Leerdoelen hoorcolleges
MDL
Inhoud
Hoorcollege 1.........................................................................................................................................3
Voedingsproblemen die voorkomen bij aandoeningen in mond, keel of slokdarm herkennen en
beredeneren welke (voedings-) interventes nooddakelijk dijn bij aandoeningen in mond, keel of
slokdarm.............................................................................................................................................3
De indicates voor voeding met een aangepaste consistente benoemen..........................................7
Indicates voor sondevoeding benoemen...........................................................................................7
Verschillende types sondevoeding herkennen...................................................................................8
Soorten sondes en toedieningswegen of –mogelijkheden benoemen...............................................8
Peri-operatef voedingsbeleid opstellen, voedingsadvies geven en.................................................10
uitvoeren..........................................................................................................................................10
hoorcollege 2........................................................................................................................................12
Je benoemt welke maagdiekten dich voor kunnen doen en geef hier voedingsadvies bij...............12
Hoorcollege 3.......................................................................................................................................20
Hoorcollege 4.......................................................................................................................................27
..........................................................................................................................................................27
Je beredeneert welke voedingsproblemen ontstaan na resectes van delen van de dunne darm...27
Je beredeneert welke (voedings-)interventes nooddakelijk dijn na resectes van (delen) van de
dunne darm......................................................................................................................................28
..........................................................................................................................................................32
Je past voedingsinterventes toe bij resectes, diverse stoma’s het Short Bowel syndroom en geef
praktsch advies................................................................................................................................34
Hoorcollege 5: Voeding bij aandoeningen in de dikke darm................................................................39
Je kan de anatomie van de dikke darm beschrijven.........................................................................39
Je kan de functes van de dikke darm beschrijven............................................................................39
Je kan beredeneren welke problemen ontstaan bij diektes of resectes van de dikke darm...........40
Je kan beschrijven welke stoma’s er aangelegd kunnen worden.....................................................43
Je kan voedingsadvieden geven bij aandoeningen en resectes van delen van de darm..................44
Je kan voedingsadvieden geven bij colonstoma en ileostoma..........................................................46
,Hoorcollege 6: Leverproblematek.......................................................................................................48
Leverfunctes t.a.v. voeding..............................................................................................................48
Voedingsadvies bij diverse leverproblematek.................................................................................48
Hoorcollege 7: Pancreas.......................................................................................................................51
Je kunt de voedingsgerelateerde symptomen die voorkomen bij acute en chronische pancreatts
beschrijven.......................................................................................................................................52
Voedingsadvieden bij milde en ernstge acute pancreatts en voedingsadvieden geven bij
chronische pancreatts.....................................................................................................................53
Uitleggen wanneer er oraal, enteraal of parenteraal kan worden gevoed bij pancreatts..............55
Uitleggen of aangepaste of voorverteerde nutriënten nooddakelijk dijn bij pancreatts.................56
Uitleggen of glutamine, probiotca en vitaminesupplementen nodig dijn bij pancreatts................57
2
,Hoorcollege 1
Voedingsproblemen die voorkomen bij aandoeningen in mond, keel of slokdarm
herkennen en beredeneren welke (voedings-) interventies noodzakelijk zijn bij
aandoeningen in mond, keel of slokdarm
Voedingsproblemen-consistente aanpassing
Voedingsprobleem Voedingsintervente
Moeite met kauwen Zachte en gemalen voeding
Pijn in de mond Zachte of vloeibare voeding
Moeite met manipuleren van voedsel in de Zachte voeding
mond
Te weinig speeksel/droge mond Zachte en vloeibare voeding, meer vocht erbij/
Snel verslikken in vocht Dranken verdikken
Moeite met doorslikken Vloeibare en dachte voeding
Voeding wil niet dakken- obstructe Zachte- gepureerd of (dun) vloeibare voeding
Slokdarmkanker
Mond
Voedingsprobleem Voedingsintervente
Afen/pijn slijmvlieden Meestal geneest het vandelf
Xerostomie Regelmatg mond spoelen of sprayen, kleine slokjes water
drinken, of duigen op ijssnipperblokjes;
Frisdure voedingsmiddelen gebruiken voor mogelijke toename
dun speeksel;
Bij iedere hap vast voedsel iets drinken, door kauwen vocht en
vaste voedsel mengen;
Goed kauwen;
Eten dopen in thee, melk, soep;
Jus, saus, ragout of soep ruim gebruiken;
Boter, room, crème fraïche of mayonaise gebruiken om voeding
smeuïger te maken;
Zure dranken, koolduurhoudend doveel mogelijk vermijden;
Aantal doetmomenten beperken.
Mucosits Evt. medicate wanneer eten en drinken pijnlijk is;
Zachte, smeuïge of vloeibare voeding;
Vermijd voedingsmiddelen die pijnlijk kunnen dijn;
(bv. alcohol, koolduurhoudend, vruchtensap)
Vermijd sterk gekruide gerechten en producten;
Vermijd harde voedingsmiddelen die het slijmvlies kunnen
beschadigen;
Vermijd hete gerechten en dranken;
Maak gebruik van een kort rietje;
Zorg voor goede mondhygiëne;
Verdorg lippen
3
, Gebruik ijsschaafsel of ijswater, als dat de pijn niet vergroot;
Evt. medische voeding indien mogelijk.
Stomatts (chronische Ontsteking van het mondslijmvlies, dehydrate, slechte
tandvleesontsteking) voedingstoestand, slechte mondhygiëne, bijwerkingen
geneesmiddelen etc.
Goede mondhygiëne;
Met rietje drinken, wanneer gewoon drinken te pijnlijk is;
Warme dranken laten afoelen tot kamertemperatuur;
IJskoude dranken/gerechten kunnen verlichtng bieden;
Voeding afstemmen qua temperatuur, scherpe kruiden, dout,
doet, duur, koolduurhoudende dranken;
Vermijden harde producten die het mondslijmvlies kunnen
beschadigen;
Room kan de smaak verdachten;
Water drinken na alles wat gegeten of gedronken wordt.
Tandheelkundige
aandoeningen
Smaakverandering Belang goede mond- en tandhygiëne;
(aversie) Experimenteren met gerechten en bereidingen;
Afwisseling in soort voeding en textuur;
Verminderde smaakpercepte kunnen smaakversterkers als MSG
helpen;
Neutraal smakende voedingsmiddelen testen;
Voedingsmiddelen met sterke of pikante smaak kunnen helpen
om viede smaak weg te nemen;
Gerechten die aversie oproepen tjdelijk vermijden;
Roepen vaak aversie op: warme en gebakken bereidingen,
gefrituurde gerechten, rood vlees, vis;
Wanneer voedingsmiddelen te duur lijken:
-Fruit verwerken tot moes
-Groenten in melksaus bereiden
Wanneer metaalsmaak hebben
-Vers fruit
-Frisdure dranken
-Etenslucht vermijden
-Vlees vervangen door vis, eieren, melkproducten
-Voldoende drinken
Slijmvorming Goede mondhygiëne
Verlichtng brengen: frisdure producten, donker tafelbier,
koolduurhoudende dranken
Melk en chocolade kunnen slijmvorming in de hand werken
Zure melkproducten geven vaak minder slijmvorming
Candida
Spierdwakte
Kaakproblemen Zachte tot smeerbare voeding
Bij kauwproblemen overschakelen naar dachte voeding
Ongekauwd doorslikken van vedelige groenten kan
voedingsproblemen geven
4