Hoorcollege 1 – Inleiding en ADHD
Geen aandacht aan dyscalculie en dyslexie, wel belangrijk!
Tentamen: meerkeuzevragen
- Boek Frank Verhulst: opgegeven hoofdstuk
- Boek Laura Batstra: geheel
- Vier aparte artikelen
- Collegestof
Tentamen niet alleen over grote lijnen, ook feitjes (details)!
TT: P.18 Verhulst: diagnostiek is onderdeel van een gesprek met kind/jeugdige. Dit gesprek
bestaat uit 3 componenten. Welke drie componenten komen volgens Verhulst aan de orde?
Wat is psychopathologie?
Abnormaliteit definiëren op basis van statistische afwijkingen, mate van disfunctie, psychisch lijden,
culturele afwijkingen, geestelijk/psychisch lijden, culturele deviantie, rigiditeit
Statistische afwijking: als je iets meer of minder hebt dan wat het gemiddelde is.
- Symptoomlijstjes: meten de mate van druk gedrag wat iemand vertoont
- Infrequentie: gedrag komt niet voor
- Zeldzaam gedrag hoeft geen probleem te zijn
- Context blijft buiten beschouwing: kind is ongeconcentreerd omdat het thuis mishandeld
wordt, is dit dan psychopathologie of een normale reactie op een abnormale situatie?
Mate van impairment: je kunt niet schools en sociaal functioneren (bijvoorbeeld depressie). Big Al:
voorzitter van de vierde editie van de DSM. In hoeverre maakt jouw probleem dat je niet meer mee
kan doen in het dagelijks functioneren?
- Niet objectief weer te geven wanneer zeg je dat iemand sociaal niet goed functioneert?
- Niet altijd zichtbaar iemand kan heel lang somber rondlopen, met zelfmoordideeën zonder
dat iemand dat door heeft.
Psychologische distress: mensen zijn somber, geagiteerd, gefrustreerd
- Kinderen kunnen distress niet altijd verwoorden, komt vaak tot uiting in hoofdpijn en/of
buikpijn.
- Gedragsproblemen lijden niet altijd tot psychisch lijden
- Sommige problemen zijn een probleem voor de omgeving, maar niet voor de persoon zelf
Culturele deviantie: maatschappelijke normen en waarden overtreden. Deze normen variëren per
cultuur. Afwijkend voor kinderen als ze altijd bij ouders in bed liggen, in andere samenlevingen is dit
juist heel normaal.
Rigiditeit: Terugkerende inflexibele gedachten en gedragingen in bijna alle situaties (bijvoorbeeld
pleegkinderen)
- Rigiditeit en inflexibiliteit zijn vage en moeilijk te operationaliseren termen
- Al te flexibel is ook niet gezond
Big Al: I have read dozens of definitions of mental disorders and i can’t say that any have the slightest
value whatever.
, Filmpje ADHD:
ADHD staat gedefinieerd in de DSM. Criteria zijn vaag en subjectief (‘vaak’). Maar wat is vaak? De
ene diagnosticus vindt 3 keer per dag voor de beurt praten vaak, een ander vindt 3 keer per uur voor de
beurt praten vaak. We zijn de criteria steeds breder gaan toepassen. Er is een forse stijging geweest
van het aantal ADHD-diagnoses. In tien jaar is het aantal kinderen wat medicatie slikt verviervoudigd.
Hierdoor ontstond de transitie van jeugdzorg naar gemeenten. De transitie werd in 2015 ingevoerd en
vraagt om anders dan voorheen te handelen wanneer hun kind druk, dwars of dromerig gedrag
vertoont. Om anders te kunnen gaan handelen, moet men eerst anders gaan denken over ADHD-
gedrag (transformatie). De biomedische visie heeft zwaar overheerst, kort gezegd ziet men binnen
deze visie ADHD als hersenafwijking, wat druk gedrag veroorzaakt. Volgens deze visie moet het
behandeld worden met medicatie. De pedagogische visie is anders, hierbij zien we ADHD als een
naam voor problematische hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen. We zijn van
mening dat we meer zouden moeten sleutelen aan onze maatschappelijke eisen/normen en minder om
kinderen tot medicatie te dwingen. Volgens pedagogen kan medicatie het gedrag kortdurend
onderdrukken.
Misvatting 1: ADHD veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen.
Mening wordt verward met explaining. We kunnen druk gedrag ADHD noemen, maar we weten nog
niets over de oorzaak voor dit gedrag. Met het label ADHD hebben we het gedrag benoemd en niet
verklaard. Dus: Pietje is druk en ongeconcentreerd en dat noemen we ADHD. Niet alleen leken, maar
ook professionals maken deze denkfout. Het is belangrijk dat we ons blijven beseffen dat wat telt als
stoornis het resultaat is van onze eigen normen en eisen, dus van menselijke beslissingen.
Misvatting 2: Mensen met ADHD hebben afwijkende hersenen (kleinere hersendelen, minder
dopamine). De hersenverschillen tussen mensen met ADHD en zonder ADHD zijn verwaarloosbaar.
Beide groepen overlappen voor 95%. Wetenschappers houden deze mythe graag in stand en
presenteren minimale groepsverschillen als verschillen van het individu. Voor alle hersenverschillen
hebben we het over groepsgemiddelen, die voor verreweg de meeste individuen niet gelden. Al zouden
we een hersenkenmerk vinden wat alle ADHD’ers wel hebben, bewijst dit nog steeds niet dat ADHD
een ziekte/stoornis is. Wat psychiatrisch gestoord mag heten hangt niet af van hersenonderzoek, maar
van onze eigen maatschappelijke waarneming.
Misvatting 3: ADHD zit voor 70-80% in de genen. De genoemde percentages komen uit
tweelingstudies. Ze vergelijken de overeenkomsten tussen eeneiige en twee-eiige tweelingen. Eeneiige
tweelingen doen meer hetzelfde en worden meer hetzelfde behandeld in de omgeving. Dit kan
bepalend zijn voor hetzelfde gedrag wat ze vertonen en hoeft niet per sé te komen door dezelfde
genen. Uit moleculaire studies komen veel lagere percentages (<10%). De hoge percentages uit
tweelingstudies worden vaak gebruikt en die uit moleculaire studies vaak weggelaten.
ADHD-medicatie:
- Alleen tijdelijk (hooguit 2 jaar) onderdrukken ongewenst gedrag
- Sociaal en schools functioneren verbetert niet
- Bijkomende problemen worden niet voorkomen
- Bij langdurig gebruik wel groeivertraging
- Risico hart- en vaatproblemen
Medicatie zou bij iedereen kortdurend voor meer concentratie zorgen. Binnen de biomedische visie
bestaat er als oplossing alleen medicatie. Wanneer je ADHD ziet als term, waarbij de oorzaken
verschillend zijn, is het probleem complexer en bestaan er geen simpele oplossingen. Binnen deze
visie heb je er weinig aan om het gedrag te labelen, want het gedrag blijft hetzelfde.
,Aanpak Druk & Dwars: voorlichting, oudercursus zonder DSM-classificatie en leerkrachtbegeleiding
zonder DSM-classificatie.
Versus Verhulst
- ADHD wordt voor 65% tot 90% veroorzaakt door genetische factoren (blz. 87)
- Structureel MRI-onderzoek toonde een kleiner hersenvolume bij kinderen met ADHD (blz.
90)
- De uiteindelijke lengte na behandeling met MF wijkt niet af van onbehandelde kinderen (blz.
95)
Hoe ontstaan DSM-classificaties?
Medisch model: pathologie IN het individu. Onderliggende psychobiologische disfunctie. Onterechte
generalisaties van de groepsgemiddelden naar het individu komen ontzettend veel voor. Het verschil
tussen lengte van mannen en vrouwen: mannen zijn gemiddeld genomen langer dan vrouwen. Dit
betekent niet dat elke man langer is dan elke vrouw. In de psychiatrie zijn groepsverschillen zo klein,
dus de kans is heel klein dat je goed zit.
BOGSAT: Bunch Of Guys Sitting Around Table. Discussie over wat er in de samenleving speelt.
Nieuwe stoornissen in de DSM ontstaan dus doordat zij hier samen toe besluiten.
DSM = handboek van omgekeerde etiquette. Wordt sociaal wenselijk gedrag niet verward met
gezondheid? DSM-diagnoses zijn echt gemaakt door de mens en zijn dus niet natuurlijk. Autisten
passen niet in deze samenleving, omdat ze niet sociaal geaccepteerd gedrag vertonen.
