Oriëntatie op Integrale Veiligheid
Basisboek Integrale Veiligheid
Hoofdstuk 1 Integrale veiligheid
1.2 ‘Veiligheid’ door de eeuwen heen
- Wortels van het begrip veiligheid > Middeleeuwen (ca. 500-1500 na Christus).
- Thomas Hobbes (1588-1679) de oorlog van allen tegen allen, oftewel ieder voor zich.
Historische betekenis van ‘veiligheid’ ging niet om een eenmalig iets maar om
permanente aanhoudende rust en zelfverzekerd te laten zijn.
- Socioloog Norbert Elias (1897-1990) onderzocht op basis van historische
gedragsvoorschriften dat mensen in de periode 1000-1900 steeds netter gedrag van
elkaar gingen verwachten.
- Met de komst van overheden hoefden de mensen zich steeds minder zorgen te
maken over onderdrukking van andere groepen burgers.
- In de Romeinse tijd moest je diefstal tweemaal de waarde vergoeden. Heterdaad was
viermaal. ‘Stelen mag niet’
1.3 Een recente geschiedenis van onveiligheid
(Tweede Wereldoorlog t/m 2000)
We delen de incidenten en crises op in vijf categorieën:
I. Rampen en crises in Nederland (Onder een ramp verstaan we op basis van artikel 1
van het Wet Veiligheid regio’s ‘een zwaar ongeval of andere gebeurtenis waarbij het
leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiele belangen in
ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd waarbij een gecoördineerde inzet
van dienste of organisaties van verschillende disciplines vereist is om de dreiging weg
te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken’).
II. Rampen en crises in het buitenland (De term crisis doelt volgens van Duin (2016) op
het effect van een ramp. Daarbij gaat het in navolging van Rosenthal (1984, p. 25) om
‘een ernstige bedreiging van basisstructuren of van fundamentele waarden en
normen van een sociaal systeem, welke bij geringe beslissingstijd en bij hoge mate
van tijdsdruk noopt tot het nemen van kritieke beslissingen’).
III. Terrorisme (met terrorisme bedoelen we het plegen van aanslagen of dreigen
daarmee met als doel angst en onrust te genereren om zo politieke doelen te
behalen’). (Bakker 2016, p. 370)
IV. Openbare-orderverstoringen (Openbare-orderverstoringen zijn moeilijk objectief te
definiëren. Ze hebben volgens Mein (2016) betrekking op de verstoring van het
reguliere verloop van het leven in een lokale gemeenschap. Het is echter formeel aan
de burgemeester om te beoordelen of de openbare orde wordt verstoord en of er
moet worden opgetreden.)
, Oriëntatie op Integrale Veiligheid
V. Opmerkelijke strafzaken (met strafzaken met sterke publieke verontwaardiging
bedoelen we strafzaken die al dan niet in combinatie met een hoge mate van media-
aandacht tot sterke maatschappelijke verontwaardiging hebben geleid.)
Tot aan de jaren zestig zien we dat veiligheidsincidenten vooral betrekking hadden op de
mijnbouw en vliegtuigrampen. Na de watersnoodramp is de ‘Deltacommissie’ opgezet zij
maken plannen om te voorkomen dat Nederland onder water komt te staan en de veiligheid
van kwetsbare bewoners garandeert. Na de zestigere jaren wordt het onrustiger ‘burgerlijke
ongehoorzaamheid’ er waren veel antiautoritaire rellen die uiteenliepen van activisme naar
extremisme.
In de jaren zeventig en tachtig kwam veiligheid meer in een internationale context te staan
als gevolg van internationale spanningen in de vorm van verschillende gijzelingen en
aanslagen in binnen- en buitenland. Tevens de georganiseerde misdaad met ontvoering van
Freddy Heineken door Willem Holleeder.
In de jaren negentig waren er opvallende moordzaken en grootschalige rellen. De legionella
uitbraak koppelt de relatie tussen ‘veiligheid’ en ‘gezondheid’. Daarnaast staat de jaren
negentig bekend om de Bijlmer-vliegramp van 1992 en de overstromingen in 1993 en 1995.
Vanaf halverwege jaren tachtig nam de overheid maatregelen om het land te verbeteren,
zoals op het gebied van rampenbestrijding, preventie van criminaliteit etc. waarschijnlijk
mede hierdoor ontstond de behoefte aan meer structurele en integrale veiligheid.
In 1993 verscheen de allereerste ‘Integrale Veiligheidsrapportage’ (Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1993)
Vanaf 2000 verandert het wereldtoneel als gevolg van internationaal terrorisme. De 9/11
aanslagen op het WTC en Pentagon in 2001. In eigen land de aanslagen op Pim Fortuyn en
Theo van Gogh en de aanslag op de koninklijke familie in Apeldoorn, 2009. In korte tijd ook
andere crises zoals de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam.
In de jaren 2011-2020 kenden we ook de nodigen rampen zoals de MH17 ramp en de
processen tegen Willem Holleeder en Ridouan Taghi, met veel vergismoorden, aanslagen op
advocaten en van fam. van kroongetuigen. Ook waren en in korte tijd drie vermissingen van
jonge vrouwen met dodelijk afloop. Maatschappelijke digitalisering wordt ook steeds meer
een probleem na de aankondiging van een feest in Haren Project X waren vervolgens grote
rellen, vernietigingen en plunderingen.
‘Leren van de fouten’ dit is belangrijk leermiddel wat is en word toegepast en wordt gebruikt
door IVK’ers.
