Hoorcollege’s
1= Wat maakt wetenschap tot echte wetenschap?
2= Waar is wetenschap goed voor?
1 week 1: 2–5
Wat is WF? Newton, Hume, Kant, dubbele agenda WF.
2 week 1: 5-9
Verlichting, Marx, Hume, Kant, Haber, Macht van wetenschap
1 week 2: 10-14
Nieuwe interesse WF, Popper (+ toepassing mensw.), Deugden, Mens-, vs Natuur Wetenschap,
verstehen.
2 week 2: 15 – 20
Menswetenschap is wetenschap, Methoden, Max Weber, Wetenschap als beroep
Resp. week 2: 20 – 22
Wetenschap bevrijdt NIET van bijgeloof, link Weber, Probelemen Weber, Instrumentele Rationaliteit.
1 week 3: 23 – 28
Kuhn, Paradigma, Wetenschapsflo is mislukt, onsequenties
2 week 3: 28– 33
Foucault, Assujetssement, What is enlightenment, Power/Knowledge, Macht volgens Foucault,
Bevrijding van macht?, onclusie: is wetenschapsflosofe mislukt?
Onderwerpen A-Z
Aristoteles 2
Assujetssement 30
Bentham 11
ommunistisch Manifest 7-9
ontingent 25-26, 33
omte 11
Einstein 11, 15, 23-25
Foucault 23, 29-36
Falsifcatieprincipe (Popper) 11-14, 22-24, 29
Haber 8
Hume 3-6, 10, 12, 14
Inductieprobleem (Hume) 3, 10, 12, 14, 15, 23
Incommensurabiliteit 25
Kant 3-7, 10, 14
Keerzijde wetenschap 8, 20
,Kuhn 23 – 27
Kuhn VS Popper 25
Marx 7, 9, 12, 16, 17, 33
Methoden menswetenschap 16
Mislukking wetenschapsflosofe 26-28
Newton 3
Oorzaak-Gevolg (O-G) 2-4, 10, 14
Paradigma 23-27, 29
Power/knowledge 30, 31, 33
Popper 11-16, 22-25
Transcendentale Rede (Kant) 3-5
Verlichting (18e eeuw) 5-9, 30-35
Verstehen 13-15
Waar is wetenschap goed voor? 2, 7-8, 20, 29
Wetenschap als beroep 18
Wetenschappelijke deugden 13, 28
Weber 13, 17-22, 29-32
What is enlightenment (WG)? 31, 34-36
1
,Hoorcollege 1 week 1 (08/1/2018)
Waarom wetenschapsflosofee
Wetenschap is belangrijk, heef en geef status.
Wetenschap is de kern van hoe de westerse samenleving over zichzelf denkt.
Sociale- en geesteswetenschappen vragen zich af: is wat wij doen wel wetenschap?
Twee belangrijke vragen voor wetenschapsflosofe
Wat maakt wetenschap tot echte wetenschap? (Maandag)
Waar is wetenschap goed voor, wat doet wetenschap eigenlijk? (Woensdagen, zie responsie
op p. …)
Het ontstaan van wetenschapsflosofe
Wetenschapsflosofe ontstond in de 18 e eeuw in het moderne westen als reactie op de
wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw
o De 17e eeuwers dachten dat ze iets totaal nieuws deden, iets afwijkends van
bestaande kennis. Nieuwe kennis in de zin van:
1. Dingen die we nog niet wisten
2. Kennis van een andere aard
o Er is een continuuteit tussen de moderne wetenschap en de ontwikkelingen uit de 17 e
eeuw. De oorsprong van natuurwetenschappelijke kennisvormen die we nu hebben
gaat terug naar de 17e eeuw (denk aan hydraulica en astronomie).
o Destijds werd de nieuwe wetenschap nog gezien als een bewijs voor het bestaan van
God.
Alles werkte via mechanismen (zie verder onderaan), maar de klokkenmaker
= God.
Aristoteles + Nova Scienta
o Breuk met het denken over de natuur op de wijze van Aristoteles: hij gaf vier
oorzaken voor veranderingen op aarde.
