Hoorcollege uitwerkingen van Europees Recht aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Alle belangrijke wetsartikelen zijn eraan toegevoegd.
Week 1 t/m 5.
Wel aangeraden om de werkgroepen te volgen en te oefenen!
Hoorcollege 1 – Europese Unie: Aard, ontwikkeling en instellingen
De Europese unie is een internationale organisatie. Een internationale organisatie is een bij verdrag opgericht
samenwerkingsverband tussen staten met eigen taken en organen. Het centrale punt van zo’n organisatie is de
raad. Het tweede belangrijke orgaan is het dagelijks bestuur. Het derde belangrijkste orgaan is het algemene
secretariaat.
Een internationale organisatie is dus gebaseerd op een verdrag.
Hoe komt een verdrag tot stand? Het begint met onderhandelingen (1), als de verschillende partijen het eens
zijn met het verdrag gaat het naar de juridische afdeling die het verdrag (met artikelen) in elkaar zet. Deze
wordt uiteindelijk ondertekent (2) waarna het naar de parlementen gaat waar het geratificeerd wordt (3). Die
parlementen sturen het weer door naar het secretariaat.
Belangrijk bij verdragen is pacta sund servanda: Afspraken moeten worden nagekomen. (Art. 4 lid 3 VEU)
Intergouvernementeel vs. Supranationaal:
• Een intergouvernementele organisatie is een eenvoudige internationale organisatie en heeft een
algemene vergadering van de regeringsvertegenwoordigers (de raad). Daarnaast is er een dagelijks
bestuur, met daaronder een secretariaat. In zo’n organisatie heeft iedereen een vetorecht en moet
iedereen het eens zijn (unanimiteitsvereiste). De regeringen van de lidstaten zijn de baas van de
organisatie middels het vetorecht.
• De structuur van een supranationale organisatie is veel complexer (supra is boven). Er bestaat dan
niet meer alleen de drieslag. Er zijn veel meer verschillende organen met veel bevoegdheden, die veel
verder strekken. Hierbinnen wordt beslist met meerderheden. Een staat kan dus tegen zijn wil bij een
besluit gebonden worden. Dit kan middels een gekwalificeerde meerderheid. De internationale
organisatie staat dan (alleen) met betrekking tot het geattribueerde onderwerp boven de staten die
hierbij betrokken zijn.
Kenmerken van een supranationale organisatie:
1. Onafhankelijke organen
2. Besluitvorming bij meerderheid
3. Toezicht op nakoming
4. Eigen rechtsorde (Costa/ENEL arrest)
De Europese Unie is een supranationale organisatie.
Europese integratie:
,De Europese Unie is geen staat, maar een ‘club’ van staten; het is een steeds hechter verbond (art. 1 VEU) (het
is een proces, dat zich nog steeds beweegt). De Europese Unie verwezenlijkt gemeenschappelijke
doelstellingen van de lidstaten. Die (gemeenschappelijke) doelstellingen staan in art. 3 VEU.
Belangrijkste onderdelen:
- Interne markt
- Economische en monetaire unie
- Gemeenschappelijke activiteiten
- Justitie en politie
- Extern beleid
Belangrijkste kenmerken:
- Recht van gemeenschappelijke overheid
- Bron van wetgeving
- Relevant voor overheden, burgers en ondernemers
Je hebt primair recht, dat omvat alle rechtsregels die zijn neergelegd in het VEU, VWEU en het Handvest (die
zijn gemaakt door de lidstaten). Maar je hebt ook secundair recht, dat is recht dat is gemaakt door de
instellingen, dus niet door de lidstaten.
Institutioneel recht gaat over de ‘schaakstukken’; wat mag welke instelling doen? Materieel recht is het
inhoudelijk recht dat betrekking heeft tot het beleid van de EU. (Op het tentamen moet je onderscheid kunnen
maken tussen deze 2 rechten en moet je ze kunnen herkennen)
Instellingen van de Unie (art. 13 VEU):
Wie doet wat?
• Vaststellen van de grote beleidslijnen voor de Unie: De Europese Raad
• Regelgeving; vaststellen van wetgevende en andere regels: Het Parlement, de Commissie en de Raad
• Rechtspraak: Het Hof van Justitie (HvJ)
• Financiën: Europese Centrale Bank en de Rekenkamer
De verhouding tussen alle instellingen heet ook wel institutioneel evenwicht. De EU beschikt over een
institutioneel kader (art. 13 lid 1 VEU).