, Oriëntatie op Integrale Veiligheid
1.4 Veiligheid: feiten, beleving of allebei?
Twee dimensies van veiligheid: beide zijn relevant als we over veiligheid praten, maar de
basis waarop we uitspraken over veiligheid doen verschilt sterk.
1. Objectieve veiligheid (vastgesteld op basis van feitelijk waargenomen (on)veilige
situaties, zoals woningbranden en inbraken.)
2. Subjectieve veiligheid (de mate waarin mensen zich veilig voelen)
Er is in de wetenschap behoorlijk veel tijd gestoken in het begrijpen van de relatie tussen de
objectieve en subjectieve dimensies van veiligheid. Uiteindelijk is de overkoepelende
conclusie getrokken dat de objectie en subjectieve veiligheid zich los van elkaar (kunnen)
ontwikkelen en beide om een eigen benadering vragen, maar wel in samenhang benaderd
moeten worden (Pleysier 2011; Spithoven 2017).
Voorbeeld:
(Aantal inbraken in de wijk stijgt)
Objectieve veiligheid:
I. Analyse van de plaatsen waar de meeste inbraken hebben plaatsgevonden.
II. Intensivering van politiesurveillance.
III. Voorlichtingscampagnes over hoe inbraak te voorkomen.
IV. Hoe te handelen bij een heterdaad.
Subjectieve veiligheid:
I. Slachtofferhulp
II. Gesprekken met buren
III. Onderzoek naar veiligheidsbeleving
In elke praktijksituatie moet de IVK’er zich opnieuw afvragen hoe het komt dat de objectieve
en/of subjectieve veiligheid onder druk is komen te staan en welke maatregelen er in deze
specifieke situatie genomen kunnen worden om de veiligheid in het geheel, voor nu en de
toekomst te verbeteren.
1.5 Onveiligheid: intentioneel of niet?
Naast de twee dimensies van veiligheid heb je ook de klassieke vorm van veiligheid, namelijk
het verschil tussen sociale en fysieke veiligheid:
- Fysieke veiligheid betreft de mate waarin mensen beschermd zijn tegen en zich
beschermd voelen tegen persoonlijk leed door ongevallen en onheil zonder
menselijke intentie. (Gebaseerd op Stol 2016, p. 44-45).
- Sociale veiligheid is de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd
voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en overlast die meestal
intentioneel door anderen worden begaan (Gebaseerd op Stol 2016, p. 44-45).
, Oriëntatie op Integrale Veiligheid
1.6 fysieke veiligheid
Dit is een breed domein met verschillende ongevallen. Van een IVK’er mag verwacht worden
dat hij/zij in elke situatie herkent welke veiligheidsbelangen spelen. Industriële veiligheid
gaat bijvoorbeeld over de opslag, overslag en chemische en fysische processen bij de
bewerking van grondstoffen tot producten, in zowel de lichte als de zware industrie, on- en
offshore. Productveiligheid komt in alle sectoren voor en kent meerdere veiligheidsbelangen.
1.7 sociale veiligheid
Bij sociale veiligheid gaat het om het tegengaan en voorkomen van overtredingen en
misdrijven. Een hot topic vandaag de dag is ondermijnende criminaliteit, wat grofweg staat
voor de verwevenheid van onderwereld en bovenwereld. Aan de andere kant gaat sociale
veiligheid ook over tegengaan van overlast en leefbaarheidsproblemen. En hoe de mensen
samenleven.
Criminaliteit wordt bepaald door de wet en overlast door persoonlijke tolerantiegrens.
Uiteraard is geluidsoverlast of mensen met bijv. lachgas een vorm van landelijk overlast.
Criminaliteit staat zo objectief mogelijk in de wet. Sociale veiligheid gaat over persoonlijk
leed door misdrijven, overtredingen en overlast door anderen en gaat dus vooral over
menselijk gedrag (Stol 2016).
Niet alleen de politie werkt aan sociale veiligheid. De KMAR, Fiscale Inlichtingen- en
Opsporingsdienst (FIOD), Douane, Openbaar Ministerie en de rechtsspraak werken hier ook
allemaal aan. Zo draagt de gemeente ook zijn steentje bij met de middelen die zij hebben
zoals handhavers, private beveiligingsbedrijven, adviesbureaus, zorgverleners, sociaal werk,
woningbouwcorporaties en buurt bemiddeling.
Problemen met de digitale veiligheid op lokaal maar ook landelijk niveau kunnen uitmonden
in incidenten en crises met zowel sociale als fysieke veiligheidscomponenten.
1.8 verschillende domeinen verenigd in één beroeps- en opleidingsprofiel: Integraal
Veiligheidskundige
Volgens het Landelijk Beroeps- en opleidingsprofiel van het Landelijk Overleg Opleidingen
Integrale Veiligheid (LOO-IV) richt de IVK’er zich in zijn of haar werk op vijf handelingen (LOO-
IV 2020). Je kunt er de combinatie van denken en doen in teruglezen:
I. Signaleren en agenderen van ontwikkelingen en trends die (kunnen) leiden tot
veiligheidsvraagstukken.
II. Analyseren van veiligheidsvraagstukken (bedreigen en risico’s).
III. Ontwerpen van maatregelen om risico’s te reduceren en veiligheid te vergroten.
IV. Implementeren van veiligheidsregelen.
V. Evalueren van het effect van veiligheidsmaatregelen.