Eindexamen Latijn - Ovidius’ Apollo en
Daphne
Behandelde teksten (Latijn):
● Ovidius’ Tristia 4.10 1 - 132
● Ovidius’ Apollo en Daphne Met. 1 452 - 567
● Ovidius’ Actaeon Met. 3 131 - 205, 228 - 252
● Ovidius’ Philemon en Baucis Met. 8 611 - 724
● Ovidius’ Heroides 16 163 - 240
● Ovidius’ Heroides 17 75 - 138
Behandelde teksten (Nederlands):
● Ovidius’ Actaeon Met. 3 206 - 227 (tussen)
● Ovidius’ Verhalen van de dochters van Minyas
→ Met. 4 32 - 189 (los)
● Ovidius’ Wraak van Latona Met. 6 146 - 381 (los)
● Ovidius’ Pygmalion Met. 10 243 - 297 (los)
● Ovidius’ Heroides 16 1 - 162 (voor)
● Ovidius’ Heroides 16 241 - 378 (na)
● Ovidius’ Heroides 17 1 - 74 (voor)
● Ovidius’ Heroides 17 139 - 268 (na)
, 2
Uitleg (Stuvia) -------------------------------------------------------------------------
Dit Latijndocument heeft alle informatie die je nodig hebt voor de geziene tekst van
Ovidius’ Apollo en Daphne voor het eindexamen Latijn. In dit bestand staat:
- elk Latijns woordje volledig gedetermineerd;
- een correcte en leesbare werkvertaling van elke zin;
- bij elke zin een samenvatting van de inhoud van de zin;
- alle inhoudelijke en belangrijke grammaticale aantekeningen uit het boek;
Winnaars en verliezers (inclusief de vragen), gestructureerd bij elke zin;
- aanvullende inhoud op dat wat in het boek staat (wij vinden dit wel nodig: dit
maakt het bestand voor iedereen relevant en toegankelijk);
- interpretaties van ons (Robin & Bruno), en interpretaties die we uit verschillende
YouTube-filmpjes hebben gehaald;
- een overzicht bij ingewikkelde zins- en inhoudelijke constructies;
- het pensum waarin met kleur de belangrijke zaken zijn aangegeven, heel handig
om de tekst te leren;
- alle tijd en moeite die we de afgelopen maanden in dit bestand hebben gestoken.
Het bestand is gemaakt door Robin & Bruno, twee leerlingen van het Porta Mosana
College in Maastricht. We zitten, net zoals jullie waarschijnlijk, in ons eindexamenjaar. In
de vijfde zijn we begonnen met het opstellen van dit soort samenvattingen, als
voorbereiding op proefwerken / schoolexamens. Deze Latijnbestanden hebben onszelf
& onze klas heel goed geholpen bij het leren van de stof; wij zijn ervan overtuigd dat dit
de meest volledige manier is om alle benodigde informatie te verzamelen.
Als je een vraag of opmerking hebt kan je ons een bericht sturen op de Stuvia-site.
Sommige mensen vinden de grootte van dit bestand onnodig. Wij denken ook niet
dat je alles wat we hebben opgeschreven zou moeten kennen: dat doen we zelf ook niet.
Zie het als een naslagwerk: je kan de informatie eruit halen die je zelf wilt. Sommige
mensen leren alleen de belangrijke stijlfiguren, sommigen leren de vertaling erbij,
sommigen leren zo dat je elk woord kan weglezen: iedereen leert anders. Dit document
geeft je alle informatie: het is aan jou eruit te halen wat jij vindt dat je nodig hebt.
In totaal plannen we om zes documenten op te stellen; dit is bestand twee van de zes.
