Europees Economisch Recht (intern marktrecht)
HC1 – Interne Markt & Vrij verkeer van goederen I: tarifaire belemmeringen
Opzet van het college
Algemene aspecten van de interne markt
Vrij verkeer van goederen I: tarifaire belemmeringen
Oplossen van de casus
Artkel 26e VWEU頀
1. (...)
2. De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen,
diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen.
3. (...)
Vrij verkeer van personen:
1. Burgerschap van de Unie (niet economisch actef)
2. Werknemer
3. Vrijheid van vestging
Twee soorten verbodsbepalingen:
1. Vrijverkeer bepalingen (negateve integrate: verbod op belemmeringen/discriminate)
Gericht tot de overheid
Positeve integrate: de verplichtng iets te doen
2. Mededingingsbepalingen (artkel 101-102 VWEU)
Gericht tot bedrijven
Verminderde concurrente, nadelig voor de consument
Grensoverschrijdend element vereist voor Europees recht
- Grensoverschrijdend element: gaat iets of iemand de grens over?
,Dienst:
1. Dienstverlener gaat over de grens
2. Ontvanger gaat de grens over
3. Alleen de dienst gaat de grens over (bijv. tv)
EU recht niet van toepassing op puur interne situates. Gevolg: volgens het EU recht is omgekeerde discriminate
toegestaan
- Een Lidstaat mag zijn eigen onderdanen slechter behandelen dan andere EU burgers (in beginsel)
- ‘’Pieter kan geen beroep doen op vrij verkeer in A’dam, Pierre wel’’
Belemmeringen van de fundamentele vrijheden:
1. Protectonistsche maatregelen
o Doel regeling puur bescherming eigen markt / werkgelegenheid
2. Dispariteiten (verschillen) tussen de natonale weten en regels van de lidstaten
o Verschillende eisen gesteld door weten andere lidstaten
o Belemmeren handel, vrij verkeer van goederen – slecht voor de economie
Oplossing dispariteiten = harmonisate (meestal richtlijnen, soms een verordening) positeve integrate
- Zolang nog niet geharmoniseerd is, kunnen landen eigen regels houden, die – als ze gerechtvaardigd zijn – de handel
kunnen belemmeren (artkel 33 VWEU)
Zodra een onderwerp geharmoniseerd is moet aan de EU-richtlijn getoetst worden, en niet meer aan het VWEU
Vrij verkeer van goederen, defnite van het begrip ‘GOED’
- Zaak 7/38, Commissie/Italië of C-2/90, Commissie/België
‘Alle op geld waardeerbare zaken die het voorwerp kunnen vormen van handelstransactes’
Elektriciteit wel, uitzondering voor wapens en andere illegale zaken (zie ook sofdrugs HvJ Josemans)
Ander uitspraken: ‘waren’, ‘voorwerpen’
Advocaat-Generaal bij het Hof van Justte: ‘fysiek tastbaar’
EU, douane-unie: als een goed rechtmatg de grenzen van de EU is binnen gekomen, dan moet het daarna ook vrij door de
hele Unie kunnen bewegen
- Dus de Unie heef nog wel een gemeenschappelijk douanetarief aan de buitengrenzen van de Unie
Twee soorten belemmeringen:
1. Tarifair (geldelijk)
2. Non tarifair
,Is er harmonisate: toetsen aan de EU-richtlijn! (niet meer aan het verdrag)
Artkel 30 VWEU
- Bijna geen uitzonderingen verbod op in- en uitvoerrechten & hefngen van gelijke werking
- Financiële belemmeringen aan de binnengrenzen zijn in beginsel verboden
Andere tarifaire belemmering (artkel 110 VWEU): binnenlandse belastngen (die buitenlandse producten zwaarder trefen)
Tarifaire / fnanciële belemmeringen
Invoerrechten en uitvoerrechten (ook wel douanerechten)
Artkel 30 VWEU: In- en uitvoerrechten of hefngen van gelijke werking zijn tussen de lidstaten verboden. (…)
Binnenlandse producent wordt bevoordeeld doordat de buitenlandse producten duurder worden (invoerrechten)
Uitvoerrechten: vaak een iets ander doel
- Inkomsten voor de overheid
- Uitvoerhefngen kunnen de wereldmarktprijs beïnvloeden (als je een groot land bent)
