Hoorcolleges aansprakelijkheidsrecht 2021
Inhoudsopgave
HOORCOLLEGE 1 - CLAIMCULTUUR, ONRECHTMATIGHEID, TOEREKENBAARHEID..................................................2
HOORCOLLEGE 2 - CAUSAAL VERBAND, CAUSALITEITSONDERZEKERHEID, OMVANG VAN DE SCHADE.........................4
HOORCOLLEGE 3 – EIGENSCHULD & MEDESCHULD.......................................................................................8
HOORCOLLEGE 4 – SCHADE(VERGOEDING) 1: MATERIËLE SCHADE...................................................................9
HOORCOLLEGE 5 – RELATIVITEIT............................................................................................................14
HOORCOLLEGE 6 – KWALITATIEVE AANSPRAKELIJKHEID...............................................................................17
HOORCOLLEGE 7 – AANSPRAKELIJKHEID VAN DE WERKGEVER VOOR ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN........20
HOORCOLLEGE 8 – SCHADEVERGOEDING 2: IMMATERIËLE SCHADE.................................................................23
HOORCOLLEGE 9 – MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID....................................................................................27
HOORCOLLEGE 10 - CLIMATE CHANGE LITIGATION (KLIMAATZAKEN)..............................................................29
1
,Hoorcollege 1 - Claimcultuur, onrechtmatigheid, toerekenbaarheid
Lynch v. Freeman
United States Court of Appeals,
Sixth Circuit, April 28, 1987, 817 F.2d 380
“The portable toilets were dirty, often had no toilet paper or paper that was soiled, and were not equipped with
running water or sanitary napkins. In addition, those designated for women had no locks or bolts on the doors
and one of them had a hole punched in the side. To avoid using the toilets, Ms. Lynch began holding her urine
until she left work. Within three days after starting work she experienced pain and was advised that the practice
she had adopted, as well as using contaminated toilet paper, frequently caused bladder infections.”
“Anatomical differences between men and women are "immutable characteristics," just as race, color and national
origin are immutable characteristics. When it is shown that employment practices place a heavier burden on
minority employees than on members of the majority, and this burden relates to characteristics which identify
them as members of the protected group, the requirements of a Title VII disparate impact case are satisfied.”
NIK-O-Lok Co. V. Carey
378 N.Y.S.2d 936 (1976) :
"It is a discriminatory tax, in that women often have no choice but to use these pay facilities, while men
frequently have access to free toilet facilities."
Verschillen USA en NL
1. procesgerelateerde verschillen
- Contingency fee(1) en American rule (2) (1).no que no pay. Dus als je niet wint heb je geen
advocatenkosten. Dit leidt ertoe dat mensen sneller een zaak beginnen. (2) betekent dat je de
proceskosten van de aner niet hoeft et btealen als je verliest
- Collateral source voordeelsverrekening wordt niet gebruikt in USA.
- Punitive damages bedrag dat bovenop de echte schade/vergoeding wordt toegekend
- Jury rechtspraak zij zijn gevoelig voor leed van het slachtoffer.
- Class action
2. sociale verschillen
- sociale zekerheid
- mentaliteitsverschil
Punitive damage
‘Een bedrag dat aan de eiser in een civiele zaak wegens onrechtmatig gedrag van de gedaagde bovenop de
‘normale’ schadevergoeding wordt toegewezen en dat strekt tot vergelding van het onrecht en tot preventie van
toekomstig onrecht van de dader en anderen.’
Vb. Grimshaw v. Ford Motor Co. (Ford Pinto), 1981, 174 Cal. Rptr. 348
= Bedrag dat bovenop de vergoeding wordt toegekend.
Voordelen
Beter toezicht
Veiligere producten (waarschuwingen)
Preventie, kostenbesparing
Sociale rechtvaardigheid
Nadelen
Defensive medicine dingen die hard nodig zijn komen minder snel op de markt omdat producenten bang zijn.
Door die extra lange testen is dit duurder dus zijn de uiteindelijke kosten ook duurder.
