Julie van Cranenburgh
Leerdoelen Kennis Samenvatting TT 2 Blok 2
SOCIAAL-MEDISCHE WETENSCHAPPEN
Þ Op genuanceerde wijze betekenis geven aan de begrippen ziekte en gezondheid en het
spanningsveld binnen en tussen beide begrippen beschrijven.
Þ Aangeven hoe de betekenis die we aan ziekte en gezondheid toekennen onderhevig is
(=beïnvloed door) aan tijd en cultuur.
Þ Toelichten dat de gezondheidstoestand de uitkomst is van een multicausaal (=door
verschillende factoren) proces met diverse determinanten.
Biomedisch model
Ziekte - Storing van een normaal functionerend organisme
- Oorzaak: verstoorde biologische/lichamelijke processen
Gezondheid - Afwezigheid van ziekte
Focus - Behandeling van het lichaam door arts
- Preventie door wegnemen van oorzaken
Je bent of ziek of gezond.
Biopsychosociaal model
Ziekte - Continuüm
Gezondheid - Continuüm
Focus - Samenspel van biologische, psychosociale en sociale
factoren bij ontstaan en beloop van ziekte en
gezondheid
- Verschillende aangrijpingspunten voor
ziektepreventie en gezondheidsbevordering
Iedereen zieke en gezonde delen.
Þ Verschillende definities geven van de termen ziekte en gezondheid en de voor- en nadelen
van deze definities beschrijven.
Þ De complexiteit van het spectrum tussen ziekte en gezondheid beschrijven en dit illustreren
aan de hand van voorbeelden.
Perspectieven van ziekte (samenhang en onafhankelijkheid)
§ Disease
o Medisch-professioneel perspectief
o Objectieve biologische afwijkingen (meetbaar)
o Naturalistische theorie: statistisch gezien moet het organisme normaal functioneren.
Organisme gericht op overleving en reproductie. Ziekte gezien als objectief,
waardenvrij gegeven.
§ Illness
o Ik-perspectief (ik voel me ziek)
o Subjectieve ziekte-ervaring, lijden
o Normativistische theorie: gezondheid als iemands vermogen om onder normale
omstandigheden voor hem doelen te bereiken die een minimaal niveau van
welbevinden of geluk bewerkstelligen. Gezondheid voor verschillende mensen
andere invulling.
1
, Julie van Cranenburgh
§ Sickness
o Sociaal-maatschappelijk perspectief
o Ziekterol, rechten, sociale normen, stigmatisering
o Iemand recht op behandeling of uitzondering van diensten
o Sociaal-constructivistische theorie: wat een ziekte is, wordt bepaald door de
maatschappij waarin we leven en door maatschappij wat als goed en slecht wordt
gezien.
Voorbeelden:
Disease + sickness = asymptomatische coronabesmetting
Illness + sickness = zwangerschap, chronische ziekte van lyme
Disease + illness = hoofdpijn/verkoudheid
Disease + illness + sickness = hartinfarct
Disease = genetische mutaties
Illness = moeheid
Sickness: homosexualiteit
Þ Het begrip positieve gezondheid en de invulling en waarde daarvan beschrijven.
Gezondheid definities:
“Gezondheid is afwezigheid van ziekte”
Kritiek: vertelt niks over wat het betekent om gezond te zijn.
» WHO
“Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal/maatschappelijk
welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek.”
Kritiek: Hiermee bijna niemand gezond; volledig?; veel problemen naar medische domein getrokken.
» Huber positieve gezondheid
“Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de
sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven.
Kritiek: gezondheid is hoe je je gedraagt en vaardigheid die je moet ontwikkelen. Depressief alsnog
normaal leven, in rolstoel maar alsnog normaal aanpassen. Positieve gezondheid met 6
dimensies/indicatoren:
1. Lichamelijke functies
2. Mentale functies en beleving
3. Spirituele/existentiële beleving
4. Kwaliteit van leven
5. Sociaalmaatschappelijke participatie
6. Dagelijks functioneren
Determinanten van
gezondheidstoestand: VTV-model
2
, Julie van Cranenburgh
Þ Beschrijven op welke wijze het label ‘ziek’ consequenties met zich meedraagt.
