GEEN H12, H16 & H17
Beeld is in dit boek een verzameling van alle communicatiemiddelen die niet primair tekst
zijn.
Beeldtaal is de integratie van beeld en vormen (visuele elementen) en woord (verbale
elementen) tot een enkele communicatie-eenheid.
- Te veel of te snel tekst en beeld bij elkaar? Information overload.
Beeldgeletterdheid is de mogelijkheid visuele boodschappen te begrijpen en te produceren
of de vaardigheid om te decoderen, interpreteren, vervaardigen, bevragen en evalueren van
teksten die voornamelijk communiceren met visuele middelen.
Beeldtaal heeft betrekking op twee perspectieven: dat van de maker en dat van de
gebruiker.
Visuele geletterdheid houdt niet alleen in dat we kunnen begrijpen, communiceren,
bekritiseren, produceren, decoderen, interpreteren, evalueren en lezen, maar ook
herkennen en onthouden.
Volgens Anne Bamford kan een beeld geletterd o.a.;
- Het onderwerp van beeld benoemen;
- De betekenis van beeld begrijpen in de culturele context waarin het werd gemaakt
en wordt gebruikt;
- Grammatica, stijl en compositie ervan analyseren;
- De gebruikte technieken analyseren;
- De ethische kwaliteit ervan evalueren;
- De kwaliteit ervan in termen van doel en publiek evalueren.
→ beeldconventies herkennen.
→ stereotypen herkennen die een uiting zijn van vooroordelen over de personen op een
foto.
Bij non-verbale communicatie wisselen mensen of andere levende wezens boodschappen
uit via niet-talige symbolen of tekens, dus ‘zonder woorden.’
Beeld is uitstekend te gebruiken om:
- Plaatsen, organismen en objecten te laten zien die normaal aan onze
belevingswereld onttrekken.
- Grote hoeveelheden data overzichtelijk te maken.
- Moeilijke begrippen te verduidelijken.
- Complexe relaties inzichtelijk maken.
5 voorbeelden van beeldmanipulatie:
- In scene zetten van het gefotografeerde (een situatie nabootsen)
- Bewerken van beelden (bijv. het contrast vergroten)
, - Selectief afbeelden (een beeld achteraf selectief bijsnijden, bijv. door een ex weg te
snijden)
- Verkeerd labelen van een situatie (bijv. door er een verkeerd bij-of inschrijft bij te
plaatsen)
- Manipuleren van een beeld (bijv. door onderdelen zoals mensen toe te voegen of
juist weg te laten.
Prikkelen, emotioneren, vermaken en kwetsen
Plaatjes kunnen prikkelen en de aandacht trekken, maar ook - door de maker bedoelde of
onbedoelde - emoties opwekken of zelfs kwetsen.
Vergelijkingen
Afmetingen
Hoeveelheden
Plaats
In de tijd
Objectieve eigenschappen
Subjectieve eigenschappen
Gestalttheorie
Verklaart de perceptie van visuele communicatie.
- Wat zien we, welke vorm, structuur?
- Hoe komt het dat we zien en onderscheiden wat we zien?
- Hoe komt het dat we andere zaken niet goed onderscheiden?
- Wat zijn de onderdelen van het beeld?
- Wat hoort bij elkaar en wat volgt op elkaar?
Onze hersenen doen meer dan alleen naar plaatjes kijken: ze interpreteren deze, koppelen
de visuele informatie aan andere zintuiglijke waarnemingen - geluid, geur, evenwicht,
veranderingen in de tijd, gevoelsprikkels zoals warmte, kou en pijn, eerdere ervaringen - en
proberen iets zinvols van de binnenkomende boodschappen te maken.
Gestalt zorgt ervoor dat de cognitieve load - de 'brein belasting’ - afneemt.
Volgens de cognitive load theory (Cooper 1990) is ons werkgeheugen buitengewoon
beperkt. Het langetermijngeheugen heeft echter een haast onbeperkte opslagcapaciteit.
Gestalt (totaalbeelden) wetten:
- Wet van eenvoud
'Voorwerpen worden waargenomen in de eenvoudigste vorm.’
- Wet van nabijheid
Zaken die zich in elkaars nabijheid bevinden, beschouwen we gemakkelijker als een geheel
dan zaken die zich verder van elkaar af bevinden.
- Wet van gelijkvormigheid/overeenkomst
Dingen die op elkaar lijken, worden beschouwd als bij elkaar horend.