Organisatie & Omgeving samenvatting tentamen
Wet van de vraag= als er sprake is van 2 identieke producten, zal de verkoop
van het ene product toenemen naarmate de prijs van dat product daalt en de
prijs van het andere product gelijk blijft
Prijselastische vraag= het verlagen van de prijs kan resulteren in een stijging
van de verkopen
Totale kostenfunctie: geeft de relatie weer tussen de totale kosten die gemaakt
zijn en de geproduceerde output binnen een bepaalde periode
- Efficiënte relatie= verhouding tussen het toenemen van de productie en het
toenemen van de kosten: wat de laagst mogelijke totale kosten zijn die een
bedrijf heeft bij een bepaalde output
Vaste kosten= kosten die constant blijven wanneer de output toeneemt
Variabele kosten= kosten die toenemen wanneer de output ook toeneemt
- Semi-vaste kosten= kosten die vast zijn binnen een bepaald bereik een
variabel op andere bereiken
- Of kosten vast of variabel zijn, hangt af van de periode waarin de beslissing
over de output genomen wordt
Gemiddelde kostenfunctie: gemiddelde kosten per eenheid
- Totale kosten / output TC / Q
Schaalvoordelen/ economies of scale= wanneer de gemiddelde kosten per
eenheid dalen als de output toeneemt
Schaalnadelen/ diseconomies of scale= wanneer de gemiddelde kosten per
eenheid stijgen als de output toeneemt
Constante schaalvoordelen (constant returns to scale)= wanneer de
gemiddelde kosten per eenheid gelijk blijven als de output stijgt
Minimum efficiënte schaal= het laagste outputniveau waarbij schaalvoordelen
verkregen kunnen worden
Marginale kosten= kosten die extra ontstaan wanneer er precies 1 eenheid
meer geproduceerd wordt
- Incrementele kosten
Gemiddelde kosten en marginale kosten
- Als de gemiddelde kosten afnemen bij een toename in output, zijn de
marginale kosten lager dan de gemiddelde kosten
- Als de gemiddelde kosten toenemen bij een
toename in output, zijn de marginale kosten hoger
dan de gemiddelde kosten
- Als de gemiddelde kosten het minimum punt
bereiken, zijn de marginale kosten gelijk aan de
gemiddelde kosten
Compenseren/ offsetting= als variabele kosten
stijgen wanneer de output toeneemt
,Verzonken kosten= kosten die niet vermeden kunnen worden
- Niet hetzelfde als vaste kosten
Vermijdbare kosten= kosten die wel vermeden kunnen worden door andere
keuzes te maken
Prijselasticiteit= hoe gevoelig de vraag is voor prijsveranderingen
Om meer eenheden te verkopen, moet een bedrijf zijn prijs verlagen er
ontstaan extra opbrengsten, maar bedrijf verliest ook opbrengsten doordat
eenheden tegen hogere prijs verkocht hadden kunnen worden opbrengsten-
vernietigingseffect
- Marginale opbrengsten zijn hierdoor altijd lager dan de prijs
Strategie= beslissingen voor de lange termijn, beslissingen over boundaries,
markets, positioning, en de interne organisatie, die gezamenlijk het succes of
falen van een onderneming bepalen
Boundaries of the firm: gaan over wat de onderneming doet
- Horizontaal: hoe groot is het bedrijf, welke markt wordt bediend
- Verticaal: wat doet het bedrijf zelf, wat is uitbesteed
- Corporate: de set van ondernemingen die verschillende markten bedienen
Markets and competitive analysis= het begrijpen (en analyseren) van de
markten waar je actief bent
- Positioning and dynamics: hoe en waarom de onderneming concurreert en
hoe de onderneming middelen en bekwaamheid krijgt om te kunnen
(voort)bestaan
- Internal organization: de inrichting van de onderneming om de strategie te
kunnen uitvoeren en het toewijzen en gebruiken van middelen (resources)
Verticale integratie= het opnemen in het bedrijfsproces van een andere stap
uit de productieketen of het dienstenproces
- Bedrijf neemt bijv. leverancier over
- Niet altijd de beste oplossingen: door specialisatie als er organisaties zijn die
zich focussen op een bepaalde productiestap, kunnen ze die productiestap
veel efficiënter uitvoeren dan een organisatie die alles tegelijk en zelf doet
Business in 1840
- Voornamelijk familiebedrijven, hoge mate afhankelijk van tussenpersonen,
veel bedrijfsrisico, informatie moeilijk toegankelijk
- Gebrekkige infrastructuur op alle domeinen
- Transport: schip, paard en wagen, lange reizen, veel risico
- Communicatie: post, hoge kosten, duurt lang
- Financiering: krediet, voor kleine bedrijven moeilijk, veelal op basis van
sociale relatie en niet op bedrijfsplan
- Bedrijven waren gedwongen om in kleine lokalen markten te werken
investeren in productie op grote schaal te risicovol
- Technologie verhinderde dat de productie veel verder ging dan de traditionele
niveaus op lokale markten.