Waarom ziektelabel belangrijk?
+ Erkenning
+ Afbakening medisch domein behandeling: dokter die duidelijk weet hoe om gaan met
+ Toegang tot voorzieningen
+ Wat je wel/niet moet doen = gevolgen hoe we ermee omgaan
Þ De theoretische concepten stress, stressor, stressreactie, sociale steun, coping en
ziektepercepties in eigen woorden uitleggen.
Þ Het stress-copingmodel en het common sense model of self-regulation gebruiken om reacties
op ziekte te verklaren.
Stress-coping model
Stressoren (1)
» Situaties, gebeurtenissen of prikkels die belastend zijn en aanpassing vergen
o Ingrijpende levensgebeurtenissen = critical life events: op bepaald moment brengen
ingrijpende verandering mee
o Dagelijkse moeilijkheden = daily hassles (lekke band, sleutel kwijt) --> meer invloed op
gezondheid dan critical life events
o Chronische stressoren (daily hassles komen steeds terug: medicijnen slikken, bijwerkingen)
» Hoge intensiteit
» Lange duur
» Lage beheersbaarheid
» Lage voorspelbaarheid
» Hoge ambiguïteit (dubbelzinnigheid)
» Secundaire stressor = stressor heeft gevolgen die weer stress veroorzaken
» Cumulatie van stress = opeenstapeling van stressvolle situatie
3
, Julie van Cranenburgh
Appraisals (inschattingen) (2)
Primaire inschatting Secundaire inschatting
Beoordeling situatie in relatie tot eigen welzijn Beoordeling eigen mogelijkheden om met
situatie om te gaan
Neutraal – positief – negatief Positief – negatief
(schade, dreiging, uitdaging)
» Primair + secundair: tegelijkertijd plaatsvinden, herhaald
» Als primair + secundair = negatief. Dan --> stress.
Stress en stressreacties (3)
Stress = subjectief ervaren onevenwicht tussen interne/externe gebeurtenissen/prikkels en de
mogelijkheden ermee om te gaan
Fysiologisch Autonome zenuwstelsel (hormonen, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, zweten)
Cognitief Geheugenproblemen, slecht beslissen, concentreren, piekeren
Emotioneel Humeurig, prikkelbaar, angstig, somber, gestrest
Gedragsmatig Druk, rusteloos, meer fouten maken, huilen
Coping (4)
» Mentale en gedragsmatige acties gericht op het omgaan met als stressvol ervaren
interne/externe prikkels/gebeurtenissen
» Relevant: poging om evenwicht te herstellen (niet of het lukt)
» Vergt inspanning (geen automatische reacties)
WAT
Probleemgerichte coping Emotiegerichte coping
Hanteren van het probleem Reguleren van de negatieve emoties
HOE
Toenaderende coping Vermijdende coping
Zich richten op het probleem/de emoties Zich niet richten op het probleem/ de emoties
EFFECTIVITEIT
» Beoogd doel (probleemoplossing – emotieregulatie)
» Onderzochte gevolgen (welzijn, gezondheid, sociaal)
» Perspectief (zelf – ander)
» Tijd (korte – lange termijn)
» Controleerbaarheid situatie
Welke strategie het meest effectief?
® Toenaderend Effectief vooral in controleerbare Medicijnen nemen
probleemgericht situaties
® Toenaderend Deels effectief vooral in Hulp zoeken, met iemand
emotiegericht oncontroleerbare situaties erover praten
(acceptatie, troost zoeken) & deels in
geen situatie effectief (piekeren,
zelfverwijt)
® Vermijdend Op lange termijn in geen situatie Niet naar ziekenhuis gaan
probleemgericht effect (leidt tot disengagement)
4