Defnite van het begrip ‘hefng van gelijke werking’
- Zaak 24/38, Commissie/Italië r.o. 9
‘o.a. () een eenzijdig opgelegde geldelijke last (…), die wegens grensoverschrijding op goederen wordt gelegd en die geen
douanerecht is in eigenlijke zin’
- Eenzijdig: onvrijwillig, zonder tegenprestate
- Geen douanerecht in eigenlijke zin (maar zelfde efect: benadelen concurrenteposite buitenlandse producten)
Kernmerken van een hefng van gelijke werking
1. Iedere geldelijke last
2. Die eenzijdig door de overheid wordt opgelegd
o Eenzijdig: geen tegenprestate
o Uitzondering retribute: niet eenzijdig, want vrijwillig (en tegenprestate geleverd)
o Tweede uitzondering voor controles uitgevoerd met betrekking tot Unierecht (alleen de werkelijke kosten
mogen in rekening gebracht worden)
3. Die wegens grensoverschrijding (in- of uitvoer) over goederen wordt geheven
4. Die geen douanerecht in eigenlijke zin is (maar dus wel hetzelfde efect heef)
Hefngen waarop artkel 30 VWEU niet van toepassing is
1)Retributes (Zaak 133/82, Commissie tegen Luxemburg )
2)Hefngen die betaald moeten worden voor keuringen door het EU recht voorgeschreven (Zaak 43/73, Bauhuis)
Ongeacht naam, hoogte of bestemming
- Voor bestemming zie ook Diamantonds-arrest
Artkel 110 VWEU: binnenlandse belastng
, Artkel 110 VWEU alinea 1 is geschonden, indien bij gelijksoortge producten de belastng op ingevoerde goederen hoger is
dan op binnenlandse goederen
Artkel 110 VWEU alinea 2 is geschonden, indien bij concurrerende producten de belastng een protectonistsch efect
heef
Alinea 1: gelijksoortg
- Wat is dan gelijksoortg?
- Hublot, HvJ 112/84
o Hogere belastng bij meer PK
o Hof: wel gelijksoortge goederen
o Hof: 110 alinea 1 geschonden, belastng benadeelde Duitse auto’s
Alinea 2: Commissie/VK 170/78
- Tarief zou de situate zoals die op dat moment is bevriezen, consumentenvoorkeur zal kunnen veranderen
- Is een product gelijksoortg? Bekijken ook vanuit de consument (?)
& Commissie/Frankrijk 108/78
- Zijn cognac en whisky gelijksoortg?
- In ieder geval is zeker dat ze concurreren en de regel is duidelijk bedoeld om cognac te bevoordelen ten opzichte van
whisky
& Commissie/Griekenland C-230/89
- Niet focussen op afzet binnen één lidstaat, maar hele wereld/unie
- Niet verstarren van huidige voorkeuren in één lidstaat door hefen hogere belastng
Gelijksoortge producten:
- Er moet een identek belastngtarief zijn
Concurrerende producten:
- Objecteve criteria (geen protectonisme), progressief belastngstelsel wel mogelijk
Verschillen artkel 30 en 110 VWEU (het is het één of het ander, niet beide van toepassing)
- Artkel 30 VWEU:
o Opgelegd omdat de producten de grens overgaan
o Alle hefngen verboden (slechts twee uitzonderingen)
- Artkel 110 VWEU:
o Alleen binnenlandse stelsels
o Belastng hefen mag in beginsel wel (alleen niet protectonistsch of bevoordelend)
Oplossing van de casusposite
1. Is er sprake van een grensoverschrijdend element? (is het EU recht wel van toepassing)
o In casus wel: marmer van EU naar NL
2. Welke vrijheid is in het geding?
o Vrij verkeer van goederen
3. Wat voor soort belemmering?
o Tarifair of non tarifair?
o In casus tarifair (want geld)
4. Is er sprake van harmonisate?
o Niet genoemd in de casus
o Kijken naar de algemene vrij verkeersbepalingen
5. Artkel 30 VWEU of artkel 110 VWEU?
o Binnenlandse belastng? Nee
o Nee, belastng opgelegd wegens grensoverschrijding dus artkel 30 VWEU
i. Retribute (vrijwilligheid en tegenprestate) niet van toepassing
ii. Ook geen EU keuring
3. Is het nog van belang dat het om een sociaal doel gaat?
o Nee, zie Diamantonds