Leerkracht – pedagogisch klimaat, College 1: Leerkracht-leerling relatie P a g i n a 1 | 51
COLLEGE 1: LEERKRACHT-LEERLING RELATIE
Communicatie speelt een grote rol in de relatie tussen de leerkracht en de leerling. In dit college onderzoeken we
verschillende vormen en aspecten van de communicatie.
In het interactiecollege komen aan bod: sensitiviteit en de pedagogisch sensitieve leerkracht; verschillende typen
leerkrachtgedrag, de basisbegrippen van Gordon (gelijkwaardigheid, ontvankelijkheid, echtheid, aanvaarding en
empathie), verschillende niveaus van communiceren volgens de ervaringsgerichte dialoog, ik-boodschappen en
effectief complimenteren en feedback geven.
Alles staat daarbij in het teken van het opbouwen en optimaliseren van de relatie leerkracht - leerling.
Overkoepelend doel:
- De student kan het positieve gedrag van kinderen stimuleren door pedagogische ondersteuning te bieden aan
kinderen
- De student kan het gedrag van kinderen beïnvloeden door effectief te communiceren.
Subdoelen:
- De student kan uitleggen wat pedagogische sensitiviteit is en op welke manieren een leerkracht sensitief kan zijn.
- De student kan de basisbegrippen van Gordon (gelijkwaardigheid, ontvankelijkheid, echtheid, aanvaarding en
empathie) uitleggen en toepassen in een gesprek.
- De student kan de verschillende niveaus van communiceren volgens de ervaringsgerichte dialoog onderscheiden
en zelf de laatste fase toepassen
- De student kan ik-boodschappen formuleren en effectief complimenteren en feedback geven.
- De student kan het gedrag van kinderen analyseren met de Acceptatierechthoek.
- De student kan de psychologische basisbehoeften van een kind benoemen en uitleggen.
Model pedagogisch klimaat (volgens het concept van adaptief onderwijs, Luc Stevens)
- Basisbehoeften
- Instrumenten van de leerkracht
- Kenmerken pedagogisch klimaat
Basisprincipes pedagogische sensitiviteit:
onvoorwaardelijk respect voor kinderen, leerlingen willen
begrijpen en leerlingen via begrip verbinden aan jou als
leerkracht, aan medeleerlingen of aan taken.
Goed leraarschap:
- Alertheid en emotionele objectiviteit (Marzano, 2014)
- Sensitiviteit (opmerken van signalen) en responsiviteit
(reageren met pedagogische tact) (Bakx (2015)
Leerkrachten moeten vaak directe besluiten nemen waarbij ze gebruik maken van tactic knowledge (de meer
verborgen, intuïtieve en praktisch belichaamde kennis).
Pedagogische sensitiviteit: weten of kunnen aanvoelen wat pedagogisch juiste keuzes zijn in pedagogische
situaties die niet te voorspellen zijn. Balans zoeken tussen diverse belangen, zoals het belang van de leerling,
medeleerlingen, het onderwijsprogramma, de doelen, het eigen perspectief en waarden en normen. Het gaat er
dus over wat de leraar in een specifieke situatie precies waarneemt van de taal en expressie van de leerling(en) in
de situatie, vervolgens speelt dit een rol in hoe hij dit interpreteert. Tot slot is met tact handelen belangrijk, op zo’n
manier dat de boodschap respectvol overgedragen wordt door de wijze van handelen via oogcontact, mimiek, taal
of acte en zodanig dat de leerling de boodschap of acte van de leerkracht begrijpt.
, Leerkracht – pedagogisch klimaat, College 1: Leerkracht-leerling relatie P a g i n a 2 | 51
Meer systematische aandacht en zorg voor affectieve relaties tussen leraren en individuele leerlingen binnen
scholen levert winst op voor zowel leerlingen als leraren.
Invloed en nabijheid:
Basisbegrippen Gordon: Reflectief luisteren:
De empathieschaal heeft 4 waarden:
- Niveau 1: Afwijzing
- Niveau 2: Tekortdoen
- Niveau 3: Meevoelen maar eigen agenda
- Niveau 4: De leerkracht die luistert
Interactievaardigheden: actief luisteren (taal van acceptatie), ontvangen en volgen, samenvatten, zich verplaatsen
en kinderen op elkaar betrekken, revoicing, vragen stellen en wisselende beurtverdeling hanteren.
Acceptatie rechthoek: Doceer-leergebied: