Week 2 Chronisch ziek zijn, vraagt om chronisch positivisme
Allergische rhinitis bij kinderen
Marike Stadermann, kinderarts-allergoloog
Allergische rhinitis is een van de meest voorkomende chronische aandoeningen bij
kinderen. Het komt vooral voor in de basisschoolleeftijd.
Om een allergie te ontwikkelen moet je een allergeen een aantal jaren ingeademd hebben.
Als je een allergische aanleg hebt, kan het immuunsysteem antistoffen gaan maken tegen de
allergenen (sensibilisatie). Als je dan het allergeen opnieuw ingeademd, kan je last krijgen
van allergische klachten. Het kind heeft last van een loopneus, jeuk en een verstopte neus.
Als het kind daarnaast ook last heeft van jeukende, rode, tranende ogen speekt met van
allergische rhinoconjuctivitis. Kinderen met rhinitis kunnen last hebben van
slaapproblemen door een verstopte neus, vermoeidheid of concentratieproblemen.
Allergische rhinitis klachten kunnen chronisch zijn (allergie door huisstofmijt of huisdier),
maar ook seizoensgebonden (allergie voor pollen).
Rhinitis is waarschijnlijk een combinatie van teveel hygiëne, veranderde bacteriën op de
huid, en te weinig biodiversiteit om ons heen.
Opvang van het acuut benauwde kind met astma
Acute verpleegkunde
Bij astma is er een chronische, niet-infecteuze ontsteking van het luchtwegslijmvlies. Dit leidt
to abnormale gevoeligheid voor prikkels; bronchiale hyperreactiviteit (BHR). De ontsteking
leidt tot luchtwegvernauwing door samentrekking van het gladde spierweefsel in de
bronchuswand, slijmvlieszwelling en slijmproductie. Prikkels die BHR kunnen uitlokken zijn
inspanning, koud, virusinfectie, scherpe geuren, allergenen (huisstof, schimmels, pollen,
dierlijke huidschilfers). Het kind ervaart vaak een plotseling toenemende benauwdheid
(astma-exacerbatie). Het kind met licht astma heeft minder dan één keer per maand
exacerbaties en minder dan twee tot drie keer per week een luchtwegverwijdend medicijn
nodig. Het kind met matig astma heeft regelmatig astmaklachten en één keer per week tot
één keer per maand exacerbaties. Een kind met ernstige astma heeft meer dan eens per
week exacerbaties en krijgt zijn astma maar moeilijk onder controle met de voorgeschreven
medicatie.
Kenmerkende symptomen bij kinderen zijn: zagende, brommende ademhaling, piepen op de
borst, verlengde expiratie, soms hoesten, nachtelijke hoestbuien, kortademigheid na
inspanning, gebruik van hulpademhalingsspieren, neusvleugelen, vermoeidheid door onrust
en slechter slapen, slechter drinken en/of eten. Bij kleuters staan hoesten en zagen op de
voorgrond, bij het ouder worden treedt het piepen op de borst op de voorgrond ten gevolge
van de luchtwegobstructie.
Tekenen van ernstige astma zijn: te kortademig om te eten of te spelen, intrekkingen en
gebruik van hulpademhalingsspieren, ademfrequentie >50/min (2-5 jaar), ademfrequentie
>30/min (>5 jaar), polsfrequentie >140/min, stille thorax.
Tekenen van levensbedreigende astma: verminderd bewustzijn/geagiteerd gedrag,
(dreigende) uitputting, sterk verminderde ademarbeid, gasping, zuurstofsaturatie <88% in
lucht of zichtbare cyanose, stille thorax.
De diagnose astma is bij zeer jonge kinderen niet met zekerheid te testen omdat de
longfunctietesten niet goed uitgevoerd kunnen worden. De arts kijkt naar erfelijke aanleg, het
recidiverend optreden van de astma klachten en het aanslaan van de medicamenteuze
therapie. De diagnose kan met zekerheid gesteld worden bij kinderen vanaf 6 jaar. De
meeste kinderen met astma zijn allergisch, de allergie wordt aangetoond met bloedanalyse
en huidtest.
Medicatie bij astma bestaat uit corticosteroïde (beclomethason), bronchodilatoren (serevent),
anti-allergenen (montelukast) en/of de slijmproductie afbreken (fluimicil).
Bij exacerbatie zijn de luchtwegen zo smal en weinig doorgankelijk dat een kind erg
benauwd wordt. Zo snel mogelijk luchtwegverwijdende medicatie toedienen geeft vaak
, verlichting van de klachten. De eerste stap is het geven van salbutamol door midden van een
dosisaerosol en voorzetkamer.
