Hoofdstuk 17 – Aanbod van geld
Hoofdstuk 17.1 – Functies van geld
Geld is een algemeen aanvaard ruilmiddel waarmee betalingen kunnen worden verricht.
Geld heef verschillende uunctess namelijk als ruilmiddels rekenmiddel en oppotmiddel.
Geld als ruilmiddel
De primaire uuncte van geld is die van ruilmiddel. Geld maakt het mogelijk de ruil van de producten
op te splitsen in twee delen. Zo ontstaat er ook tjdsverschil tussen de verkoop van het ene product
en de aankoop van het andere product.
Bij een hoge infate uunctoneert geld niet meer goed als ruilmiddel. De koopkracht van het geld
daalt dan heel snel en mensen geven geld snel uit nadat zij het ontvangen hebben.
Bij een hyperinfate gaan mensen weer over tot een goederenruil aangezien het geld de volgende
dag niets meer waard is.
Geld als rekenmiddel
We drukken de waarde van goederen en diensten uit in geld. Geld is de rekeneenheid van de
moderne markteconomie. Het gebruik van geld vermindert het aantal prijzen in de economie.
Een hoge infate maakt geld als rekeneenheid totaal ongeschikt. Ondernemers moeten prijzen
voortdurend aanpassen om de geldontwaarding bij te houden.
Geld als oppotmiddel
De derde uuncte van geld is die van oppotmiddel ou vermogensobject. Je kan geld bewaren en het in
de toekomst weer gebruiken. Je kunt dan bestedingen uitstellen.
Bij hoge infate verliest geld zijn uuncte als vermogensbestanddeel. Mensen die kasgeld aanhoudens
merken dat de koopkracht ervan snel auneemt. Ze zullen daarom hun liquide middelen beleggen in
bijvoorbeeld onroerend goeds goud ou vreemde valuta’s.
Het gebruik van geld zorgt ervoor dat mensen veel minder tjd kwijt zijn aan de ruil van producten.
De transactekosten van de ruil zijn in een economie met geld veel lager dan in een economie zonder
geld.
Hoofdstuk 17.2 – Geldsoorten
Intrinsieke waarde = de marktwaarde van het materiaal
Nominale waarde = de waarde die op de munt staat
Nadeel geld: munten zijn zwaar en productee en transportkosten zijn hoog e> biljeten
Fiduciair geld = de waarde ontleent aan het vertrouwen van de consument (biljetenn.
Rente is de beloning voor het austaan van liquide middelen. Geldlener betaalt aan de
geldverstrekker.
Wederzijdse schuldaanvaarding = kredietverlening door primaire banken waarbij de bank een
kortlopende schuld erkent aan de kredietnemer.
,Hoofdstuk 17.3 – Geldhoeveelheid en binnenlandse
liquiditeitenmassa
Chartaal geld is geld dat je in je handen kan pakkens zoals munten en biljeten.
Giraal geld is geld dat op de bankrekening staat. Je kunt het niet in je handen houdens maar je hebt
het wel.
Primaire liquiditeitenmassa is al het chartale en girale geld. Met dit geld kan je direct betalen/
Geldhoeveelheid (M1) = al de primaire liquiditeiten in handen van het publiek.
Secundaire liquiditeitenmassa zijn gelden waarvan de looptjd van spaartegoeden van het publiek
korter is dan 2 jaar. e> direct opeisbare spaartegoeden en termijndeposito’s.
Kortlopend spaargeld is ‘bijna geld.’ Je kan het snel omzeten in geld
Binnenlandse liquiditeitenmassa (M3) is het primaire en secundaire liquiditeitenmassa. Men noemt
dit ook wel geldhoeveelheid in ruime zin.
Hoofdstuk 17.4 – Banken en toezicht
Financiële instellingen maken deel uit van het fnanciële systeem van de economie. Het fnanciële
systeem vervult uunctes voor een gezonde groei van de economie:
- Geldschepping via wederzijdse schuldaanvaarding. Banken scheppen geld en hiervoor
ontvangen zij rente over het geld dat ze uitlenen.
- Doorgifte van geld van mensen die geld over hebben aan mensen die geld tekort hebben.
- Efficiënt betalingsverkeerc Snel en goedkoop kunnen betalen e> diensten via internet.
- Aanbieden van andere fnanciële diensten, zoals verzekeringen.
Monetaire fnanciële instellingen, ofewel geldscheppende instellingens mogen primaire
liquiditeiten scheppen door uitgife van bankbiljeten en munten en door wederzijdse
schuldaanvaarding (crediteuren in rekeningecourantn.
Niet geldscheppende instellingen mogen alleen krediet verlenen uit het toevertrouwde spaargeld.
Zij geven geld alleen door.
Liquiditeit van een bank geef aan ou zij kan voldoen aan haar kortlopende verplichtngen. De
vereiste liquiditeit is de verwachte betalingsverplichtngen van een bank in een bepaalde periode.
Rentabiliteit meet de verhouding tussen de winst en het eigen vermogen.
Solvabiliteit is de mate waarin zij met haar kapitaal onverwachte verliezen op debiteuren kan
opvangen.
De bank uor internatonal setlements in Bazel is de belangrijkste overlegplatorm tussen landen over
een wereldwijde standaard voor solvabiliteitseisen.
Bazel l-akkoord e> de verhouding tussen het totale kapitaal en de naar risico gewogen
debiteuren minimaal 8% moet bedragen.
Bazel lleakkoord e> risicovolle kredietverlening duurder en dus minder aantrekkelijk maken.
Bazel lleakkoord e> meer kapitaal met aandelenkapitaal en ingehouden winsten.
Banken die te groot zijn om uailliet te gaan (too big to failn worden ook wel systeembanken genoemd.
Deze banken vormen samen de Europese bankenunie. Deze unie rust op 4 pijlers:
- Centraal toezicht. Banken moeten volgens het Bazel llleakkoord aan strengere eisen op het
gebied van liquiditeit en solvabiliteit voldoen. Het toezicht op de systeembanken ligt bij de
Europese Centrale Bank.
- Centrale sanering van falende banken. Natonale overheden houden hun systeembanken
overeind door ze van extra kapitaal te voorzien (bail-outn.
, - Centrale bankfonds. Banken vullen een geldpotje met geld voor ualende banken.
- Geharmoniseerd depositogarantestelsel. Garante van spaardeposito’s.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nicolevdberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.