BEROEPSPROFIEL (1)
Competentee
- Fysiotherapeutssh handelen Anamnese, diagnose stellen, onderzoek, behandeling.
- Communiseren Non-verbaal, verbaal, Jip-en-Janneke taal.
- Samenwerken Interdisciplinair, collega’s, cliënten.
- Kennis/wetensshap delen Evidence Based Practce.
- Maatsshappelijk handelen Cultuur, etniciteit, duurzaamheid, behandel zo kort mogelijk.
- Organiseren Planning, agenda, structuur, beleid, doelen stellen.
- Professioneel handelen Combinate van de competentes bv respect, betrokken..
Vieie op hulpverlening
- Zelfmanagement
In staat zijn om goed om te gaan met medicate, symptomen, behandeling, emotes, lichamelijke en
sociale gevolgen bij een ziekte bv chronische aandoening.. Je moet leren omgaan met de problemen
bv ziekenhuisopname / behandelaar / hobby’s / hulpmiddelen / oefeningen.. De fysiotherapeut
ondersteunt de cliënt daar waar nodig, zoals een acteve rol innemen en doelen formuleren.
- Shared desision making
Gezamenlijke besluitvorming tussen fysiotherapeut en cliënt. De fysiotherapeut geef deskundig
advies die past bij de wensen van de cliënt. De cliënt bepaalt of hij de adviezen wil opvolgen. Hij blijf
dus de regie over zijn eigen leven houden.
- Prevente
De fysiotherapeut let tegenwoordig niet alleen op ziekte en zorg. Hij stmuleert het beweeggedrag
van de cliënt om de partcipate te vergroten, te behouden of de achteruitgang te beperken.
Ontwikkelingen in de gezondheidezorg
- De zorgvraag neemt toe Vergrijzing, culturele diversiteit, meer chronisch zieken, langer thuis.
- Beleidsmatg Kosten beheersen, de zorg verschuif van intra- naar extramuraal.
- Vakinhoudelijk Wetenschap, technologie eHealth = technologie helpt de zorg..
- PROM Vragenlijst om het perspectef van de cliënt over de uitkomsten van
het traject te gemeten patent reported outcome measures..
SPECIALIST IN BEWEGEN (1)
METS (Metabolic Equivalent)
4,0 Trap afopen
Wandelen 5 km/uur
Fietsen 10 km/uur
5,0 Boodschappen doen met zware tas
Dansen
Aerobics
6,0 Trap oplopen
Tennis
Basketbal
6,5 Wandelen 7 km/uur
Fietsen 14 km/uur
Fitnorm 20 min zwaar intensieve lichamelijke actviteit, minimaal 3 keer per week.
Sedentair gedrag Laag energieverbruik 1,5 MET. zoals tv kijken / computeren.
, NNGB (Nederlande Norm Gezond Bewegen)
Jongeren - Iedere dag 60 min matg intensieve lichamelijke actviteit = 5 MET.
- Minimaal twee keer actviteit voor verbetering van lichamelijke ftheid.
Volwassenen - 30 min matg intensieve lichamelijke actviteit = 4 MET.
Minimaal 5 dagen, het liefst iedere dag.
55-plussers - 30 min matg intensieve lichamelijke actviteit = 3 MET.
Minimaal 5 dagen, het liefst iedere dag.
GEZONDHEIDSMODELLEN (1)
ICF-model
Bij partcipate is vaak sprake van een omgevingsfactor, het is niet per defnite een beperking.
Vroeger was er een biomedisshe benadering, er werd alleen gekeken naar het fysieke aspect. Het
was statssh en de focus lag bij ziekte en zorg. Tegenwoordig is er een biopsyshososiale benadering,
het mentale aspect kwam erbij. Het was dynamissh en de focus lag bij gezondheid en gedrag.
- Medisch Afwezigheid van ziekte.
- Biologisch Voortbestaan van soort; aanpassing.
- Psychologisch Geestelijk optmaal voelen.
- Sociaal Maatschappelijk functoneren.
- Humaan Volledig ‘welbevinden’; onmogelijk.
- Huber Positeve gezondheid: ‘’Health as the ability to adapt and to self manage, in
the fase of sosial, physisal and emotonal shallenges’’
• Lichaamsfunctes • Mentaal welbevinden
• Dagelijks functoneren • Zingeving
• Sociaal maatschappelijk functoneren • Kwaliteit van leven
GRONDMOTORISCHE EIGENSCHAPPEN (1)
Krasht (N)
- Maximale kracht Fmax. Grootste kracht die een spier kan ontwikkelen bij één
contracte, met het begrip 1 RM repettemaximum.
- Snelkracht Hoogste contractesnelheid uitvoeren bv sprinten.
- Explosieve kracht Maximale versnelling van de contracte bv startblok.
- Krachtuithoudingsvermogen Vaker achtereen uitvoeren van een contracte bv traplopen.
Lenigheid
- Maximale bewegingsuitslag Flexibiliteit / bewegingsuitslag in gewrichten, met het begrip
ROM range of moton, bewegingsuitslag.