Bestand 1: Ovidius’ Tristia november €3,00
Bestand 2: Ovidius’ Apollo en Daphne januari (excuus) €3,00
Bestand 3: Ovidius’ Actaeon (incl. Nederlands) januari (excuus) €3,00
Bestand 4: Ovidius’ Philemon en Baucis april €3,00
Bestand 5: Ovidius’ Heroides 16 (incl. Nederlands) april €3,00
Bestand 6: Ovidius’ Heroides 17 (incl. rest Nederlands) april €3,00
Je kan deze bestanden los kopen of in een bundel.
, 3
Onderaan dit bestand hebben we het pensum toegevoegd; dit is onze manier om te
leren. Via het pensum leren we de vertaling bij de tekst uit ons hoofd, en met
verschillende kleuren hebben we de belangrijke grammaticale en inhoudelijke zaken
aangegeven. Bij het vertalen van een zin bedenken we in ons hoofd welke
stijlfiguur/aantekening/grammaticaal verschijnsel er bij de kleur hoort.
Wederom, dit is iets dat je kan gebruiken: als je het niet handig vindt, of het niet snapt,
doe er dan vooral niets mee!
Ook al hebben we heel erg ons best gedaan om zo consequent mogelijk te zijn en alle
fouten eruit te halen, het kan altijd zijn dat er ergens een foutje zit. Sorry hiervoor.
Het kan ook zijn dat er meningsverschillen zijn (bijvoorbeeld bij het onderscheid tussen
datief en ablatief, of bij inhoudelijke interpretaties). Wijzelf waren het ook niet altijd met
elkaar eens; dit zul je in het bestand nog wel tegenkomen.
Wij hopen dat jullie deze samenvatting net zo goed kunnen gebruiken als wijzelf :)
Zie voor de zinnen de pagina’s hieronder.
Zie voor legenda en pensum de laatste pagina’s (p.115 en verder).
Voorbeeld van het beschreven pensum (vers 533 - 542):
, 4
Overzicht Ovidius’ Apollo en Daphne - Latijnse teksten
Onderverdeling:
● ‘Apollo beledigt Cupido’ 452 - 462 (pag. 5)
● ‘Cupido neemt wraak’ 463 - 473 (15)
● ‘Daphne wil niets van liefde weten’ 474 - 489 (28)
● ‘Apollo in vuur en vlam’ 490 - 503 (42)
● ‘Apollo’s smeekbede’ 504 - 524 (56)
● ‘Daphne vlucht verder’ 525 - 542 (75)
● ‘De metamorfose van Daphne’ 543 - 567 (91)
‘Met Amor valt niet te spotten’
Apollo, die kort tevoren een reusachtige en gevaarlijke slang, de Python,
met zijn pijlen heeft gedood, wordt hevig verliefd op de nimf Daphne. Die
verliefdheid is het directe gevolg van een nogal banale ruzie tussen Apollo
en Cupido (Amor) over wie van hen beiden de meeste aanspraak mag
maken op de pijl en boog als wapen. Apollo beledigt Cupido en deze neemt
op geheel eigen manier wraak.
, 5
‘Apollo beledigt Cupido’ (vers 452 - 462) (Ovidius’ Apollo en
Daphne)
De volledige Latijnse tekst (3 zinnen):
Primus amor Phoebi Daphne Peneia, quem non
fors ignara dedit, sed saeva Cupidinis ira.
Delius hunc, nuper victa serpente superbus,
(455) viderat adducto flectentem cornua nervo
‘quid’que ‘tibi, lascive puer, cum fortibus armis?’
dixerat; ‘ista decent umeros gestamina nostros,
qui dare certa ferae, dare vulnera possumus hosti,
qui modo pestifero tot iugera ventre prementem
(460) stravimus innumeris tumidum Pythona sagittis.
Tu face nescioquos esto contentus amores
inritare tua, nec laudes adsere nostras.’
, 6
Zin 1 -- (vers 452 - 453) --------------------------------------------------------------------
Primus amor Phoebi D aphne Peneia [fuit], quem non (452)
fors ignara dedit, sed saeva C
upidinis ira. (453)
De eerste geliefde v an Phoebus was D aphne, d ochter van Peneius, (een
geliefde) die n
iet het b
linde toeval g
af, maar de razende w
oede v an Cupido.