Een puf staat voor het afvuren van een medicatiegift per verstuiver. Meestal gebruiken
kinderen ene voorzetkamer met mond-neusmasker. Het is belangrijk niet meerdere pufjes
tegelijk in de voorzetkamer te spuiten en schud de dosisaerosol na elke puf opnieuw. Er zijn
vijf effectieve ademhalingen nodig voor een goede inname.
Bij het vernevelen wordt een vloeistof omgezet in een nevel, zodat deze geïnhaleerd kan
worden. Kinderen kunnen erg van streek raken van zo’n dampend masker dat tegen hun
gezicht wordt gehouden. Door het huilen slaat het medicijn neer in de mond. Uit onderzoek is
gebleken dat de effectiviteit van puffen gelijk is aan het resultaat van vernevelen. Bij een
saturatie van <93% wordt zuurstof gegeven en worde de pufjes gestopt. Veel
verpleegkundigen en kinderartsen vinden dit een te hoge grenswaarde. Het is te overwegen
in deze situatie toch pufjes te proberen in combinatie met de zuurstoftherapie.
0-3 jaar Speen hoeft niet uit de mond gehaald te worden als het ventielklepje zichtbaar
heen en weer gaat, neus dient vooral te worden schoongemaakt en gedruppeld
3-5 jaar De nadruk komt te liggen op het voorkomen van exacerbaties door het
herkennen van symptomen en situaties die een aanval kunnen uitlokken.
6-12 jaar Kunnen zich gaan schamen voor het feit dat ze medicijnen nodig hebben. Het is
belangrijk dat het kind inziet dat het door de medicatie kan meedoen met zijn
klasgenootjes. Het kind moet leren zelf symptomen te herkennen en zelf
medicatie toe te dienen.
Pubers Pubers zijn vaak theraptieontrouw.
What is Cystic Fybrosis
Cystic Fybrosis (CF) is één van de meest voorkomende levensbedreigende erfelijke
ziekten. Het is een autosomaal monogeen recessieve aandoening waarvoor op dit moment
geen behandeling bestaat. Het gemuteerde gen dat verantwoordelijk is voor deze ziekte zit
op chromosoom 7 en heet het Cystic Fibrosis transmembrane huidgeleiding regulator
(CFTR) gen. Er zijn meer dan 1000 ziekte-geassocieerde mutaties van dit aminozuur
gevonden. Sommige mutaties leiden tot ernstige ziekte invloed van vele orgaansystemen,
terwijl andere mutaties milde symptomen produceren. Het CFTR-gen regelt en
vergemakkelijkt het vervoer van elektrolyten in de epitheliale celmembranen (door middel
van slijm. Het CFTR-ren gen is normaal gesproken verantwoordelijk voor de productie van
het CFTR-eiwit. Erfelijke, recessieve aandoening die ongeneeslijk is. Mutatie in het CFTR-
gen. Dit gen is normaal gesproken verantwoordelijk voor de productie van het CFTR-eiwit.
Dit eiwit zorgt voor een soort chloorkanaaltjes in de epitheelcellen. Een gestoorde functie
hiervan geeft verminderde secretie van chloor en daardoor gaat er ook minder water mee de
cel uit richting het lumen. Dit veroorzaak een verhoogde viscositeit (taaiheid) van slijm in
verschillende organen, met name pancreas en longen, maar speelt eigenlijk in het hele
lichaam. Dit zorgt ervoor dat slijm afvalstoffen en enzymen goed kunnen vervoeren. Bij een
mutatie in CFTR is het slijm niet goed in staat afvalstoffen en enzymen te vervoeren en
hoopt het zich op en kan het makkelijk ontstekingen veroorzaken. De meeste mensen met
CF leiden aan chronische long infecties. Geleidelijke afname van de ademhalingsfunctie en
uiteindelijk respiratoir falen, is de meest voorkomende oorzaak van sterfte.
Symptomen: verhoogde gevoeligheid voor longinfecties, hardnekkig hoesten en meer
sputum productie. De vele ontstekingen leidt tot schade aan de longen wat resulteert in
bronchiëctasie (constante verwijding en irritaties in delen van de longen), pulmonale
hypertensie en hypoxie. CF kan ook leiden tot verlies van nutriënten door de progressieve
littekens van de alvleesklier, die wordt gedroogd op een wijze vergelijkbaar met die van de
longen.
Klaar voor de overstap met Ready, Steady, Go
Het proces van voorbereiding, overdracht en nazorg wordt ook wel transitie in zorg
genoemd. Deze transitie blijkt niet altijd goed te verlopen. Een aanzienlijk deel van de