Les 1
Leerdoelen
1. Legt uit waaruit het spijsverteringsstelsel is opgebouwd en welke accessoire organen hierbij
betrokken zijn.
2. Haalt spijsverteringsprocessen uit elkaar.
3. Geeft weer op welke wijze hormonen en enzymen een rol spelen tijdens de spijsvertering.
https://fontys.mediamission.nl/Mediasite/Play/3a859a2108a649e89349c3b7f59bc8031d
https://fontys.mediamission.nl/Mediasite/Play/37027aca1a12496f8b0c6af81da4524d1d
Weg van voedsel:
- Mondholte (cavitas oris)
- Keelholte (pharynx)
- Slokdarm (oesophagus)
- Maag (gaster)
- Dunne darm (intestinum tenue)
* 12-vingerige darm, eerste stuk
(duodenum)
* nuchtere darm, tweede stuk
(jejunum)
* kronkeldarm, derde stuk (ileum)
- Dikke darm (intestinum crassum)
* blinde darm (caecum)
* colon (ascendens (omhoog) /
transversum (naar rechts) /
descendens (omlaag) , sigmoid (in een bocht))
* endeldarm (rectum)
- Anus
De spijsvertering bestaat uit zes processen:
1. ingestie (voedsel komt via de mond spijsverteringskanaal binnen)
2. mechanische verwerking (bewerking voedsel door tong, gebit, kanaal)
3. vertering (afbraak voedsel)
4. secretie (afgifte water, zuren, enzymen)
5. opname (via dekweefsel verteringkanaal)
6. uitscheiding (verwijderen afvalstoffen, ingedikt, feces)
,- Koolhydraten in de mond, naar de maag en wordt steeds kleiner geknipt. (laatste bladzijde
hoofdstuk 16)
- Eiwitten in de maag, maakt samen met pepsine polypeptiden.
- Aminozuren zijn korte eiwitketens.
In het eerste stuk van de dunne darm wordt nog verteerd, dit gaat even door om verder in de dunne
darm vetten, koolhydraten en eiwitten op te kunnen nemen in de bloedbaan.
Twaalfvingerige darm = duodenum
Glandula salvaria (speekselklieren)
- In de mond, 1/1,5 L speeksel per 24 uur
- 6 grote speekselklieren
Mondholte en Pharynx (keelholte)
- Neus-keelholte, nasofarynx
- Mond-keelholte, orofarynx
- Strottenhoofd-keelholte, laryngofarynx
Gaster (maag)
Verdelen in:
- Cardia, overgang oesophagus-maag
- Fundus, bovenste, hangt tegen diafragma
- Corpus
- Anterum, onderste gedeelte voor uitgang -
Pylorus, maagportier
Functie: -
Tijdelijke opslag -
Mechanische en chemische afbraak -
Productie stoffen: Slijm, bescherming maagslijmvlies. Productie intrinsic factor, voor vit B12 opname
in de darm, rode bloedcellen aanmaken. Productie pepsinogeen, door maagzuur omgezet in pepsine,
knipt eiwitten. Productie maagzuur, zoutzuur, bacteriën doden, eiwitten denatureren, pepsinogeen
activeren. Productie gastrine, hormoon voor maagzuurproductie, ook in dunne darm.
Pariëtale cellen en zymogene cellen, hoofdcellen kom je in de maag tegen.
,- Pancreas (alvleesklier)
12 tot 15 cm
Pancreas ligt achter maag.
Duodenum ligt om pancreas heen.
Functie Pancreas
- Endocriene functie
Insuline en glucagon door eilandjes van
Langerhans
- Exocriene functie
Pancreassap voor spijsvertering dunne darm
Spijsverteringssap: enzymen en buffers
(neutraliseren)
Via ductus pancreaticus (samen met ductus
choledochus) via papil van Vater in duodenum.
Hepar (lever)
Grootste inwendige orgaan (1,5 kg)
Duizenden kleine celformaties (lobuli hepatis)
Leverfuncties:
1. Regulering stofw.
2. Hematologisch reg.
3. Galvorming
, - Intestinum tenue (dunne
darm)
3 tot 6 meter
- Duodenum (12-vinger)
Neutraliseert chymus,
ontvangt enzymen (papil v.
Vater)
- Jejunum (nuchter)
Chemische vertering,
watertoevoeging, opname
- Ileum (kronkel)
Meeste vertering en opname, opname B12
Functie
1. Absorptie voedingsstoffen (90%)
2. Peristaltiek (voortbewegen, kneden)
3. Secretie (darmsappen, slijm, H2o)
Hiervoor groot oppervlak nodig:
- darmplooien (plicae circularis, plooien van Kerckring)
- darmvlokken (villi)
- microvilli (borstelzoom)
Tussen villi zitten putjes (lieberkühncrypten).
Monden verschillende kliertjes uit (slijm, bicarbonaat, enzymen)
- Intestinum crassum (dikke darm)
+/- 150 cm
- caecum (met appendix: rechts in buik)
- colon
* colon ascendens
* colon transversum
* colon descendens
* sigmoïd
* rectum
- Colon bezit haustra (uitstulpingen: lengte
/breedte uitrekken)
- Colon bezit géén villi