Module Levensloop
C2: Kwetsbaarheid en Welzijn gedurende de levensloop
ð Analyseren hoe kwetsbaarheid en welbevinden samenhangen.
ð Beredeneren hoe verschillen in kwetsbaarheid en welbevinden tussen ouderen
gedurende de levensloop tot stand komen.
I. Wat is kwetsbaarheid?
1. Smalle benadering: alleen aandacht voor fysieke kwetsbaarheid
2. Brede benadering: fysieke, psychische en sociale kwetsbaarheid
Definitie
= Een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten
in het functioneren dat kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten. (SCP 2011)
Aantal kwetsbare ouderen NL (volgens brede definitie)
• 600.000 (65+)
o 500.000 wonen zelfstandig
o Rest in verzorgings/verpleeghuis
• 25% zelfstandig wonende ouderen is kwetsbaar
Wie zijn vaker kwetsbaar?
g Vaker hoogbejaard, vrouw, alleenstaand, lage SES
Waarom?
g Omdat zij vaker meer dan 1 aandoening hebben = multimorbiditeit
g Hebben vaker ernstige functiebeperkingen (in bewegen, zelfverzorging, huishoudelijk
werk)
Beloop van kwetsbaarheid
§ Kwetsbaarheid is geen toestand maar proces
§ Belangrijke voorspeller van opname in verzorgings- of verpleeghuis of van overlijden
§ Door mate van kwetsbaarheid vast te stellen -> bepalen wie extra aandacht of zorg nodig
heeft
Waarom worden mensen kwetsbaarder?
* Fysiek -> door slecht kunnen lopen, slecht evenwicht kunnen bewaren, lichamelijke
moeheid
* Psychisch -> door meer geheugenklachten, toename gevoelens somberheid, angst en
hulpeloosheid
* Sociaal -> door alleen komen te staan en contacten gaan missen
Groningen Frailty Indicator
• Fysiek -> mobiliteit, meerdere gezondheidsproblemen, fysieke vermoeidheid, zicht,
gehoor
• Psychologisch -> depressieve stemming en angstgevoelens
• Cognitief -> geheugen en dementie
• Sociaal -> emotioneel isolement of eenzaamheid
1. Definitie
1
, 2. Epidemiologie – hoe vaak komt het wegvallen in functioneren op dit domein voor, bij wie
komt het voor, voorspellende variabele?
3. E`ect – gevolgen van verlies van functioneren op deze domeinen, voor
persoon/omgeving/maatschappij
4. Interventie – individuele en maatschappelijke interventies die gepleegd kunnen worden
om negatieve e`ecten te ondervangen
Sociaal
1 – Definitie
Wijze waarop individu interacteer binnen context en mogelijkheden om sociale rollen te
vervullen binnen deze context
2 – Epidemiologie
CBS: eenzaamheid komt vaker voor bij 75 jaar, bij mensen die partners verliezen of geen sociale
omgeving
3 – E`ect
Als sprake is van afwezigheid van sociale interactie dan heeft dat gevolgen voor:
§ Persoon: mentale welzijn gaat achteruit want geen sociale interactie meer, kans op
eenzaamheid, emotioneel geïsoleerd, deprimerend, geen mogelijkheid om hulp te
vragen
§ Omgeving: voor familieleden maakt het moeilijker om te zien dat de individu niet sociaal
actief is en daarmee mentaal achteruit, omgeving voelt een grotere druk om individu te
helpen
§ Maatschappij: maatschappij moet meer hulp/sociale activiteiten organiseren in plaats
van dat de omgeving van de individu of de individu zelf dat al regelt, dit leidt tot meer
druk op solidariteit (geld & verzorgers), omdat anderen moeten de kwetsbaren helpen
4 – Interventie
Sociaal-culturele activering, persoonlijke activering
Fysiek
1 – Definitie
= gesteldheid van mobiele functies, lichamelijke gezondheidsproblemen, zicht en gehoor
2 – Epidemiologie
Bij oudere vrouwen vaker klachten dan mannen. Stijgende trend van leeftijd en percentage
lichamelijke klachten.
3 – E`ect
§ Persoon: verlies mobiliteit, sociale isolatie
§ Omgeving: toename zorgtaken
§ Maatschappij: toename gezondheidszorg, economische impact arbeidsmarkt mensen
kunnen niet meer werken
4 – Interventie
Aanpassingen infrastructuur ouderen, vanuit overheid zorg toegankelijk houden, ondersteunen
via Wmo, mantelzorg
Psychologisch
1 – Definitie
Gedachtes positief kunnen houden, positief denken etc.