Aantekeningen:
● Primus: (bnw) (nom ev mnl) → ‘eerste’
● amor: (znw) (nom ev mnl) → ‘geliefde’ → lett: ‘liefde’ → metonymia
● Phoebi: (znw) (gen ev mnl) → ‘van Phoebus’ → lett: ‘van de Stralende’ (= Apollo)
● Daphne: (znw) (nom ev vrl) → ‘Daphne’
● Peneia: (bnw) (nom ev vrl) → ‘dochter van Peneius / Peneïsche’
● fuit: ELLIPS: (esse) (perf indic act 3 ev) → ‘hij was’
● quem: (betr vnw) (acc ev mnl) → ‘die’ → verwijst naar amor
● non: (bijw) → ‘niet’
● fors: (znw) (nom ev vrl) → ‘toeval’
● ignara: (bnw) (nom ev vrl) → ‘blinde’
● dedit: (dare) (perf indic act 3 ev) → ‘het gaf’ → mag ook passief vertaald worden
● sed: (voegw) → ‘maar’
● saeva: (bnw) (nom ev vrl) → ‘razende’
● Cupidinis: (znw) (gen ev mnl) → ‘van Cupido’
● ira: (znw) (nom ev vrl)→ ‘woede’
, 7
Inhoudelijk:
● (hele zin): Apollo’s eerste liefde was Daphne; een liefde die ontstond omdat
Cupido, de liefdesgod, boos was op Apollo.
● (hele zin): enjambement: fors (‘toeval’) komt hierdoor vooraan te staan in de
versregel en krijgt nadruk.
● Primus amor Phoebi: (‘de eerste geliefde van Phoebus’) → de indruk wordt hier
gewekt dat er nog veel meer liefdes van Apollo aan bod zullen komen.
● amor: (‘geliefde’) → metonymia (abstractum pro concreto) van ‘liefde’.
● Phoebi: (‘van Phoebus’) → Phoebus is de bijnaam van Apollo, letterlijk: ‘de
Stralende’.
● Daphne: (‘Daphne’) →
○ ze is een nimf;
○ ze is de dochter van Peneius (zie volgend bolletje).
● Peneia: (‘dochter van Peneius / Peneïsche’) → deze naam is dus afgeleid van de
vader van Daphne, Peneius. Zo’n naamsafleiding noem je een patronymicum.
(niet in boek vermeld.)
○ Peneius: belangrijkste rivier van Thessalië (Griekenland). Peneius is dus
als riviergod de vader van Daphne.
● fuit: ellips.
● fors ignara: (‘het blinde toeval’) → personificatie: het toeval kan niet ‘blind’ of
‘onwetend’ zijn.
● fors ignara saeva ira → (grammaticaal) chiasme:
A: znw → fors
B: bnw → ignara
B: bnw → saeva
A: znw → ira
● saeva ira: (‘de razende woede’) →
○ personificatie: woede kan niet ‘razend’ of ‘wild’ zijn.
○ hyperbaton: benadrukt de woede.
● saeva: (‘razende’) → enallage:
○ grammaticaal: bij ira: (‘de razende woede’)
○ inhoudelijk: bij Cupidinis: (‘de razende Cupido’).
● Cupidinis: (‘van Cupido’) → Cupido is de god van de liefde, ook wel ‘amor’
genoemd.
● ira: (‘woede’) → staat helemaal achteraan in de versregel: krijgt de nadruk.
