Samenvatting Persoonlijkheids-, Klinische en Gezondheidspsychologie
(Semester 1, blok 2, 2023-2024)
Week 1: Depressie
Hoorcollege: Marc Molendijk
Stemming = een tijdelijke gemoedstoestand of gevoel, een mix van gevoelens en emoties dat binnen en tussen
individuen varieert.
- Episodische ziekten: op een bepaald moment is het aanwezig, op een ander moment zijn de symptomen
afwezig. Vaak kunnen de symptomen wel weer terug komen.
• In het begin zijn de episodes van korte duur, maar naarmate ze vaker voorkomen worden ze ernstiger en
langer (→ Kindling-hypothese = een episode van een stemmingsstoornis fungeert als een litteken,
waardoor de drempel lager ligt. De eerste episode wordt veroorzaakt door een stressor, de latere episodes
niet per se. Zo kan een depressie meer en meer op een chronische ziekte gaan lijken dan een episodische
ziekte)
Emoties = Patronen van gedrags, hormonale en autonome response gericht op overleving. Komen voort uit het
brein door te reflecteren op de integratie van externe en interne cues en cognitieve processen.
- Décarte: Emoties komen voort uit res cogitans (= de materie die kan denken), daarom ervaren alleen mensen
emoties.
- Darwin: Emoties zijn aangeboren en universeel onder alle levende wezens. Ze hebben een communicatieve
functie naar zowel de buitenwereld als de persoon die ze zelf ervaart. De expressie van emotie vindt vooral
plaats in het gelaat: gezicht/gedrag/taal.
Optogenetica = lichtgevoelige eiwitten activeren door middel van licht in specifieke hersengebieden. Je kunt
daarmee hersengebieden activeren of minder activeren. Zo weten we dat emoties direct uit het brein voortkomen.
Emoties helpen je vaak, maar niet als ze zich omvormen in
emotionele stoornissen.
Stoornis = iets dat het normale en optimale functioneren
verstoort in een bepaalde mate. Het wordt gedefinieerd binnen
de DSM 5, waarbij men ziet dat er verschillende stoornissen
zijn en dat zij allemaal een eigen ontstaan hebben. De definitie
van de DSM 5 is voorspellend voor heel veel factoren.
- Vaak zien we wel dat de stoornissen bijna altijd samen
voorkomen.
Symptomen (van depressie) staan niet los van elkaar, het is dus niet het enkel aanwezig zijn van bepaalde
symptomen → Dynamische Systeem Theorie = gedrag is een dynamisch systeem, een netwerk van interacterende
symptomen.
Depressie = een emotionele stemmingsstoornis met episodes (= symptomen aanwezig voor een bepaalde periode,
symptomatisch (duurt gemiddeld 6 weken))
1
,Ernst van de stoornis op basis van het aantal symptomen:
- 5: mild
- 6-7: matig
- >7: ernstig
Verloop van een depressie (5 R’s):
- Response: partiële of volledig herstel door een interventie of behandeling.
- Remission: niet langer volledig symptomatisch, slechts deels symptomatisch.
- Relapse (terugval): Terugkeer van symptomen na een positieve respons op een interventie
• Binnen een jaar ervaart 40-50% een terugval, kan ook asymptomatisch
- Recovery (herstel): symptoomvrij voor een bepaalde periode (8 weken)
• Een kwart van alle mensen is na één jaar volledig hersteld, 40% wordt hierna nooit meer depressief.
- Recurrence (hehaling): Nieuwe episode: symptomen aanwezig voor een bepaalde periode, kan alleen na
herstel.
• Vaak binnen één of twee jaar.
• Met name jonge mensen voor de 30 die een eerste depressieve episode hebben gehad.
Depressie heeft verschillende subtypes, dat in categorieën gepresenteerd kan worden (specifiërs). Het indelen is
van belang voor de klinische behandeling.
- Depressie met angst/distress: mensen zijn én depressief én ervaren angst.
• Meer geneigd tot suïcidaal gedrag
- Depressie met gemengde features: unipolaire depressie met features van manie, maar dat aandeel is te laag
om het een bipolaire depressie te noemen.
- Melancholische depressie: slecht slapen, vroeg wakker, afvallen en de stemmig is sterk diornaal (= varieert
in de loop van de dag. In de ochtend laag, de rest van de dag minder.) Vooral de fysiologische symptomen
van depressie zijn aanwezig.
• Klassieke depressie
- Atypische depressie: veel slapen, aankomen en de stemming is niet-diornaal (= constant laag)
- Psychotische depressie: hallucinaties, illusies en wanen van nihilism / stemmingscongruente wanen die sterk
in lijn zijn met de depressieve gedachten. Men is hier van overtuigd en valt niet te corrigeren.
- Catatone depressie: verschillende soorten gedragingen zijn totaal verstoord en kunnen variëren van totaal
geen bewegingen tot heel veel motorische activiteit.
- Seizoensgebonden depressie (SAD): mensen zijn depressief wanneer we van de september-zonnewende naar
de december-zonnewende gaan. Het begint op het moment dat de dagen korter worden en verdwijnt wanneer
de dagen weer langer worden.
• In laden waar de dagen korter zijn, is de prevalentie hoger, dit kan ook binnen (grote) landen verschillen.
• Biologische verklaring: melatonine (slaaphormoon) is vertraagd door de expressie van licht. Het patroon
(ochtend weinig, ’s avonds veel) loopt uit de hand, wanneer er te weinig licht is. Men komt niet meer
goed in slaap, krijgt concentratieproblemen dat zich uit in een depressieve stemming → lichttherapie
• Bipolar disorder with seasonal onset: wanneer mensen in die periodes ook manisch worden.