2 – Epidemiologie
Psychische klachten groter bij vrouwen dan bij mannen. Klachten nemen steeds meer toe. Als
mensen fysiek kwetsbaarder worden, dan worden ze ook psychisch kwetsbaarder.
3 – E`ect
§ Persoon: verlies zelfwaardering, zelf isolatie en depressief
2
, § Omgeving: impact op vrienden en familie
§ Maatschappij:
4 – Interventie
Psycholoog, therapeut, medicatie, eigen levensstijl verbeteren
Cognitief
1 – Definitie
= gaat over opnemen en verwerken informatie; waarneming, aandacht, geheugen, vaardigheden
2 – Epidemiologie
Voorspellende variabelen: lichamelijke en sociale toestand,
sociale omgeving, problemen
3 – E`ect
§ Persoon: geheugen minder, snelheid denken neemt af,
sociaal functioneren neemt af
§ Omgeving: persoon meer mantelzorg nodig
§ Maatschappij: meer zorg = duurder
4 – Interventie
Trainingen (?) om cognitieve vermogen op peil te houden
Model Gobbens et al.
§ Geeft inzicht in kwetsbaarheid + determinanten van
kwetsbaarheid
§ Schetst weg van kwetsbaarheid naar ongewenste
uitkomsten
§ Determinanten te beïnvloeden: leefstijl, beweging, etc.
II. Gezondheidsverschillen in levensloopperspectief
Levensloopperspectief: redenen
g Om vermijdbare gezondheidsverschillen te begrijpen en verkleinen
g Te weten hoe ervaringen in begin van leven gezondheid gedurende het leven kunnen
beïnvloeden (zelfs van meerdere generaties)
g Gevolgen herkennen van invloed van context (sociaal + fysiek) door tijd heen (naast
biologische factoren); kunnen 25% van gezondheidsverschillen verklaren
Verschillende e`ecten
• Kritieke of sensitieve fases, cumulatieve e`ecten, paden, intergenerationele modellen
• Gevolgen voor chronische ziekten zoals cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, risico
factoren
Voorbeeld invloed SES jeugd op gezondheid
o E`ect op mortaliteit, cardiovasculaire aandoeningen, risicogedrag
(roken, drinken), depressie
Beïnvloedende factoren (Braveman & Barclay 2009)
1. Economische sociale hulpbronnen en mogelijkheden (inkomen,
opleiding)
2. Leef- en werkomstandigheden
3
, Beleid:
ª Tegengaan vermijdbare gezondheidsverschillen (=health disparities)
ª Vermijdbare gezondheidsverschillen ontstaan als mensen minder
economische/sociale hulpbronnen en mogelijkheden hebben
ª Dus kijken naar beïnvloedende factoren die buiten controle liggen van
individuen
ª Wilt juist gezondheid verbeteren van mensen met mindere situaties
Dynamischer: economische en sociale omstandigheden door tijd heen
• Begin leven: sociale context beïnvloedt mogelijkheden en bronnen
• Resulteert in >>> intergenerationele transmissie van mogelijkheden &
barrières
Mechanisme: invloed van leefomstandigheden door tijd heen
Sociale stratificatie
Ø Sprake van systematische verschillen tussen groepen door verschillen in
toegang tot mogelijkheden en hulpbronnen
III. Welzijn gedurende levensloop
Jeugd/jong volwassen
§ Welzijn (sociaal, fysiek en emotioneel) neemt toe tot jong volwassen leeftijd
§ Piek welzijn op jong volwassen leeftijd
Middelbare leeftijd
§ Zorgen over mortaliteit, financiële zorgen (hypotheek, kinderen,
pensioen)
§ Mid-life crisis (op zoek naar betekenis van leven)
§ Welzijn zakt naar laagste niveau
Ouderen
§ Welzijn en tevredenheid over leven nemen weer toe naar mate men oud wordt
§ Gevoelens van angst, boosheid en frustraties nemen af
§ Betere balans tussen positieve en negatieve aspecten van het leven wanneer men op
leeftijd is
! Gaat over gemiddelden, veel variatie in leven
! Curve ander beeld tijdens corona
Waarom welzijn inzicht?
ª Omdat streven naar: “complete physical, mental and social well-being and not merely
the absence of disease or infirmity” (WHO)
ª Omdat hoge nvieau subjectief welbevinden leidt tot lager risico morbiditeit & mortaliteit
4