissenrecht = relaties tussen personen (dynamisch)
Goederenrecht = relatie tussen personen en goederen (statisch)
Artl. 2:5 BW: een rechtspersoon (bedrijven bv.) staat wat vermogensrecht
betreft gelijk aan een natuurlijk persoon
Inleiding Goederenrecht
Goederenrecht:
Roerende zaken zijn alle zaken die niet onroerend zijn 3:3 lid 2 BW
Onroerende zaken zijn de grond en alles wat daarmee duurzaam verenigd
is 3:3 lid 1 BW
5:3 BW de eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestandsdelen
3:4 lid 1 BW een bestandsdeel is iets dat eigendom is van een zaak
3:10 BW registergoed zijn goederen waarbij voor overdracht of vestiging
een inschrijving in een register noodzakelijk is: bijv. alle onroerende
, goederen en roerende goederen zoals schepen 8:190 BW en vliegtuigen
8:1306 BW
Vermogensrecht 3:6 BW: rechten die overdraagbaar zijn en voordeel
verschaffen:
bijvoorbeeld aandelen geven het recht op een deel van de winst (stoffelijk
voordeel)
OF vorderingen
Absolute vermogensrechten: werkt tegenover iedereen
o Bijvoorbeeld: je bent eigenaar van een fiets: iedereen moet van je
fiets af blijven
Relatieve vermogensrechten: werkt tegenover 1 of enkele personen
o Bijvoorbeeld: je hebt een hotelovernachting geboekt: dit kan je
alleen bij dat hotel claimen
HR Blaauboer - Berlips:
1. de woning is van Blaauboer,
2. De grond waar een weg naar het huis van Blaauboer over moet komen is
van Berlips.
3. Berlips zegt toe een weg aan te leggen.
4. Berlips verkoopt zijn grond aan mevrouw Maks.
5. Mevrouw Maks zegt dat Blaauboer niet meer over de weg mag
Omdat dit een relatief recht is: afspraak tussen Blaauboer en Berlips
Dit recht is niet overgegaan naar mevrouw Maks
Wie een goed onder bijzondere titel verkrijgt is niet gevonden aan de
persoonlijke verplichtingen ten aanzien van dat goed van een eerder
rechthebbende.
zakelijke rechten gaan wel mee onder bijzondere titel: als Blaauboer dus een
zakelijk recht op de grond had gevestigd, was dit met de grond mee overgegaan
naar mevrouw Maks
Beperkte rechten op een goed zijn geregeld in BW 3
Vruchtgebruik
Pand: art. 3:227 lid 1 BW
Hypotheek art. 3:227 lid 1 BW
Beperkte rechten op een zaak zijn geregeld in BW 5
Opstal
Erfpacht
Erfdienstbaarheid
Appartementsrechten
Eigendom art. 5:1 BW
De eigenaar mag van de zaak gebruik maken, mits dit niet in strijd is met
rechten van anderen, en de wettelijke voorschriften en regels in acht
worden genomen
De eigenaar van de zaak wordt eigenaar van de afgescheiden vruchten
Macht = ter beschikking hebben
Bezit = houden van een goed voor jezelf
Te goeder trouw: eigenaar bijvoorbeeld
Te kwader trouw: dief bijvoorbeeld
Houderschap = houden van een goed voor een ander, bijvoorbeeld huurder of
lener
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robinkleinen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.