2
,- Vrouwspecifieke depressie: gerelateerd aan de specifieke hormoonhuishouding van vrouwen.
• Premenstruele ontstemmingsstoornis: toename van stress tijdens de premenstruele fase van de
menstruatiecyclus.
• Depressie met peripartum begin / postnatale depressie: major depressieve periode tijdens de
zwangerschap / binnen vier weken na de geboorte van het kind.
o Bipolaire stoornis met perpartum begin / postnatale bipolaire stoornis: De moeder wordt tijdens de
zwangerschap / na het krijgen van het kind manisch.
o Postpartum blues: labiliteit, prikkelbaarheid, veel huilen en moeheid.
- Depressie als gevolg van een andere medische aandoening
- Door middelen/medicatie veroorzaakte depressie: een depressie treedt op na het innemen of stoppen van
het gebruik van een legale of illegale drug door een chemische disbalans in de hersenen.
Epidemiologie: van de gehele populatie is maar 1% bipolair, 16% kans op unipolaire depressie.
Behandeling
Stemming is te modificeren door middel van veel soorten interventies. In Nederland gebruiken we stepped care
en beginnen we laagdrempelig om erger te voorkomen (5)
1. Specialist plus: speciale diagnostiek
2. Specialistische zorg: therapie en antidepressiva (experiementele zorg)
3. Zorg in de eerste lijn: psycho-educatie en KT therapie. Laagdrempelige en kortdurende zorg en therapie. De
huisarts die je kan doorverwijzen.
4. Herkennen: detectie, (vroeg-)diagnostiek van symptomen.
5. Preventie en promotie: fast track (=gedragingen van wanhoop voorkomen → geleid tot een significatie
reductie!)
• 6-10 & 11-15 jaar: interpersoonlijk, intrapersoonlijk (= beleving binnen de persoon, cognitieve modellen
en denkpatronen) en academische vaardigheden
o CT: light versie van cognitieve therapie ( = stressvolle gebeurtenissen in de jeugd leiden tot
kwetsbaarheid binnen individuen, waarbij latente en disfunctionele schema’s geactiveerd worden
door stressvolle gebeurtenissen. Die zorgen voor een negatieve cognitieve bias of vertekeningen dat
zal uitmonden in depressie)
o IPT: light versie van interpersoonlijke therapie ( = persoonlijke relaties zorgen voor mentaal
welbevinden door interpersoonlijke moeilijkheden, verlies en behoefte aan goedkeuring. Er wordt
gekeken naar de rol van veranderingen en discussies, maar ook de interpersoonlijke vaardigheden)
• 25 jaar en ouder: suicidal ideation attempts, hazardous drinking, opioud use
➔ Mediatie = onderzoeken welke veranderingen in mechanismen daadwerkelijk bijdragen in verandering en
uitkomst!
! Psychopharmacologie = meest gebruikte middel om depressie te behandelen. Normaliseren en veranderen van
serotonine/neropinephrine activiteit in het brein (daarom werkt anti-depressiva?)
- TCAs & MAOIs → ouderwets met ernstige bijwerkingen. Wat betreft depressie werken ze wel even goed.
3
, - SSRIs & SNRIs → vervolg
- NASSAs
- Ketamine → tegenwoordig
Hoofdstuk 6. Stemmingsstoornissen en zelfmoord
Unipolaire depressie = emoties, gedachten, gedag en het lichaam worden overgenomen door symptomen van
depressie. Stoornissen met alleen depressie.
- Anhedonie = bedroefd en verlies van interesse/belangstelling in het leven (emotionele symptomen)
- Psychomotorische agitatie = lichamelijke rusteloosheid, niet stil kunnen zitten, doelloos rondlopen of constant
friemelen (gedrag)
- Psychomotorische retardatie = lichamelijke traagheid, weinig energie en constant moe (gedrag)
- Wanen = gedachten die geen basis hebben in de realiteit (cognitieve symptomen)
- Hallucinaties = waarnemingen van iets dat er niet is (cognitieve symptomen)
1. Major depressive disorder (MDD) = ernstige depressie die ten minste twee weken duurt en ernstige
symptomen vertoont.
• Depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag OF verlies van interesse en plezier in
dagelijkse activiteiten.
• Ten minste vier andere van de volgende DSM 5- symptomen gedurende grootste deel van de dag:
o Gewichtstoename of -verlies, verandering in eetlust
o Slapeloosheid/hypersomnie
o Psychomotorische agitatie/retardatie
o Moeheid en energieverlies
o Gevoelens van waardeloosheid en schuld
o Denk- en concentratieproblemen
o Suïcidale gedachten of plannen
• De symptomen veroorzaken stress en beperken het dagelijks functioneren.
• De symptomen zijn niet te verklaren door middelengebruik of een andere medische conditie.
• ! Normale depressieve reacties op negatieve gebeurtenissen moeten niet als MDD worden
gediagnostiseerd, tenzij er meer atypische symptomen aanwezig zijn !
• Major depressie enkel voorval: sprake van één enkele depressieve episode
• Major depressie periodiek: sprake van twee of meer episoden met minimaal twee opeenvolgende
maanden zonder symptomen tussen de episoden.
2. Persistent depressive disorder (Dysthymie) = depressieve stemming die ten minste twee jaar aanhoudt (bij
adolescenten en kinderen minimaal één jaar). Deze vorm is chronischer, maar minder intens.
• Aanwezigheid van twee of meer van de volgende symptomen:
o Weinig eten of juist overeten
o Slapeloosheid/hypersomnie
o Weinig energie en vermoeidheid
4