Anna Wijnands
8467617
De Effectiviteit van Cognitieve Gedragstherapie bij
Angststoornissen onder 65-plussers
Een van de meest ingewikkelde gevoelens is angst; het ontstaat als iets of iemand ons
bedreigt, of als we een situatie niet meer onder controle hebben (Franx, G., & van
Splunteren, P., 2014). Hoewel het ervaren van angst heel normaal is en vaak wordt
gezien als een zelfbeschermingsmechanisme, kan een overmaat aan angst
angststoornissen veroorzaken die iemands dagelijkse activiteiten belemmeren. Een
recente studie wijst op een jaarprevalentie voor angststoornissen bij ouderen van zo’n
17% en een puntprevalentie van meer dan 11% (Andreas et al., 2017; de Graaf et al.,
2012). Dit essay richt zich op de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie (CGT)
bij het behandelen van personen met een angststoornis van 65 jaar en ouder. Hoewel
CGT vaak wordt beschouwd als de eerste keuze psychotherapie voor
angststoornissen, is er minder empirisch bewijs over de effectiviteit ervan bij
ouderen (Hendriks et al., 2021). Gezien het gebrek aan goede behandelstudies bij
ouderen is moeilijk om conclusies te trekken over de werkzaamheid van CGT bij
deze leeftijdsgroep, en is daarom de vraag die behandeld zal worden in dit essay: Is
CGT aan te raden bij de behandeling van angststoornissen bij 65-plussers?
In een onderzoek van Kishita en Laidlaw (2017) wordt geclaimd dat CGT
mogelijk minder effectief is bij oudere patiënten in vergelijking met jongere
volwassenen. De studie concludeert een middelmatige effectgrootte van 0,55 voor
CGT bij GAS, gemengde angst-/depressieklachten, bij mensen van 65 jaar en ouder,
vergeleken met een groter behandeleffect met een effectgrootte van 0,94 bij 18- tot
65-jarigen. Echter, deze conclusie komt tot stand zonder rekening te houden met de
variabiliteit die kan optreden bij kleinere steekproeven, zoals die bij studies onder
ouderen. De IAPT-data, zoals gerapporteerd in de systematische review van Chaplin
et al. (2015), laten iets anders zien. Bijna 70% van de groep ouderen met GAS of
depressie vertoonde herstel of betrouwbare verbetering na gerichte psychologische
behandeling, waarvan voornamelijk CGT, in vergelijking met bijna 60% bij de groep
18- tot 65-jarigen. Deze bevindingen laten zien dat CGT bij ouderen wel degelijk
positieve effecten kan hebben.
Bij het effectief toepassen van CGT bij personen boven de 65 jaar, moeten er
specifieke aandachtspunten worden benadrukt. Deze aandachtspunten worden
behandeld in het artikel van Hendriks en collega's (2021). Ten eerste is het van
belang om rekening te houden met eventuele gevallen van comorbiditeit, zoals
depressie, die vaak voorkomen bij oudere volwassenen en de behandeling kunnen
beïnvloeden (Hendriks et al., 2021). Een tweede aandachtspunt is het aanpassen van
de therapie aan de individuele behoeften en mogelijkheden van oudere cliënten. Dit
omvat onder andere het gebruik van eenvoudige taal en het aanpassen van het tempo
van de therapie aan de cognitieve vermogens van de cliënt (Hendriks et al., 2021).