De 7 instellingen zijn:
• Het Europees Parlement
• De Europese Raad
• De Raad (van Ministers) van de Unie
• De Europese Commissie
• Het Hof van Justitie van de Europese Unie
• De Europese Centrale Bank
• De Rekenkamer (controle uitgaven en inkomsten van de EU)
• Daarnaast heb je ook andere (sub)organen
De Europese Raad (art. 15 VEU en art. 235-236 VWEU) is de hoogste instelling. De samenstelling bestaat uit
allerlei regeringsleiders. Belangrijke taken zijn verdragen opstellen of wijzigen (zie art. 48 VEU), en beleidslijnen
vaststellen.
De Europese Raad heeft een vaste voorzitter. Nu is dat de Belg Charles Michel (art. 15 lid 6 VEU). Zijn
voorganger was de Pool Donald Tusk en daarvoor de Belg Herman van Rompuy.
Een andere instelling is de Raad van de Europese Unie (ook wel De Raad) (art. 16 VEU en art. 237-243 VWEU).
De samenstelling bestaat uit vakministers die steeds wisselen per onderwerp. Die ministers maken dan ook
wetgeving. Hier kom je op voor je nationale belangen.
, De Europese Commissie (ook wel de Commissie) (art. 17 VEU en 244-250 VWEU). Deze bestaat uit 27 leden
(uit elke lidstaat één). De leden van de Commissie behoren onafhankelijk van hun nationale overheid te
functioneren; hij zit daar voor algemeen belang van de EU. Elke commissaris heeft een eigen portefeuille, maar
de Commissie neemt haar besluiten als college bij meerderheid.
De Taken van de Commissie:
• Toezicht op toepassing van Unierecht (ze kunnen lidstaten voor het Hof slepen)
• Uitvoering en beheer
• Externe vertegenwoordiging van de Unie
• Het voorstellen van wetgeving (initiatiefrecht): de Commissie heeft in heel groot aantal gevallen het
monopolie tot het doen van wetgevingsvoorstellen (art. 17 lid 2 VEU)
Je hebt ook een Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid (art. 18 VEU, art 16 lid
6 VEU, art. 27 VEU). Hij is lid (vicevoorzitter) van de Europese Commissie, en neemt deel aan de
werkzaamheden van de Europese Raad als het gaat over Buitenlandse Zaken e Veiligheidsbeleid. Nu is dit Josep
Borrell Fontelles.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (art. 19 VEU en art. 251-281 VWEU) in Luxemburg beantwoord
prejudiciële vragen.
De Europese Centrale Bank in Frankfurt zorgt dat de euro netjes georganiseerd blijft. De ECB voert het
monetaire beleid uit van de EU samen met de nationale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.
Het is een instelling van de EU met eigen rechtspersoonlijkheid (art. 282 lid 3 VWEU); zelfstandig en
onafhankelijk.
Het is de spil van het Europees Stelsel van Centrale Banken (de ECB en de nationale centrale banken van de
lidstaten).
Het Europees Parlement (art. 14 VEU en art. 223-234 VWEU) bestaat uit 750 leden plus een voorzitter. Het
aantal is over de lidstaten verdeeld op basis van systeem van ‘degressief-evenredige vertegenwoordiging’. Dat
betekent dat de kleine lidstaten beter zijn vertegenwoordigt. Uitgangspunt is het bevolkingsaantal van elke
lidstaat, maar met een forse correctie in het voordeel van de kleine lidstaten. Nederland heeft sinds 1 februari
2020 recht op 29 vertegenwoordigers.
Wie hebben de meeste invloed?: De Europese Raad wordt steeds belangrijker en neemt toe in macht. De Raad
is de belangrijkste wetgever. In feite is het de regeringen van de lidstaten (zie art. 4 lid 2 VEU).
Dus hoewel de EU supranationaal is, blijkt het toch deels intergouvernementeel te zijn. De Commissie en
Europees Parlement beroepen zich graag op een gemeenschapsmethode. Angela Merkel spreekt liever van een
Uniemethode; lidstaten en EU instellingen werken samen voor een goed resultaat.
De nationale parlementen zijn steeds belangrijker geworden, die zijn betrokken bij de herziening van
verdragen (art. 48 VEU). Er is ook een aantal protocollen dat ze een subsidariteitseis moeten doen. Je kunt dus
ook zeggen dat ze en democratisch tekort aanvullen ten opzichte van het Europees Parlement (art. 12 VEU).
Invloed op EU-wetgeving:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FNR. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.