Er zijn steeds meer gedragingen en emoties als stoornis in de DSM. Bijvoorbeeld driftbuien worden nu
ook opgenomen als stoornis. Verzamelwoede, oudersom, overeten en menstruatie moods worden ook
gezien als stoornissen. Al dit soort problemen kunnen ook ‘gewoon’ bij het leven horen. Prevalentie
psychiatrische stoornissen: 1 op 2 krijgt in zijn leven ooit wel eens een psychiatrische stoornis.
Toename stoornissen jeugd:
- Autisme: jaren 90 circa 1 op 500, nu 1 op 33 (CBS, 2014)
- ADHD: gebruik medicatie in 10 jaar verviervoudigd, nu 1 op 23 (Gezondheidsraad, 2014)
- Angststoornis: voor 1980 angst bij kinderen normaal, nu 1 op 7
Voordelen DSM
- Communicatie over categorieën mogelijk
- Onderzoek naar oorzakelijke factoren van omschreven stoornissen mogelijk
- Onderzoek naar effecten van verschillende behandelmethoden mogelijk
Nadelen DSM
- Onduidelijk onderscheid tussen verschillende categorieën: veel comorbiditeit. Veel
symptomen gelden voor heel veel categorieën
- Onduidelijk onderscheid normaal vs. gestoord
- Niet iedereen past in een hokje
- Niet onafhankelijk: mensen praten met elkaar en beschrijven stoornissen, maar eigenlijk is het
een verstrengeling van kennis en macht. Er gaat enorm veel geld in om, bijvoorbeeld
farmaceutische bedrijven hebben een jaarlijks inkomen van ca. 500 miljard. Veel geld gaat
naar het onder de aandacht brengen van stoornissen. 70% van de BOGSAT heeft banden met
de farmaceutische industrie.
- Reïficatie: filosofie & psychiatrie
Realisme/essentialisme: DSM-classificaties komen overeen met een in de natuur
bestaande ordening (bijvoorbeeld depressie)
, We hebben de stoornissen ontdekt
Nominalisme: DSM-classificaties zijn mensenwerk en dus arbitrair en kunstmatig
We hebben de stoornissen gemaakt
Pragmatisme: 'waar is wat werkt'
We hebben de stoornissen gemaakt op basis van wat we zien
We zien de symptomen als stoornissen
Reïficatie in de psychiatrie
- Iets abstracts (een definitie) wordt iets concreets (een aanwijsbaar ding)
- Een kunstmatige soort wordt een natuurlijke soort
Kunstmatige door mensen bedachte DSM-categorieën worden gezien als door de natuur gegeven
ziektebeelden
Gevolgen van reïficatie in de psychiatrie
- Overwaardering DSM-classificaties
Schijnverklaring
Diagnose Behandeling Combinatie, Persoons Gebonden Budget, rugzakje in het onderwijs
(afgeschaft omdat rugzakjes alleen werden gegeven aan kinderen met een diagnose)
- Neiging tot cirkelredenering: kinderen met ASS hebben meer sociale problemen
Het is andersom, kinderen hebben sociale problemen (symptomen) en dit noemen we
ASS.
- Namen van categorieën worden dus gezien als oorzaken van ongewenste
emoties/gedragingen.
- Het gaat veel meer om de symptomen dan om de overkoepelende term
Nadelen toename DSM-Diagnoses
- Stoornisdenken: over het hoofd zien contextuele factoren
- Niet meer te betalen
- Devaluatie psychiatrisch onderzoek
- Balans voordelen-nadelen voor kind zoek
ADHD
- Beeld
- Prevalentie
- Comorbide stoornissen
- Differentiaaldiagnose (wat kan het ook zijn?)
- Achtergrond
- Behandeling
Beeld
Je hebt het onoplettende beeld, het hyperactiviteit-impulsieve beeld en het gecombineerde beeld.
Daarnaast is er verdeling in licht, matig en ernstig.
Diabetes bijvoorbeeld is makkelijk aan te tonen en is een objectieve test. Bij ADHD is dit
ingewikkelder, want dit is een minder objectieve test. Een ADHD-lijst kan ingevuld worden door de
ouders of leerkracht. Eigen flexibiliteit is heel belangrijk bij het invullen van de ADHD-lijst. Het zijn
dus rekbare zaken en niet zo objectief als diabetes.
ADHD is aanwezig voor het 12e levensjaar, is aanwezig op twee of meer terreinen (bijvoorbeeld thuis
en op school), en het interfereert met het sociale en schoolse functioneren. Er moeten zes van de negen