Onverzekerbaarheid of oververzekering
Geen innovatie
Hoge kosten
Producenten van corona vaccins hebben immuniteit in VS. Overheid neemt dan schadeclaim over.
Onrechtmatigheid (art. 6:162 lid 2 BW)
Onrechtmatigheid:
- betreft het gedrag
- objectief beoordelen
Inbreuk op een recht
Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
Doen of nalaten in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt
Opvattingen over onrechtmatigheid
1. Gedraging is zelf een inbreuk: onrechtmatigheid gegeven (behoudens rechtvaardigingsgrond)
2
, Gedraging is zelf geen inbreuk maar leidt tot letsel of zaakschade: toetsen aan ongeschreven
zorgvuldigheidsnormen
2. leer Smits: zorgvuldigheidsnorm is het enige criterium
Toerekenbaarheid (art. 6:162 lid 3 BW)
Toerekenbaarheid:
- betreft de dader
- subjectief en persoonlijk
- NB. verkeersopvattingen: objectivering
Schuld: verwijtbaar en vermijdbaar (culpa levissima volstaat)
Risico:
- wet (art. 6:165 BW: mits een doen)
- verkeersopvattingen
Gesubjectiveerde onrechtmatigheid
Voorbeelden uit de jurisprudentie:
- Struikelende broodbezorger HR 22 november 1974, NJ 1975, 149
- Taxusstruik HR 22 april 1994, NJ 1994, 624
Gevaarzetting en waarschuwingsverplichting
Kelderluik criteria:
- Ernst van de te verwachten schade
- Kans dat de schade intreedt
- Bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen (feitelijke mogelijkheid, gebruikelijkheid, bezwaarlijkheid)
- Mate van de te verwachten onoplettendheid en onvoorzichtigheid van anderen
Waarschuwingsverplichting: een zorgverplichting die in bepaalde gevallen bepaalde personen of organisaties rust
om binnen zekere grenzen te voorkomen dat een ander schade lijdt.
Waarschuwingsverplichting
Wanneer?
- Kennis of kenbaarheid van gevaar
- Maatregelen niet mogelijk:
Gevaar kan niet op andere wijze worden weggenomen
Gevaar niet waarneembaar of onbekend verschijnsel
Waarvoor?
Uitgangspunt: het te verwachten gedrag
Bijv. te verwachten gebruik van het product, art. 6:186 lid 1
Factoren o.a.:
Doel en aard van het product; ernst en bekendheid van het gevaar
NB. Geen aansprakelijkheid voor onvoorzienbaar gebruik/gedrag
Wie:
- de onwetende gebruike
- deskundige
Op welke wijze?
- Gericht op je publiek
- Waarneembaar en opvallend
- Effectief: gedragsbeïnvloedend
HR 28 mei 2004, NJ 2005, 105 (Jetblast)
“Voor het antwoord op de vraag of een waarschuwing kan worden beschouwd als een afdoende maatregel met
het oog op bescherming tegen een bepaald gevaar, is van doorslaggevende betekenis of te verwachten valt dat
deze waarschuwing zal leiden tot een handeling of nalaten waardoor dit gevaar wordt vermeden.” (r.o.
3.4.3)
Pictogrammen geven ook veel informaie. Je moet inzichtelijke maken wat het gevaar is via bijv. Pictogrammen.
Is een bord/waarschuwing ‘jetblast-proof’?
Factoren bij ontstaan claimcultuur
- juridisering samenleving
- complexere samenleving: meer risico’s
- minder vertrouwen sociale zekerheid
- minder sociale angst
- verzekeringen
3
, Nieuwe risico’s, nieuwe claims?
- Straling
- computergerelateerde aansprakelijkheid
- nanotechnologie
- artificial Intelligence
- toezichthouders
- bacteriën en virussen
- vaccinatieschade
- nieuwe beroepsziektes
- klimaatsverandering
Hoorcollege 2 - Causaal verband, causaliteitsonderzekerheid, omvang van de
schade
A-G Spier:
“Het causaal verband is één van de lastigste onderdelen van het aansprakelijkheidsrecht”
Conclusie voor London/Delta Lloyd, HR 18 december 2009, NJ 2012, 614.
