EBP
1 Basisstappen EBP
1. Het (klinisch) probleem vertalen in een beantwoordbare vraag (PICO)
2. Het efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal
3. Het beoordelen van het gevonden bewijs op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid
4. Het toepassen van het gevonden resultaat in de praktjk
5. Het regelmatg evalueren van het proces en resultaat
Maken van een PICO
Er wordt onderscheid gemaakt in
- Achtergrondvragen: algemeen van aard, wel relevant voor behandeling, maar niet specifek
voor de persoon in enkelvoud. Bijv. welke verpleegkundige interventes worden toegepast
bij cliënten met een ileus?
- Voorgrondvragen: meer gedetailleerde vragen die specifek zijn voor de huidige cliënt.
Hebben een grotere invloed op de zorg, o.a. omdat alternateven worden afgewogen. Bijv.
dragen adviezen van een verpleegkundige over de thuissituate bij een cliënt met een ileus
aan bij een sneller ontslag naar huis?
P: Patënt (wie): beschrijving cliënt en/of probleem zoals diagnose, leefijd, geslacht
I: Intervente (wat): beschrijving van de toegepaste en/of onderzochte intervente
C: Controle-intervente: eventuele andere (alternateve) interventes, die vergeleken wordt met de
intervente
O: Outcome/resultaat (waarom): beschrijving van wat de verpleegkundige hoopt te bereiken of
welk efect de intervente zou moeten hebben. Vooral belangrijk, beschrijven resultaten die
belangrijk zijn voor de cliënt.
De PICO-regel is vooral geschikt voor vragen met betrekking tot: therapie (interventes), prevente
en prognose.
Je zoekt efficiënt naar het beste bewijsmateriaal, dit wordt bepaald door 3 aspecten:
1. Type onderzoek
2. Kwaliteit van onderzoek
3. Vraag van behandelaar en/of cliënt
Empirische cyclus
Is een cyclus van onderzoek waarbij theorievorming en het toetsen van de theorie in de
werkelijkheid elkaar steeds afwisselen.
1 Observatie (waarneming)
2 Inductie (wanneer je gegevens verzamelt kun je inductef te werk gaan) je kijkt naar je eigen gevonden
gegevens
, 3 Deductie (algemeen naar concreet) vanuit hier hypothese opstellen (onderzoeksvraag). Meer kijken naar
de theorie en feiten.
4 Toetsen (onderzoeken in de praktjk, klopt mijn theorie?)
5 Evaluatie
Zoekstrategie
Een zoekstrategie opstellen:
- Relevante zoektermen opstellen
- Deze zoektermen op de juiste wijze combineren
- De zoekacte beperken door criteria als taal, publicatedatum, soort onderzoek etc.
Trefwoorden
Voordeel: je vindt de meeste relevante documenten
Nadeel: je moet exact de term gebruiken die in de trefwoordenlijst voorkomt
Met MeSH-termen kun je een beperkte lijst met trefwoorden vinden voor jouw onderwerp. Hierop
kom je soms op andere benamingen/synoniemen voor jouw onderwerp waarmee wel de juiste
artkelen gevonden kunnen worden. Je gebruikt dit vooral bij de P en O uit de PICO.
Aan artkelen kunnen verschillende. MeSH-termen hangen, dit komt door:
- Jaar van publicate (ontwikkelingen binnen een vakgebied)
- Invalshoek van de auteurs die studie verzorgd. Bijv. internisten gebruiken andere termen
dan neurologen
Booleaanse operatoren
Verschillende termen combineren die een zoekvraag vergroten/verkleinen
AND: 2 of meer trefwoorden combineren met AND, documenten bevaten beiden trefwoorden.
OR: 2 of meer trefwoorden combineren met OR, documenten bevaten één van beide
trefwoorden.
NOT: 2 of meer trefwoorden combineren met NOT, bepaalde artkelen worden uitgesloten
2 Kennis hiërarchie
Hoger niveau- sterker bewijs voor een bevinding/causale relate (causaal=oorzakelijk)
Onderzoeksdesign
Een onderzoek vormt het centrum in een onderzoek. Het design is afgestemd op dit
onderzoeksprobleem.
Wijze voor een onderzoek (onderzoeksopzet). Design geef aan hoe het onderzoeksprobleem
aangepakt is. Dit wordt niet altjd benoemd omdat:
- In praktjk zijn allerlei mengvormen van designs mogelijk
- Taalgebruik in methodologieboeken is niet goed afgestemd, vooral met vergelijking tussen
verschillende disciplines en/of onderzoekstradites (sociologie, psychologie, epidemiologie)
geschreven zijn
- Het is af te raden blind te varen op benaming voor het design, hoef niet altjd juist te zijn.
Transversaal onderzoek, longitudinaal onderzoek, experimenteel onderzoek, meta-analyse,
delphi-onderzoek, casestudy, focusgroep onderzoek, psychometrisch of methodologisch
onderzoek, resumerend
Experimentele onderzoeksdesigns: onderzoeker verandert bewust iets in de onderzoeksgroep
(manipuleert een intervente). Maakt het mogelijk bronnen van vertekening uit te sluiten.