, 8
Zin 2 -- (vers 454 - 460) -- (4 delen) ------------------------------------------------------
Delius hunc, nuper victa serpente superbus, (454)
viderat adducto flectentem cornua nervo (455)
‘quid’que ‘tibi, lascive puer, cum fortibus armis?’ (456)
dixerat; ‘ista decent umeros gestamina nostros, (457)
qui dare certa ferae, dare vulnera possumus hosti, (458)
qui modo pestifero tot iugera ventre prementem (459)
stravimus innumeris tumidum Pythona sagittis. (460)
De Deliër, trots op het onlangs overwinnen van de slang, had hem gezien
terwijl hij zijn boog kromde, nadat hij de pees had aangespannen, e n hij had
gezegd: ‘Wat (moet) jij, brutaal ventje, met krachtige wapens?’ deze sieraden
passen onze schouders, wij die doeltreffende verwondingen aan een wild dier
kunnen toebrengen, [en] wij die doeltreffende verwondingen aan een vijand
kunnen toebrengen, [en] wij die kort geleden de opgezwollen Python, terwijl
die met zijn verderfelijke buik zoveel morgens land bedekte, hebben geveld
met talloze pijlen.
Structureel:
● Delius hunc … cornua nervo → (2.1)
● ‘quid’que ‘tibi … armis?’ dixerat; → (2.2)
● ‘ista decent … possumus hosti, → (2.3)
● qui modo … Pythona sagittis. → (2.4)
, 9
______________________________________________________________________________________
2.1 Delius hunc, nuper victa serpente superbus, (454)
viderat adducto flectentem c ornua nervo (455)
De Deliër, trots op h et o nlangs o verwinnen van d e slang, h
ad h
em g
ezien
terwijl h
ij zijn boog kromde, n adat hij de pees h ad aangespannen,
Aantekeningen (2.1):
● Delius: (znw) (nom ev mnl) → ‘Deliër’ (= Apollo)
● hunc: (aanw vnw) (acc ev mnl) → ‘hem’ (= Cupido)
● nuper: (bijw) → ‘onlangs’
● victa: (vincere) (ppp) (abl ev vrl) → ‘het overwinnen van’ → dominant gebruikt
participium
● serpente: (znw) (abl ev vrl) → ‘slang’ → boek zegt mnl, grammaticaal onlogisch
● superbus: (bnw + abl) (nom ev mnl) → ‘trots op’
● viderat: (videre) (plqperf indic act 3 ev) → ‘hij had gezien’
● adducto: (adducere) (ppp) (abl ev mnl) → ‘nadat hij had aangespannen’
○ Ablativus absolutus-constructie met nervo: ‘nadat hij de pees strak had
aangespannen’ (kan ook: ‘met de aangespannen pees’)
● flectentem: (flectere) (ppa) (acc ev mnl) → ‘terwijl hij kromde’
● cornua: (znw) (acc mv onz) → ‘boog’ → lett: ‘hoorns’ → metonymia
● nervo: (znw) (abl ev mnl) → ‘pees’
Inhoudelijk (2.1):
● (dit deel): Apollo had Cupido gezien toen hij zijn boog aan het klaarmaken was.
● Delius: (‘Deliër’) → wordt Apollo mee bedoeld. Hij was een god geboren op het
Griekse eiland Delos; daar werd hij bijzonder vereerd.
● Delius hunc: (‘Deliër … hem’) → (Bruno’s en Robins interpretatie:) benadrukt het
thema van dit verhaal, en dat Apollo beter zou zijn dan Cupido: hij staat voorop.
● Delius superbus: (‘de trotse Deliër’) → hyperbaton: benadrukt de trots.
● nuper: (‘onlangs’) → (zelf gevonden:) kan je op twee manieren interpreteren (ligt
eraan of je de komma voor of na nuper plaatst):
○ bij victa: ‘het onlangs overwinnen van de slang’;
○ bij viderat: ‘onlangs had hij hem gezien’.
● serpente: (‘slang’) → deze slang is de Python: de draak die het orakel van Delphi
bewaakte. Deze heeft Apollo eerder in de Metamorphosen gedood.
● cornua: (‘boog’) → metonymia van ‘hoorns’: naast hout werd een boog van
onder andere van kromme hoorns gemaakt (denk aan een berggeit).