- Groeiende markt en technologische ontwikkelingen waren een voorwaarde om
de snelheid en volumes van de productie verbeteren en vergroten
,- De beperkte transport- en communicatie-infrastructuur zou investeringen in
grootschalige productie te riskant hebben gemaakt, zelfs als de
productietechnologie dit zou toelaten.
- Marktvraag en technologische ontwikkeling waren nodig voordat er op hoge
snelheid en in grote hoeveelheden geproduceerd en gedistribueerd kon
worden.
Infrastructuur
- Het ontbreken van een moderne infrastructuur beperkte de economische
activiteit in 1840 slechte communicatie- en transportinfrastructuur hoger
risico voor bedrijven om op een te grote markt te opereren minder productie
op grote schaal
- Transport, communicatie en financiering die het bedrijf nodig heeft voor het
produceren en leveren van producten
Communicatie
- Via post paard en wagen
Business in 1910
- Opkomst van massaproductie en grote ondernemingen, georganiseerd als M-
structuur, multidivisonal en verticale integratie
- Grote nadruk op treinverkeer
- Telegraaf/telefoon zorgt voor snellere communicatie
- Hogere mate van standaardisatie doordat er nieuwe technologieën waren
- Financiering wordt beter toegankelijk en aandelen van grote ondernemingen
worden verhandeld
- Opkomst massaproductie en verbetering van distributie bedrijven
gedwongen om te reorganiseren en horizontaal en verticaal te integreren
- Collusie (geheime samenwerking tussen bedrijven) nam toe door de
groei van verticale en horizontaal geïntegreerde bedrijven
Multi-Divisional Form (M-form)= er is een overkoepelend management
aanwezig (de bovenkant van de M die alles bindt), en daaronder opereren
allemaal semi-autonome divisies die deels aangestuurd worden door het
overkoepelende management en deels zelf beslissingen maken (onderkant van
de M)
Nieuwe technologieën maakten een groter volume van gestandaardiseerde
productie mogelijk, terwijl de groei van het spoorwegsysteem de betrouwbare
distributie van gefabriceerde goederen naar een nationale markt mogelijk
maakte.
- Verbeteringen in transport en communicatie grootschalige nationale
markten
- Innovaties in productietechnologie kosten per eenheid verlagen d.m.v.
grootschalige productie
Infrastructuur
- Markt, faciliteiten en productie werd uitgebreid
- Spoorwegen: sneller en meer betrouwbaar transport
Financieel
- Opkomst van verschillende financiële instellingen zorgde ervoor dat bedrijven
op grote schaal konden uitbreiden
, Business in het nu
- Niet meer zo groot mogelijke ondernemingensamenwerken en allianties
aangaan
- Informatie is nu goed toegankelijk, snel beschikbaar en in overdaad aanwezig
- Naast het gebruik van treinen voor vervoer van middelen en mensen nu ook
weg- en vliegverkeer van cruciaal belang
- Volwassen financiële markten
- Overheid heeft regulerende en sturende rol
Infrastructuur
- Communicatie, transport en computertechnologieën mogelijk om op
wereldwijde schaal activiteiten te coördineren
- Onderlinge afhankelijkheid toegenomen
Globalisatie= het proces waarbij landen of organisaties gesynchroniseerd
worden op economisch, politiek en cultureel vlak.
- Steeds meer activiteiten vinden plaats tussen verschillende, zoals handel,
migratie, contacten, investeringen, etc. organisaties over de hele wereld
zijn meer met elkaar verbonden zijn organisaties zijn steeds makkelijker
beïnvloed worden door globale gebeurtenissen
Manier waarop ondernemingen zijn georganiseerd zijn veranderd over de jaren
heen
- Door veranderingen in de omgeving!!!
- Transport, communicatie, financieel, productietechnologie, overheid
Marktomstandigheden en infrastructuur beperken de manier waarop zaken
kunnen worden gedaan en de strategische keuzes die de meeste managers
kunnen maken. Naarmate deze omstandigheden veranderen, veranderen ook
optimale bedrijfsstrategieën.
Hoewel de aard van het zakendoen sinds 1840 dramatisch is veranderd, is het zo
dat succesvolle bedrijven altijd consistente principes hebben toegepast op hun
zakelijke omstandigheden
Succesvolle strategieën resulteren uit het toepassen van consistente principes op
veranderde bedrijfsomstandigheden
Horizontal boundaries= verwijzen naar hoeveelheid van producten (scale) en
variatie aan producten (scope) geproduceerd door een onderneming
Economies of Scale
- Schaalvoordelen= kostenvoordelen die behaald worden door
ondernemingen wanneer zij op een bepaalde hoeveelheid produceren
- Wanneer de marginale kosten lager zijn dan de gemiddelde kosten
- Gemiddelde kosten dalen tezamen met een stijging van de output
- Diseconomies of scale gemiddelde kosten stijgen met een stijging van de
output
Schaalvoordelen kunnen:
- Kostenvoordelen geven
- De marktstructuur en toegang tot de markt bepalen
- Invloed hebben op de interne organisatie van een onderneming
- De horizontale grenzen van een onderneming bepalen