Samenvatting tekstboek project
Maatschappelijke problemen: problemen waar de maatschappij graag een antwoord op heef
(ongeacht de wetenschappelijke stand van zaken).
Wetenschappelijke problemen: problemen waar men voornamelijk een bijdrage wil leveren aan de
wetenschap. Bv. tegensprekende theorieën, fenomenen spreken theorieën tegen, nieuwe
fenomenen, nieuwe wetenschappelijke analysetechniek toepassen, betere data, nieuwe theorie.
Een goede onderzoeksvraag is niet te algemeen, dus op één onderdeel specifek.
6 criteria voor hypothesen:
1. Een goede hypothese is weergegeven als een stelling (en geen vraag)
Hypotheses moeten weerlegt kunnen worden, dus moet ze de vorm van een stelling zijn.
2. Een goede hypothese is empirisch toetsbaar
Het moet vast te stellen zijn of een hypothese waar is of niet, en daarvoor moet je hem wel
empirisch kunnen toetsen. 3 soorten stellingen zijn niet empirisch te toetsen:
a) Evaluateve stelling
Dit is een beoordeling van een bepaald object of idee. Bv. woorden als mooi en goed.
b) Het vergelijkend waardeoordeel
Een dergelijke stelling vergelijkt de relateve waarde van bepaalde objecten of ideeën.
Bv. beter.
c) Prescriptef waardenoordeel
Hierbij worden woorden als ‘zou moeten’ of ‘mag niet’ gebruikt en is duidelijk normatef
van aard.
3. Een goede hypothese gaat over twee concepten en hoe ze aan elkaar gerelateerd zijn
Een goede hypothese moet aangeven wat de relate is tussen twee concepten. Dit kan fout
gaan op 3 punten:
a) Er is geen relate gespecifceerd
b) De stelling bevat minder dan twee concepten
c) De stelling bevat meer dan twee concepten
Het moet het liefst duidelijk zijn of het gaat om een directoneel of niet-directoneel verband
(dus welke richtng). Ook kan je kijken naar samenhangs-, verschil- of causale hypotheses.
Samenhang Verschil Causaal
Neutraal
Positief
negatief
Als de stelling minder dan twee concepten bevat dan gaat het om een louter beschrijvende
hypothese.
Als de stelling meer dan twee concepten bevat noemen we dat een compound hypothesis en
die zijn moeilijk empirisch te toetsen.
4. Een goede hypothese is betekenisvol en conceptueel helder
Er mag geen tautologie in een hypothese ziten. Er is sprake van een tautologie als beide
concepten eigenlijk overlappen en de hypothese dus per defnite waar is. Bv: populistsche
partjen verwijzen in hun retoriek vaker naar het volk dan niet-populistsche partjen’.
5. Een goede hypothese is algemeen geformuleerd en heef een duidelijke link met de
bestaande literatuur
Een hypothese moet duidelijk gerelateerd zijn aan de bestaande literatuur. Zo mis je geen
theorieën en verklaringen. Om dat te doen moet hij algemeen geformuleerd zijn. In de
, algemene hypothese moet in theoretsche termen weergegeven worden zodat duidelijk is
naar welke theorieën de hypothese kan verwijzen. (dus niet PvdA, maar sociaal-
democratsche partjen)
6. Een goede hypothese is plausibel
Het is geen kunst om een niet-plausibele hypothese te weerleggen. We zijn echter opzoek
naar patronen en daarom zijn hypothesen gestoeld op uitzonderlijke omstandigheden weinig
interessant.
Operationalisatie = het omzeten van abstracte concepten naar concrete, accurate, precieze en
meetbare variabelen.
Voordat je kan operatonaliseren moeten we eerst concepten defniëren. Dat doe je op basis van
bestaand onderzoek. Je maakt een beargumenteerde keuze over de defnites die je hebt verzameld.
Deze defnite vormt de basis van je operatonalisate. Deze defnite zet je om naar een variabele
waarvan je de waarden, onderzoekseenheden en meetniveaus bepaalt.
Waarnemingseenheden: waar we gegevens over hebben.
Analyse-eenheid: waar de onderzoek (hypothese) over gaat.
In de meeste gevallen, en zeker in kiezersonderzoek, zijn waarnemings- en analyse-eenheid dezelfde,
maar dat is niet altjd het geval.
4 meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval en rato.
Het meetniiveau bepaalt hoe gesofstceerd je statstsche toets kan zijn. Hoe hoger het meetniveau,
hoe beter de toets en hoe zekerder je kan zijn in je oordeel over je hypothese.
Bij het omzeten van abstracte concepten naar concrete en meetbare variabelen zijn er twee zaken
waar je in het bijzonder op moet leten: validiteit en betrouwbaarheid.
Validiteit: je meet wat je wilt meten
Betrouwbaarheid: bij herhaalde metng worden dezelfde meetresultaten gevonden.
Hoe breder het begrip, hoe moeilijker het is om er op valide en betrouwbare manier te meten.
4 criteria waaraan moet worden voldaan om te spreken over causaliteit:
1. Er moet een samenhang zijn (correlate is dus een basisvoorwaarde om te kunnen spreken
van causaliteit, maar is op zich niet voldoende).
2. De oorzaak moet voorafgaan aan het gevolg: temporaliteit.
3. Het verband tussen de twee variabelen moet plausibel zijn en een theoretsche grondslag
hebben.
4. Het verband mag niet weg verklaard kunnen worden door andere variabelen.
Er zijn namelijk altjd wel extra variabelen te bedenken die ook (een beetje) een bepaald
fenomeen kunnen verklaren, maar dat hoef niet noodzakelijk een probleem te zijn. Het
wordt pas problematsch wanneer die alternateve verklaring zowel je eigen verklaring als
het gevolg kan weg verklaren.
Aantekeningen werkcolleges
Onderzoek cyclus: probleem met bestaande theorieën. hoofdvraag hypothese data
verzameling analyseren (hypothese testen) conclusie/antwoorden hoofdvraag/kijken naar
hypothesen. (interpreteren)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annemijngommers67. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.