Algemeen kunstgeschiedenis
Crystal palace en het vrijheidsbeeld
Metaal als bouwmateriaal zou van groot belang zijn
voor de late negentiende-
eeuwse architectuur in de Verenigde Staten en
Europa. Metaal
vergemakkelijkte ook de massaproductie voor
onderdelen voor de bouw die
daarop volgde, zodat in de jaren veertig in
verschillende Amerikaanse steden
‘Gietijzer-wijken’ ontstonden. Vooral in New York,
Daar introduceerde James
Bogardus de gietijzeren voorgevels en die speelden ook een rol in de
ontwikkeling van geprefabriceerde elementen.
Prefabricage = Een proces in de bouw waarbij materialen vooraf in een fabriek
of werkplaats worden gemaakt, waarna deze naar de bouwplaats worden
getransporteerd en aldaar worden verwerkt. Dit was een van de belangrijkste
innovaties van de industriële revolutie.
De grootste gebeurtenis in de geschiedenis van zowel het bouwen in metaal als het
bouwen met geprefabriceerde elementen was: De constructie in 1851 van het
Crystal Palace in London door Joseph Paxton. Het was bedoeld als tijdelijke
behuizing voor de Grote tentoonstelling van nijverheidsproducten aller landen, die
in 1851 in London werd gehouden. Het Crystal Palace was vrijwel geheel gemaakt
van gietijzer en glas, het was gebouwd van geprefabriceerde onderdelen.
Alle elementen werden in fabrieken vervaardigd en vervolgens ter plaatse in elkaar
gezet, waardoor er minder geschoolde ambachtslieden nodig waren en veel tijd
werd bespaard. Niets stond verder af van de alle eerdere ontwerpprincipes, en
aangezien het een tijdelijk gebouw was, werd het na afloop van de tentoonstelling
afgebroken en op een andere plek in de Londense voorstad weer opgebouwd.
Destijds weigerden architecten het Crystal Palace als ‘architectuur’ te
beschouwen. Aangezien ornamenten geheel ontbraken, miste het gebouw de
verwijzingen naar eerdere architectuur waarmee professionele architecten zich
genoodzaakt voelden hun bouwwerken te verfraaien.
,Impressionisme
Wat is het impressionisme?
Het impressionisme is een stroming waarbij er naar de waarneming wordt
geschilderd. Een typisch schilderij is een landschap of ander open lucht thema dat
ter plekke wordt geschilderd. Ze proberen natuurlijk licht weer te geven door
kleuren gelijkmatig met verfstreken aan te brengen, zodat deze, op de juiste
afstand, een geheel leken. (De compositie is geheel opgebouwd uit kleur)
Aanvallen op kunstenaars door een verontwaardigd publiek komen steeds vaker
voor, vooral in Parijs. Hierbij kregen de impressionisten de meeste kritiek.
Dit werd verergerd doordat er een ‘Salon des refusés'
werd geopend voor werken die door de officiële salon
werden geweigerd. Vervolgens (vooral door de
impressionisten) werden er onafhankelijke
tentoonstellingen gehouden.
→ Dit vormde de eerste stap naar het streven om de
tirannie in de kunstwereld te doorbreken.
Het lukte de impressionisten niet om iedereen voor
zich te winnen, maar ze kregen wel meer erkenning, vooral door de elite.
Monet (Impressionist)
Monet schilderde in kleurvlakken (blauwe en groen
tegenover, gele en oranje tinten). Hij gebruikte technieken
om een hoog standpunt te kiezen en zodoende een
voorgrond en horizon overbodig te maken, ook ontbreken
contouren.
Monet was van mening dat je eerst blik op een ‘motif’
meest waarheidsgetrouw en onbevooroordeeld was.
Daardoor zag je in zijn schilderijen geen diepte, omdat men meende dat voor het
onvoorbereid oog je vlak ziet.
, Moristot, Renoir en Manet (impressionisten)
Morisot
Alfred Sisley, de meest zuivere, maar ook meest
eenvoudige impressionist van allen, bleef de
oorspronkelijke uitgangspunten trouw.
Morisot ontwikkelde een verfrissende en spontane
stijl. Dit blijkt uit de informele compositie en
vloeiende toets van ‘gezicht op stijl’
Renoir
Renoir kreeg het gevoel het impressionisme ‘uitgeput’ te hebben. Hij begon aan de
stroming te twijfelen door het gebrek aan vorm, compositie en inhoud. Hij zocht
naar vernieuwing door meer traditionele vormen en methoden te ontwikkelen.
Manet (half impressionist)
Manet stelde nooit samen tentoon met de impressionisten, maar voelde zich wel
met hen en hun illusionistische vernieuwing
verbonden door zijn experimenten en spectrale
kleuren.
‘Een bar in de Folies-Bergère' In een schilderij
gemaakt door Manet. De combinatie van kunstmatig
en natuurlijk, van illusie en werkelijkheid in deze
wereld van de nacht leverde bij uitstek ‘moderne’
beelden van het eigentijdse leven op. Het schilderij
heeft bijna geen diepte en heeft een complexe
opzet, waardoor je vragen kunt gaan stellen:
- Waarom zien we onszelf niet in de spiegel?
- Wie is de heer met de hoge hoed?