Diagnostiek en assessment in opvoeding, onderwijs en
hulpverlening
College 1 vrijdag 9 februari
Waarom assessment? Brede toepassing van testen
In de praktijk, kinderen met leer of gedragsproblemen dan spelen in proces van
binnenkomen assessment een rol.
Bij forensisch willen niet altijd de cliënten meewerken met de test. Bij gerechtelijke
beslissingen wordt er vertrouwd op zon test of professional die dat heeft afgenomen om tot
een bepaald besluit te komen.
Besluit neem je omdat er een vraag is. Vragen die je veel tegenkomt zijn dingen als:
- Wat is er aan de hand?
o Op school, thuis, op de opvang
o Met schoolse vakken, op sociaal-emotioneel gebied
- Waar(om) stagneert de ontwikkeling? Waarom blijft het hangen en op welke vlakken
zien we dat de ontwikkeling niet zo doorloopt als dat we zouden verwachten?
- Slaat de behandeling aan? Slaat wat we hebben besloten aan, kan je zien op
individueel niveau maar ook groter niveau in schoolse setting, werkt het onderwijs
dat we aanbieden?
We gaan kijken met welke testinstrumenten kunnen we ontwikkeling/situatie best in kaart
brengen en waar moeten we op letten. Geen van alle testen past precies maar hoe kies je
best passende en hoe interpreteer je de testuitslag en hoe wordt een goed test instrument
ontwikkeld?
Wat zijn de basis assumpties die ten grondslag liggen aan wat we willen testen, wat voor taal,
wat voor type test en eindigen naar een samenvatting.
Floris gaat niet helemaal lekker. Floris blijft achter, afgeleid, kortom zorgen over. Niet over
alles zorgen. Ouders zijn gescheiden en vader denkt ik was ook nooit zon ster op school dat
trekt wel weer bij. Vader heeft in voogdij regeling Floris in het weekend, moeder door de
weeks. Moeder deelt de zorgen van de school. Moeder ziet ochtenden voor school dat Floris
gaat huilen, slaan, bijten, schelden als hij naar school moet. Bij moeder zit de nood hoog. De
buurvrouw van moeder weet al wat er aan de hand is, had ook een nichtje en had ADHD en
dus dat is wat er met Floris ook aan de hand is. We willen weten wat speelt er echt, heel veel
perspectieven en persoonlijke kaders nu. Is dat gedrag thuis of op school echt ernstig of is dit
op het randje van normale ontwikkeling? Misschien normaal om af en toe een beetje
afgeleid te zijn.
,Wanneer zeggen we het is problematisch de schoolprestaties. En wat zijn de oorzaken,
verklarende mechanismes, wat gebeurt er? Van de verschillende perspectieven een
samenhangend verhaal maken. Zoveel mogelijk proberen objectief te meten voor zover dat
kan.
We moeten de juiste testen selecteren en op de juiste manier afnemen en de testscores juist
interpreteren. Daarvoor moeten we weten wat is de basis waarop de testen zijn gemaakt. Je
wilt eerst weten of de basis, de vloer het aquarium wel aankan, je wil weten wat is de basis
en kunnen we daarop gaan testen.
Wat zijn de voorwaarde dat we kunnen vertrouwen op testuitslagen. We moeten kunnen
onderbouwen waarom en wanneer we wel of niet gaan testen.
Bijvoorbeeld creativiteit, verstaan we wel hetzelfde onder creativiteit. We weten wat we
aannemen op het moment dat we een test gebruiken. Vervolgens moeten we de juiste test
gaan selecteren en daarvoor hebben we het doel nodig, wat is precies de hulpvraag en welke
testen kunnen daarop of op de geformuleerde hypotheses een antwoord geven.
,Differentiaal diagnosis; de hypotheses die we allemaal testen. Is er sprake van het een en het
ander of het een of een ander. Hoe zeker weten we dat de uitslag echt representatief is voor
het kind zelf, technische eigenschappen van testen verschillen. Is dit de meest
efficiente/minst belastende manier om dit te doen-> COTAN. Die beoordeelt testen en zegt
wat de technische eigenschappen zijn (kwaliteit van test).
Over wat voor soort vraag we hebben is de volgende stap. Een vraag kan verhelderend zijn,
niet per se voor degene die hulp zoekt maar voor jou als hulpverlener. Bij floris heel veel
verschillende meningen en geen feiten, eerst verhelderen wat gebeurt hier precies. Een ABC
uitvragen, antecedenten (wat gaat vooraf), behavior (hoe ziet gedrag eruit, wat gebeurt er
wat is onhandelbaar irritant geluid maken of met stoelen gooien), consequences (wat zijn de
gevolgen). Zo krijg je meer een beeld hoe de situatie in elkaar zit.
Kan ook zijn wat wil je ermee doen, wat wil je precies weten. Daar krijg je een van de
volgende opties op:
- Onderkennend (is er sprake van …)
o Beschrijvend, nog bezig met het verwerken van scheiding van ouders en
daardoor nog niet veel concentratie voor school
o Niveaubepalend, misschien een verstandelijke beperking en heeft dat door en
wil daarom niet naar school
o Classificerend, is er sprake van ADHD of autismespectrumstoornis
- Verklarend, hoe komt het dat floris niet mee kan komen in de klas. Is dat primair
omdat die zich niet kan concentreren en daarom geen informatie meekrijgt of de
informatie niet snapt en daardoor niet kan concentreren. Of in zijn hoofd discussie
van zijn ouders aan het afdraaien is.
