100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Aantekeningen werkgroepen Wetenschapsfilosfie €6,00   In winkelwagen

College aantekeningen

Aantekeningen werkgroepen Wetenschapsfilosfie

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle leesvragen van de werkgroepen van Wetenschapsfilsofofie uitgewerkt. Alle aantekeningen van de werkgroepen

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 10 april 2024
  • 32
  • 2023/2024
  • College aantekeningen
  • Luca hopman
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (16)
avatar-seller
floortjekoop1
Leesvragen week 1

1. Wat zijn, in jouw ogen, de kenmerken van goed wetenschappelijk onderzoek? En
waarom zijn juist deze kenmerken zo belangrijk (d.w.z. belangrijker dan andere
kenmerken)?
- Betrouwbaarheid → je kan erop vertrouwen dat dingen waar zijn
- Generaliseerbaarheid → een onderzoek kan naar een grotere populatie
gegeneraliseerd worden waardoor het onderzoek over meer dingen iets kan zeggen
- Onderbouwd/objectiviteit → komen met feiten, meningen onderbouwen

Goed wetenschappelijk onderzoek heeft verschillende kenmerken die bijdragen aan de
kwaliteit en betrouwbaarheid ervan. Hier zijn enkele belangrijke kenmerken:


2. Bedenk een voorbeeld van bestuurs- en organisatiewetenschappelijk onderzoek en
formuleer daarbij zowel een sociaalwetenschappelijke als een
wetenschapsfilosofische vraag.

Onderwerp: De impact van flexibel werken op de organisatiecultuur en prestaties van
werknemers.
Sociaalwetenschappelijke vraag: Hoe beïnvloedt de implementatie van flexibel werken
(zoals telewerken, flexibele werktijden, etc.) de perceptie van werknemers ten opzichte van
hun organisatie, hun betrokkenheid bij het werk, en de samenwerking met collega's?

Wetenschapsfilosofische vraag: In hoeverre kunnen we vertrouwen op de objectiviteit van de
gegevens verzameld door zelfrapportage-instrumenten zoals enquêtes, gezien de
mogelijkheid van vertekening door subjectieve interpretaties van de deelnemers?

Sociaal-wetenschappelijke vraag: proberen te focussen op de fenomenen en de causaliteit
ertussen
Wetenschapsfilosofische vraag: uitzoomen

3. In het hoofdstuk van Munro wordt omschreven hoe evidence-based policy (EBP) een
opmars heeft gemaakt in beleid. Wat is de focus van EBP en welke uitgangspunten
van het empirisch-analytische paradigma (Tijmstra & Boeije, 2016) herken je in EBP?

Evidence-based policy (EBP) richt zich op het nemen van beslissingen in het beleid op basis
van wetenschappelijk bewijs en empirisch onderzoek → wat is de oorzaak van dingen
De focus van EBP ligt op het identificeren van effectieve interventies, programma's of
beleidsmaatregelen door gebruik te maken van de best beschikbare empirische gegevens
en methoden. Het doel is om beleidsmaatregelen te ontwikkelen en te implementeren die
gebaseerd zijn op solide wetenschappelijk bewijs en die aantoonbaar positieve resultaten
opleveren en ervoor de te zorgen dat beleidsmakers betere beslissingen maken om de
samenleving te verbeteren.

,Enkele uitgangspunten van het empirisch-analytische paradigma, zoals beschreven door
Tijmstra & Boeije (2016), die terug te vinden zijn in EBP, zijn:
- Vinden van causale verbanden
- Kijken naar wetmatigheid

4. In het hoofdstuk van Munro worden ook drie kritiekpunten op EBP genoemd. Hoe
verhouden deze kritiekpunten zich tot uitgangspunten van de andere twee
paradigma’s van Tijmstra & Boeije?

1. De claim om objectief te zijn → met afstand kijken naar wat er gebeurd is niet altijd
een objectief gegeven. Sociale constructie over hoe we fenomenen omschrijven. Is
geen natuurlijk gegeven, er worden keuzes gemaakt, waardoor we niet kunnen
spreken van objectiviteit
2. De claim om universele kennis te produceren → valt het wel te generaliseren naar
meer dan de onderzoekspopulatie
3. De voorkeur van RCT limiteert de onderzochte vragen → sommige ruimtes van
kennis worden niet goed gedekt door Random control trails. het feit dat aan één punt
aandacht wordt gegeven dus dat toch bepaalde dingen niet vraagt

5. Neem een onderzoek / thema mee naar de les dat je eerder in de B&O studie hebt
behandeld en waarin je bepaalde eigenschappen en uitgangspunten van één van de
paradigma’s in herkent

Organiseren in de samenleving → kritisch-emancipator
→ kritisch denken

Leesvragen week 2

1. Drie centrale termen, vanuit een naturalistisch perspectief, zijn “voorspellen”,
“causaliteit” en “wetmatigheden”. Leg uit: hoe hangen deze begrippen met elkaar
samen?

Causaliteit legt de basis voor het begrijpen van hoe gebeurtenissen met elkaar verbonden
zijn, wetmatigheden bieden de regelmatigheden en patronen in deze verbindingen, en
voorspellen stelt ons in staat om op basis van deze kennis toekomstige gebeurtenissen te
anticiperen en te plannen. Deze drie termen vormen samen een fundamenteel raamwerk
voor het begrijpen en beschrijven van fenomenen in de natuurlijke wereld vanuit een
naturalistisch perspectief.

