Hoofdstuk 1 – Inleiding in internationaal ondernemen
Internationaal ondernemen: economische activiteiten over de landsgrens of handelingen die nodig
zijn om zaken te doen in het buitenland.
Globalisering (mondialisering): goederen en diensten, kapitaal, kennis en arbeid vinden hun weg
over de wereldbol. Het wereldwijd samensmelten van economieën, politieke systemen en culturen.
G7: Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk –
overlegorgaan die de economie bespreken
Emerging markets:
- BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika – Opkomende economieën
(emerging economies): ze spelen nu nog niet een al te grote rol, maar dat wordt wel
verwacht.
- N11: Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije,
Vietnam, Zuid-Korea – landen die in de start blokken staan om door te groeien tot een
opkomende economie.
Bruto Nationaal Product (BNP): totaal van productie van goederen en diensten in een land + de uit
buitenlandse afkomstige inkomens die men ontvangt als beloning voor het ter beschikking stellen
van de productiefactoren. Dit is een belangrijke maatstaf voor economische prestaties van een land.
Oorzaken globalisering:
- Opengaan van landsgrenzen
- Opkomst internet
- Opkomst lagelonenlanden
Voordelen globalisering:
- Draagt bij aan hogere economische groei en welvaart
- Deelt technologische kennis
- Leidt tot wijdverspreide culturele integratie
Nadelen globalisering:
- Grotere kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde landen
- Toename van uitbuiting arbeiders in minder ontwikkelde landen
- Geeft multinationals veel macht
Globalisering:
- Economisch: internationale handel en buitenlandse investeringen
- Sociaal: persoonlijk contact, informatiestromen
- Politiek: hoeveelheid internationale organisaties gevestigd in een land
Regionalisering: fabrieken worden dichter bij de afzetmarkt gevestigd door de hogere
transportkosten, loonkosten en olieprijs.
Duurzaam internationaal ondernemen (bewustwording van internationaal zaken doen gelet op de
volgende pijlers waar bedrijven een balans in moeten vinden):
, 1. People: menselijke kant
2. Planet: zorg voor milieu
3. Profit: winst belangrijk voor continuering van onderneming en algemene welvaart
De kern hiervan is de stakeholder: een groep die of individu dat invloed heeft/beïnvloed wordt door
een organisatie of bedrijf.
De basis voor internationaal ondernemen wordt gevormd door internationale handel en
buitenlandse investeringen. Internationale handel bestaat uit import en export.
Import: kopen van buitenlandse diensten en producten, redenen:
- Productie goedkoper in andere landen
- Product/dienst nog niet verkrijgbaar op binnenlandse markt
Export: verkopen van binnenlandse producten of diensten aan het buitenland, redenen:
- Nieuwe technieken en nieuwe producten vormen uitdaging (vraag op minder ontwikkelde
markt groter dan op ontwikkelde markt)
- Binnenlandse markt te klein (te kleine vraag of te groot aanbod product)
- Continuïteit van onderneming waarborgen
- Prijs is concurrerend (op eigen markt te hoge kostprijs)
- Overcapaciteit
Redenen ontstaan internationaal ondernemen:
- Macro-economische condities thuismarkt: zoals werkgelegenheid en nationaal inkomen
- Comparatieve en absolute kostenvoordelen
- Beschikbaarheid en prijs productiefactoren
- Kwaliteit, schaalvoordelen, leercurven, technologische ontwikkeling en productdifferentiatie
Volgens Porter reden internationaal ondernemen: nationaal concurrentievermogen op basis van
mesoniveau met volgende factoren:
- Mate en aard binnenlandse concurrentie
- Aanwezigheid van voldoende toeleverende bedrijvigheid
- Factorcondities op thuismarkt (infrastructuur, kapitaal, arbeid)
- Vraagcondities (inspelen op verscheidenheid in vraag)
Buitenlandse directe investeringen (BDI) zijn directe investeringen in de productie in een ander land.
(kan ook door fusie of bedrijfsovername)
Motieven voor internationaal ondernemen:
- Proactief (omdat je het wilt, geen invloed of bedreiging van buitenaf)
o Winst- en groeidoelstellingen: niet meer haalbaar op eigen markt
o Wil van management: eis om te internationaliseren
o Onderscheidend vermogen van product
o Inspelen op marktkansen in buitenland: groei in andere markt groter
o Schaalvoordelen: hoe hoger de productie, hoe lager de kostprijs per eenheid
o Integratie van bedrijfskolom
o Belastingvoordelen
, - Reactief (omdat het eigenlijk wel moet, invloed of bedreiging van buitenaf)
o Concurrentiekracht: concurrentie op thuismarkt te groot, te veel druk op
winstmarge
o Kleine en/of verzadigde thuismarkt
o Benutten van overcapaciteit
o Verminderen afhankelijkheid klanten/leveranciers
o Stabilisatie van seizoensinvloeden
o Nabijheid van klanten/leveranciers
o Korte houdbaarheid van product
Handelsoverschot (actieve handelsbalans): export is groter dan import
Handelstekort (passieve handelsbalans): import is groter dan export
Belangrijkste handelspartners van Nederland: Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en
Verenigde Staten
Hoofdstuk 2 – Politieke en economische omgeving
Ondernemen in een politieke en economische omgeving betekent dat de ondernemer rekening moet
houden met de handelspolitiek in de wereld.
Handelspolitiek: maatregelen die de overheid kan nemen om daarmee het proces van internationale
specialisaties te beïnvloeden.
Vrije handel:
- Vrij verkeer van goederen en diensten
o Concurrentie tussen geïmporteerde en lokale producten doet de prijzen dalen en de
kwaliteit toenemen
- Beperkt door:
o Economische samenwerking tussen aantal landen
o Protectionisme (handelsbeperkingen om eigen economie te beschermen)
Het doel van economische samenwerking is vrij handelsverkeer Vormen van economische
samenwerking:
- Vrijhandelszone: vrijhandelsverkeer tussen landen binnen de zone en elk land eigen
douanebeleid voor andere landen (vb. EFTA & NAFTA) Voordelen:
o Efficiënte inzet productiefactoren
o Stimulans van concurrentie
o Voorkoming handelsoorlog
o Bevordering handel en investeringen
o Bevordering welvaart
- Douane-unie: vrijhandelsverkeer + één gemeenschappelijk buitentarief (vb. Mercosur
(Argentinië, Paraguay, Uruguay) en Turkije en EU)
o Reden voor douane-unie is dat het buitenland niet bij een goedkoper land kan
invoeren en dan doorvoeren naar het duurdere land
- Gemeenschappelijke markt: douane-unie + bepaling over stimulering onderlinge handel (vb.
Europese Unie). Er wordt gestreefd naar:
o Harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van economisch activiteit