Vier oorzaken Aristoteles:
o 1. Materiële oorzaak (stofen, water voor de boom)
o 2. Formele oorzaak (de boom weet hoe hij moet groeien, plan waarnaar gestreefd
wordt door organismen)
o 3. Finale oorzaak (Doel, komt voor levende dingen overeen met formeel)
o 4. Werkoorzaak (De boom groeit omdat de tuinman hem plant) destijds was dit de
minst belangrijke oorzaak, maar dit noemen wij nu (wetenschappelijk denken) ‘DE
oorzaak’.
Wetenschappelijk denken van de revolutie kent alleen werkoorzaken (‘DE oorzaak’).
Verklaart alles vanuit oorzaak-gevolg.
o VB: de wereld is een klok, een door mechanismen en wieltjes aangedreven geheel.
o Bacon: ‘Nova Scientia’ = nieuwe wetenschap, alles is een oorzaak-gevolg relatie
alles wordt aangedreven door simpele mechanismen die elkaar beunvloeden (groei
boom = chemische reactie oorzaak-gevolg. Vorm ligt wel vast, maar ook door
oorzaak-gevolg).
2
,Isaac Newton
Een belangrijk voorbeeld van wetenschappelijk denken is de natuurkundige Isaac Newton
(1687). Hij ontwikkelde de drie weten van beweging die alle bewegingen konden verklaren
(‘planeten bewegen niet altijd even snel’).
De nieuwe kennis riep vragen op
o wat zegt dit over alle bestaande kennis? (Bijvoorbeeld over de inrichting van de
maatschappij, aard van de mens, geschiedenis, ecologie.)
o Is deze kennis ook op andere gebieden (dan planeten) toepasbaar?
De vragen en verbijsteringen zorgden voor het ontstaan van wetenschapsflosofe .
Samengevat
In de 17e eeuw ontstaat nieuwe kennis en hiervan (de ‘nieuwheid’) zijn mensen zich bewust.
Mechanisch wereldbeeld: gebaseerd op empirische manier van waarnemen in combinatie met
mathematisch model dat kennis/verschijnselen verklaart en controleerbaar maakt.
Newton beschrijf op het gebied van bewegingen een ‘oorzaak en gevolg’ relatie en dit zorgt ervoor
dat mensen deze kennis uitbreidbaar willen maken naar meerdere gebieden. Het denken over de
nieuwe wetenschap zorgt voor het ontstaan van wetenschapsflosofe.
Hume en het inducteprobleem
Heef de ambitie om te doen voor de maatschappij wat Newton beschreef over planeten
(wetenschap naar “beneden” halen).
Fundamentele problemen hierbij waren: wij zien gebeurtenissen die verbonden lijken, maar
de werkelijke band tussen oorzaak en gevolg, tussen het een en het ander, zien wij niet. Wij
DENKEN in oorzaak en gevolg, maar hoe weten we zeker dat een bepaalde oorzaak een
bepaald gevolg heef? inductieprobleem
Inducteprobleem: Voorbeeld: ‘Alle zwanen zijn wit’ dit valt niet te bewijzen.
o 1. Er kunnen ons gevallen zijn ontgaan, dus kan er niet met zekerheid gezegd worden
dat we iets weten. Je kunt niet alle zwanen zien.
o 2. In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.
Ander voorbeeld: Biljartbal. Je stoot met de queue tegen de wite, die stoot tegen de rode en
beweegt deze.
o O-G: de wite bal beweegt de rode bal
o Maar: We ZIEN de o-g niet! We zien alleen eerst de wite en dan de rode bewegen,
maar de oorzaak van deze beweging (energie, etc.) is onzichtbaar.
onclusie: omdat wij in werkelijkheid geen noodzakelijke verbinding zien tussen oorzaak en
gevolg, berust al onze kennis op ervaring (dingen die we hebben waargenomen in het
verleden). Op grond van deze ervaringen trekken wij conclusies: maar ervaring kan nooit tot
werkelijk zekere kennis leiden. (Zie ook pagina …)
Met inductie gebruik je empirie om tot algemene regels te komen, maar als je
oorzakelijkheid niet kunt waarnemen, is dat niet mogelijk.
