Hoofdstuk 13 rechtshandeling en overeenkomst
Rechtshandeling
Handeling die erop gericht is juridische rechten en plichten te scheppen.
> beoogd rechtsgevolg
Vb. testament, koopovereenkomst
Boek 3 BW vanaf art. 32
Eenzijdig: door de wil van één persoon
Meerzijdig: door wilsovereenstemming tussen twee of meer personen
Feitelijke handeling: géén rechtshandeling (kan wel onbedoeld rechtsgevolg hebben. vb. schade
veroorzaken
Eisen aan de persoon die de rechtshandeling verricht
Handelingsbekwaam, art. 3: 32 BW > vanaf 18 jaar
Handelingsonbekwaam:
Minderjarige, art 1: 234 lid 1 BW
Onder curatele gestelden, art. 1: 381 lid 2 BW
Wel geldige rechtshandeling, maar vernietigbaar
Handelingsbevoegd
Handelingsonbevoegd > art. 3: 43 BW > om de schijn van misbruik te voorkomen, vb. rechters, leden
Openbaar Ministerie, advocaten, deurwaarders, notarissen, ambtenaren voor bepaalde transaces >
handelingen nietig (nooit bestaan)
Handelingsonbevoegd: echtgenoot en geregistreerd partnerschap > art 1: 88 BW
Voor bepaalde handelingen instemming echtgenoot nodig
Handelingen vernietigbaar
Eisen aan de rechtshandeling: wil en verklaring
Art. 3: 33 BW: eisen voor geldige totstandkoming rechtshandeling
Een wil die op het rechtsgevolg gericht is > bedoeling
Een verklaring van deze wil > voor anderen kenbaar
(Door middel van knikje, mededeling, email, brief, telefoontje)
De overeenkomst
Art. 6: 213 BW: een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling
> dus een afspraak tussen 2 of meer personen die gevolgen heef in het recht
Boek 3: algemene regels voor een rechtshandeling
Boek 6: algemene regels voor een overeenkomst
Boek 7: specifeke regels voor een bepaalde overeenkomst
Aanbod en aanvaarding, art. 6: 217 lid 1 BW
Een overeenkomst ontstaat door aanvaarding van het aanbod
Aanbod is vormvrij: kan mondeling, schrifelijk, digitaal
De inhoud moet voldoende duidelijk zijn
,Duur van het aanbod, art. 6: 221 BW
Een mondeling aanbod valt als het niet onmiddellijk wordt aanvaard
Een schrifelijk aanbod vervalt als het niet binnen een redelijk termijn is aanvaard
Redelijk > afankelijk van het type
Vaak termijn genoemd om verwarring te voorkomen
Spijt
Art. 6: 219 BW: terugkomen van aanbod tot aanvaarding, tenzij je een termijn hebt genoemd
Uitzondering: vrijblijvend aanbod > mag je nog intrekken meteen na aanvaarding
Arrest: Hoflad/ Heaais
Als je iets aanbiedt waar er maar 1 van is, dus individuele zaak, zoals een huis.
Dan geldt niet meteen het eerste bod dat wordt gedaan
Het eerste bod is de uitnodiging tot het doen van een aanbod
Het 2e aanbod/ bod is het kan nog worden over nagedacht dan en die wordt het defnitieve bod
1. Uitnodiging tot het doen van een aanbod
2. Aanbod
3. Aanvaarding van het aanbod
Overeenkomst op afstand
Klant en leveranciers komen niet fysiek bij elkaar, maar maken gebruik van ‘middelen van
communicatie op afstand’ vb. email, website, brief
Wet > extra bescherming voor de consument
Art. 6: 230m BW > informatieverplichting voor de leverancier
Art. 6: 230o BW > bedenktijd van 14 dagen voor de consument
Overeenkomst buiten een winkel of andere verkoopruimte art 6: 230g lid 1, sub f BW
Vb. verkoop van straat, feestje aan huis (Tupperware party)
Bij verkoop van €50, - euro meer
> ook informatieplicht en 14 dagen bedenktijd
Hoofdstuk 14 de nietge en vernietgbare rechtshandeling
Nietige en vernietigbare overeenkomst > geldt ook voor de rechtshandeling
De verklaring wijkt af van het wil
Zie casus: de wil en verklaring kijken behoorlijk af > er is geen aanbod
Er komt geen rechtshandeling tot stand tenzij de wederpartij een beroep kan doen op het
vertrouwensbeginsel.
Vertrouwensbeginsel: art 3: 35 BW
> derden te goeder trouw > gerechtvaardigd vertrouwen
Meestal kleine vergissingen en versprekingen
Vertrouwensbeginsel en geestelijke stoornis, art 3: 34 BW
Geestelijke stoornis: je geestvermogens zijn tijdelijk of blijvend gestoord vanwege
Psychiatrische ziekte
Alcohol-, medicijnen-, drugsgebruik
, Voorwaarden om je te kunnen beroepen op een geestelijke stoornis
De aanwezigheid van de stoornis aantonen
Aannemelijk maken dat de stoornis van invloed was op het afsluiten van de overeenkomst
(nadelig)
> overeenkomst is vernietigbaar
De wederpartij kan zich beroepen op het vertrouwensbeginsel als de wederpartij:
Redelijkerwijs
Bij het sluiten van de overeenkomst
Niet kon merken dat er iets mis was
Redelijkerwijs bij het sluiten van de overeenkomst niet kon merken dat er iets mis was
Wilsgebreken
Art 3: 44 BW: een rechtshandeling die tot stand komt onder invloed van een wilsgebrek is
vernietigbaar
4 wilsgebreken
Art. 3: 44 lid 1 BW
Bedreiging
Bedrog
Misbruik van omstandigheden
Dwaling, art. 6: 228 BW
Bedreiging: iemand anders bewegen (ertoe zeten) een rechtshandeling aan te gaan door die andere
met nadeel te bedreigen (vb. geweld, chantage, mag ook op een ander gericht zijn)
Bedrog: iemand opzetelijk verkeerde informatie geven of bepaalde informatie achterhouden, om die
andere op die manier bewegen om een rechtshandeling aan te gaan.
Bij bedrog is vaak opzetelijk
Misbruik van omstandigheden: als misbruiker deze omstandigheid kende of had moeten kennen.
(Vb. arrest ‘hier even tekenen graag’ of bij rouw)
Dwaling: net als bij bedrog, sprake van een onjuiste voorstelling van zaken
Bij bedrog > opzet
Bij dwaling > geen opzet
Dwaling kun je niet zomaar een beroep op doen moet sprake zijn van:
Bij een belangrijk punt van de overeenkomst een onjuiste voorstelling van zaken
Als hij de waarheid had geweten > dan geen overeenkomst genomen
Voorwaarde: de wederpartij is bij de dwaling betrokken, zoals:
Onjuiste informatie gegeven
Informatie verzwijgen
Beide partijen dwalen
Art 6: 228 lid 2 BW: beperkt de mogelijkheden voor een beroep op dwaling, namelijk niet mogelijk:
Als het alleen gaat over toekomstige omstandigheden
Wanneer het voor rekening behoort te blijven van de dwalende