Causaal verband
Uitgangspunt: csqn
Vervolgens: TNR
Csqn-verband moet in beginsel door de eiser worden bewezen (art. 150 Rv j ̊ art. 6:74 /162 BW)
Afwijkingen mogelijk:
- vgl. o.a.: art. 6:99 BW, de "omkeringsregel“ en proportionele aansprakelijkheid
TNR
= rechtsvraag
bewijslevering als zodanig niet aan de orde (althans niet door eiser)
zie HR 2 oktober 1998, NJ 1998/831 (Nacap/Shellfish)
Welke schade feitelijk door iemands onrechtmatige daad of wanprestatie is veroorzaakt, plegen we vast te stellen
aan de hand van het condicio sine qua non-criterium
Vraag: welke mate van zekerheid is vereist voor het aannemen van causaal verband c.q. csqn-verband?
HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1353; vlam in de pan?
- Rov. 4.2 > o.a.: “de deskundige heeft opgemerkt dat een andere oorzaak van de brand niet geheel kan
worden uitgesloten, maar blijkens zijn rapport ontbreken concrete aanwijzingen voor een andere oorzaak
en bevat het rapport van deskundige [C] dienaangaande “slechts aannames”.
- “Het oordeel van het hof (...) komt erop neer dat ondanks de in 4.2 genoemde omstandigheden zoveel
onzekerheid over het causaal verband is blijven bestaan dat dit verband niet kan worden aangenomen.
Dat oordeel is zonder nadere motivering onbegrijpelijk, nu uit die omstandigheden zonder meer kan
volgen dat de brand is veroorzaakt doordat de vlam is geslagen in een pan met brandbaar materiaal en
het hof niet in de motivering van zijn oordeel heeft betrokken hoe waarschijnlijk het is dat de brand door
een andere oorzaak is ontstaan.” Klacht treft doel.
X c.s./Erasmus MC; HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2987, NJ 2017/133:
- Ter beoordeling van het causaal verband tussen de normschending en de gestelde schade dient een
vergelijking te worden gemaakt tussen de feitelijke situatie na de normschending en de hypothetische
situatie zoals die geweest zou zijn als de normschending zou zijn uitgebleven.
- Wat de feitelijke situatie betreft, gaat het om de vaststelling van hetgeen daadwerkelijk is voorgevallen.
- Wat de hypothetische situatie betreft, gaat het om de vaststelling van wat feitelijk zou zijn gebeurd
zonder de normschending. Voor die hypothetische situatie dient dus niet te worden uitgegaan van de
norm van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot, maar van de behandeling die
feitelijk zou hebben plaatsgevonden, zij het dat daarbij wel uitgangspunt moet zijn dat geen
normschending zou hebben plaatsgevonden.
HR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 (Schietincident Alphen aan de Rijn)
- “3.2.1 Onderdeel 2 keert zich tegen de verwerping door het hof in rov. 9.2 van het betoog van de Politie
dat condicio sine qua non-verband ontbreekt tussen het aan de schutter verleende verlof om een
vuurwapen voorhanden te hebben en het schietincident omdat de schutter zonder het verlof op andere
wijze (illegaal) aan een wapen zou zijn gekomen en het incident eveneens zou hebben plaatsgevonden.
Het hof heeft de verwerping van dit betoog gegrond op de overweging dat het oorzakelijk verband
tussen het verlof en de schade niet wordt verbroken doordat zich andere feiten hadden kunnen
voordoen die eveneens tot een zodanige schade zouden hebben geleid.
- 3.2.2 In het midden kan blijven of deze overweging van het hof juist is, nu de stukken van het geding
geen andere conclusie toelaten dan dat de Politie haar betwisting van het condicio sine qua non-verband
4