- Veranderingsgericht, als we dit doen gebeurt er dan dit? Dus als we floris vooraan in
de klas zetten, kan hij dan wel beter meekomen met wat er wordt gezegd?
- Adviesgericht, antwoord van veranderingsgerichte vraag kan zijn ja het helpt. Maar
advies kan zijn we gaan oefenen met concentreren als je verder in de klas zit voordat
hij afhankelijk is van vooraan zitten. Dus wat kunnen we doen om deze situatie te
verbeteren?
- Evaluerend, wat is het effect geweest van een bepaalde plaatsing etc.
Al deze vragen hebben verschillende soorten
assessments nodig om een antwoord te
geven. Antwoord proberen we te geven in
diagnostisch traject, zodat de stappen gelijk
blijven. Variaties op de empirische cyclus.
Procesmodel diagnostiek
Regulatieve cyclus
Diagnostische cyclus
Handelingsgerichte cyclus
Iedere cyclus heeft zijn eigen nadruk maar
de basis is hetzelfde. Hoe je het verzamelen
van informatie in zo een proces kan
structureren.
, In dit kader veel van elkaar onderscheiden. Een klacht is niet hetzelfde als een probleem.
Leerkracht in wassenaar waarbij inkomen ouders boven miljoen ligt, vindt dat een kind slecht
kan leren zegt misschien minder dan een leerkracht in Rotterdam zuid die hier zegt dat een
kind niet kan leren. Groep waarop het afwijken is gebaseerd is heel anders. Kind in
wassenaar, veel bijlessen etc. kan zijn dat kind hier vmbo-tl advies heeft. Terwijl is anders dan
een kind dat tot zijn 18e bezig is met niveau van groep 6 te halen. Dus belangrijk om
onderscheid te maken tussen hij luistert nooit of hij kan niet horen.
Probleem is eruit, maar wil niet zeggen dat het nodig is om een classificatie hieraan te
hangen. Dat is soms geen antwoord. Soms brengt dat meer nadelen dan voordelen met zich
mee.
Classificatie stel sprake van ADHD, maar dat verklaart helemaal niks. Classificatie is een setje
van gedragingen, we zeggen als we die gedragingen bij elkaar zien noemen we dat ADHD is
niet zo dat er sprake is van dezelfde onderliggende oorzaak. Dus onder dat label zelf kunnen
allerlei verschillende verklaringen passen. Symptomen worden dus nooit verklaard door
classificatie.
Testuitslag is geen diagnose, zelfs al heb je de beste vragenlijst en zegt 100% dat wat er is
ingevuld er sprake is van een stoornis. Wil niet zeggen dat je dan een diagnose moet stellen,
dat dat de best passende verklaring is. Altijd aan jezelf om dat te wegen aan de rest van de
situatie en andere testuitslagen/scores. En dan zeggen hier is wel of geen sprake van dit.
Differentiaaldiagnose bij floris; hypothese 1 = floris heeft ADHD, dus test inzetten om ADHD
te testen. Hypothese 2 = floris is momenteel emotioneel bezig met verwerking scheiding
ouders, neemt zoveel cognitieve bandbreedte op en kost hem emotioneel zoveel dat hij geen
ruimte heeft voor school nu. Hypothese 3 = misschien kijkt Floris naar buiten omdat hij niet
zoveel hoort, op 7 jaar erachter komen dat het kind slechthorend is. Hypothese 4 =
cognitieve achterstand, verstandelijke beperking, cognitief niet de capaciteit heeft om de les
bij te houden en daarom afhaakt.
Kan zijn dat er sprake is van 1 of meerdere hypotheses die blijken ondersteund te worden en
dan comorbiditeit. Wel goed om dan een idee te hebben dat eerder of later komt.
Assessment is breder dan de diagnostische context. Ook in sollicitatieprocedure wordt
assessment ingezet. Alle regels voor assessment gaan overal op voor assessments.
Assessmentproces, wat zijn onderdelen van zo een proces. De woorden worden vaak door
elkaar heen gebruikt.
- Test, representatieve steekproef van gedrag van individu. Systematische manier om
informatie te verzamelen en daarmee een belangrijk onderdeel van assessment.
Inktsetters, de vraag is wat stelt het voor. We krijgen een antwoord; meerdere
samples hopen we op een representatieve steekproef. Vaak willen we het gedrag op
meerdere manieren in kaart brengen; multi-method. Stel we hebben een vraag over
executieve functies, je wilt een representatief beeld.
o Multi-modal, gebruik van meerdere informatiebronnen; ouder, professional,
kind zelf. Vaak zijn de settings en ervaringen heel anders tussen ouders,
persoonlijk betrokken, eigen set van wensen/verwachtingen/eigen bagage.
Die hebben daar een andere kijk op dan een professional. Een docent of