Hume stelt: ook Newton’s kennis is geen zekere kennis.
Kant en de Transcendentale Rede
Reageert op Hume en zijn claim dat Newton’s kennis niet “echt en zeker” is.
Komt met een overtuigend antwoord op het inductieprobleem: ‘Wat Newton ons vertelt, is
echte, ware kennis: wetenschap is echt, zeker en betrouwbaar. David Hume heef gelijk in
3
, dat wij de zekerheid van deze kennis niet aan de ervaring kunnen ontlenen, omdat wij de
logische band tussen oorzaak en gevolg niet kunnen zien of ervaren.’
o Hoe is dat op te lossen?
o Mogelijk antwoord: transcendentale rede.
Transcendentale Rede: achter onze (eigen) ervaring ligt de transcendentale rede, een
algemene rede, ten grondslag die onze ervaring van de werkelijkheid structureert. De
transcendentale rede bepaalt hoe wij naar onze eigen wereld kijken. Het structureert onze
ervaring van de wereld.
o Kant ontwikkeld de transcendentale rede met het volgende idee: ‘als we willen
begrijpen wat Newton beschrijf, dan moeten we niet kijken naar de (achter ons
liggende) transcendentale wereld, maar naar de transcendentale rede die bepaalt
hoe wij naar onze eigen wereld kijken.’
Transcendentale wereld: De wereld die achter onze wereld ligt. Achter de
wereld waarin wij leven en die wij zien en ervaren ligt een andere wereld:
deze bepaalt onze wereld en werkelijkheid (bijvoorbeeld waarin ideeen
bestaan of God is) maar wij kunnen deze niet zien. (VB fundementale
gedachte hristendom, Griekse flo, Jodendom, etc.)
Newton had kennis van ONZE wereld, niet de wereld die achter ons ligt. Dit
maakt de kennis anders, een nieuw soort kennis, kennis van een andere
orde. De kennis is zeker, om dit te begrijpen moeten we naar de TR kijken.
De TR zorgt ervoor dat we de wereld altijd ervaren in O-G relaties. Hierom is Newton’s
kennis mogelijk. We kunnen nooit zeker weten of iets echte kennis is, maar de TR verklaart
waarom we het zo ervaren.
De structuur in ons denken in vorm van de TR zorgt ervoor dat het mogelijk voor ons is om
kennis te hebben/de wereld op een bepaalde manier te verklaren. ‘De wereld biedt ons geen
kennis, de transcendentale rede doet dat.’
Hoe is ware kennis mogelijke
opernicaanse wending (= revolutie) (Kant): ‘Kennis is een aspect van het kennen zelf, het is
niet een aspect van de wereld of van het zijn. De TR legt zaken/structuren op aan de
werkelijkheid en die opgelegde zaken maakt het voor ons mogelijk om de wereld te kennen.’
Samenvatting TR
Onze kennis wordt geconstrueerd en is geen weerspiegeling van de werkelijkheid. De TR ligt
aan alle ervaringen ten grondslag.
Het bestaat niet per defnitie
We kunnen het niet zien en ook niet in ons ervaringsbeeld zelf vinden.
Het is een inherent (onlosmakelijk) problematisch concept: is het een wereldziel? Is het de
menselijke geschiedenis met steeds verbeterde denkstructuren?
Voorbeeld bestaan TR: i = Wortel-1
Er bestaan geen wortels uit negatieve getallen. i is een abstract, geconstrueerd getal dat in
werkelijkheid blijkt te werken!
Het is niet ontleend aan ervaring, kan in de werkelijkheid nergens gevonden worden, maar het
heef wel een directe toepassing op hoe de werkelijkheid werkt.
Opruimen van bestaande overtuigingen die niet op wetenschap berusten.
Hume (Heiden) Zijn aard van denken over wetenschap staat in dienst van ontkenning
rationele theologie: ‘We hebben geen echte ervaring met oorzaak-geolg en kunnen denken
4