(Bepaalde omstandigheden → wetmatigheid (met massa), zit een causaliteit, als je die
omstandigheid hebt → krijg je die uitkomst, kan je dus ook voor de toekomst voorspellen)

, 2. Gebaseerd op de literatuur van deze week:
a. bedenk minimaal twee argumenten die de naturalistische ambitie van het vinden van
causale wetten in de sociale wetenschappen in de weg staan:

1. Complexiteit van menselijk gedrag (mensen zijn onvoorspelbaar): Menselijk gedrag
wordt beïnvloed door een breed scala aan interacterende variabelen, waaronder
biologische, psychologische, sociale, culturele en historische factoren. Deze
complexiteit maakt het moeilijk om eenvoudige causale verbanden vast te stellen
tussen variabelen in de sociale wetenschappen. Mensen handelen niet altijd volgens
strikte wetmatigheden, maar vertonen vaak complex, contextafhankelijk gedrag dat
moeilijk te voorspellen is op basis van traditionele causale modellen.
2. Creativiteit van mensen → het moet nog gaan komen, lastig om te voorspellen wat
ze in de toekomst gaan doen

b. In hoeverre vind jij dat deze argumenten het zoeken naar wetmatigheden in het
menselijk handelen tot een zinloze exercitie maken? Waarom wel/niet?

- Inferenties: proberen cuasale vervanden te krijgen → om zon effect te kunnen zien
voeg je controlevariabelen toe
- Precies kijken naar factoren kan er misschien wel een verband ontstaan

3. Een centraal begrip in de methodologie van Max Weber is de term ‘ideaaltype’
(Hoofdstuk 3 Risjord).
a. Leg uit: wat bedoelde Weber met deze term en hoe sluit deze aan bij de
‘interpretatieve’ benadering?

Max Weber introduceerde het concept van het 'ideaaltype' als een methodologisch
instrument in de sociale wetenschappen. Met een ideaaltype bedoelde Weber een abstract
concept of model dat wordt geconstrueerd door het isoleren van bepaalde kenmerken van
sociale verschijnselen die van bijzonder belang zijn voor de onderzoeker. Het ideaaltype is
dus een analytisch hulpmiddel dat helpt om complexe sociale realiteiten te begrijpen door ze
te reduceren tot hun essentiële kenmerken (zonder verstrikt te raken in de details) .
→ de meest essentiële kenmerken worden benoemd om de essentie van een bepaald
verschijnsel weer te geven

twee aspecten van het ideaaltype: Begrijpen wat mensen motiveert,
ideaaltypen van sociaal handelen: doelrationaliteit, het hebben van doelen, affectief,
traditionele doelen
→ Begrijpen van de rationaliteit

Niet alles is hetzelfde, maar kunnen ook niet zeggen dat niks hetzelfde is

Verstehen en het begrijpen van de complexe handelen

, De 'interpretatieve' benadering in de sociale wetenschappen, zoals voorgestaan door
Weber, richt zich op het begrijpen van sociale acties en betekenissen vanuit het perspectief
van deelnemers aan die acties. Deze benadering sluit nauw aan bij het gebruik van
ideaaltypes, omdat het conceptuele kaders biedt om sociale verschijnselen te interpreteren
en te begrijpen vanuit het standpunt van de actoren zelf. Ideaaltypes helpen onderzoekers
om patronen te identificeren, te vergelijken en te analyseren in sociale fenomenen, terwijl ze
rekening houden met de complexiteit van menselijk gedrag en sociale contexten.

b. Hoe zie je de ideaaltypische manier van onderzoek doen terug in de tekst
over de beweegredenen van PVV-kiezers?

Niet kijken naar ‘one size fits all’ → maar kijken naar de kenmerken om een model te maken,
zonder dat het te specifiek wordt

Je probeert ze te verstehen (begrijpen), maar schaart ze wel onder een categorieën om de
complexiteit makkelijker te maken

c. Bedenk een ander B&O-gerelateerd onderwerp waarbij je deze
ideaaltypische benadering zou kunnen toepassen: wat levert zo’n benadering
op? En wat zijn mogelijke beperkingen?

Jeugdcriminaliteit → algemeen maken wat er achter zit

d. Bedenk hoe je onderzoek naar steun voor de PVV vanuit een naturalistisch
perspectief vorm zou kunnen geven. Wat levert een dergelijke benadering op
ten opzichte van een interpretatieve studie? Welke van de twee heeft jouw
voorkeur? Waarom?

Als we kijken naar onderzoek naar steun voor de PVV vanuit een naturalistisch perspectief,
zouden we ons meer richten op het identificeren van meetbare variabelen en het vaststellen
van causale verbanden tussen verschillende factoren die van invloed zijn op steun voor de
PVV. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat statistische analyses worden uitgevoerd op
enquêtegegevens om de correlatie tussen demografische kenmerken, economische
omstandigheden en politieke opvattingen en steun voor de PVV te onderzoeken. Een
dergelijke benadering kan kwantitatieve gegevens opleveren die het mogelijk maken om
trends en patronen te identificeren op een bredere schaal, maar het kan moeite hebben om
de diepgaande, contextuele nuances te begrijpen die inherent zijn aan de interpretatieve
benadering.

Oorzaken van de onttevredenheid: Kijken naar een causaal verband → lijdt een grote
ontvredenheid in de politiek tot meer pvv stemmers?

Mijn persoonlijke voorkeur zou afhangen van de onderzoeksvraag en de aard van het
fenomeen dat wordt bestudeerd. Voor complexe sociale fenomenen waarbij diepgaand
begrip en interpretatie van menselijk gedrag centraal staan, zou ik geneigd zijn om de
interpretatieve benadering te verkiezen. Voor onderzoeksvragen die zich richten op het
identificeren van causale verbanden en het kwantificeren van sociale verschijnselen op grote
schaal, zou een naturalistische benadering meer geschikt kunnen zijn. Het combineren van

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floortjekoop1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,00
  • (0)
  Kopen