Economie Risico en Rendement Havo 4 Samenvatting. Goede samenvatting ter voorbereiding op het tentamen! Begrippen uitgelegd samen met schema's erbij voor extra duidelijkheid. Formules ook uitgewerkt en uitgelegd.
Paragraaf 1.1
Risico = Verwachte schade van een gebeurtenis.
Kans op schade x mogelijke schade
Verwachte schade = kans op gebeurtenis * schade.
Risico’s zijn moeilijk in te schaten. Met informate kan je het risico beter inschaten.
Paragraaf 1.2
Er zijn 2 soorten risico’s:
Vrijwillige risico:
Een risico waar je zelf voor kiest. Je had de kans op schade ook kunnen voorkomen
Onvrijwillig risico:
Je kiest er niet zelf voor. Je hebt geen invloed op de kans op schade.
Paragraaf 1.3
Risicoaversie: het niet houden van risico’s nemen. Een risico avers persoon kiest altjd voor de opte
met het laagste risico. Ze laten dus bewust een kans liggen om eventueel een hoger bedrag te
winnen als daar een hoger risico aan vast zit.
Verwachte opbrengst: de kans op een gebeurtenis x de opbrengst van die gebeurtenis
Voorbeeld:
Loterij Prijs per Uitbetaling Uitbetaling Verwachte Mogelijke Risico
lot bij ‘kop’ bij ‘munt’ opbrengst schade
A € 20 € 24 € 16 €0 €4 €2
B € 20 € 40 €0 €0 € 20 € 10
Een lot kost € 20. In beide gevallen bestaat de loterij uit het gooien van een euromunt. De uitbetaling
verschilt per loterij. Als ‘kop’ bovenkomt, betaalt loterij A € 24 uit en loterij B € 40. In geval van
‘munt’ betaalt loterij B niks uit en loterij A € 16. De verwachte opbrengst is voor beide loterijen
hetzelfde.
Bij loterij A heb je 50% kans op ‘kop’ met als opbrengst (€ 24 - € 20) = € 4, en 50% kans op ‘munt’ met
als opbrengst (€ 16 - € 20) = € -4. De verwachte opbrengst is dus ½ x € 4 + ½ x - € 4 = € 0.
Op deze manier kun je ook de verwachte opbrengst van loterij B berekenen: ½ x € 40 + ½ x € 0 = € 0.
Hoofdstuk 2: Het verzekeren van een risico
Paragraaf 2.1
Iedereen wil onvrijwillige risico’s zo klein mogelijk maken. Daarvoor moet je het risico verzekeren.
Verzekeringspremie: de prijs van deelname aan een verzekering.
De verwachte schade aan de scooter was € 50. Je kunt een verzekering afsluiten voor € 50 per jaar.
Je kunt je wel en niet verzekeren.
Niet verzekeren:
krijg je ook geen uitkering bij diefstal.
loop je mogelijk € 1000,- schade.
de kans daarop is 5%, dus je kunt per jaar € 50 kosten verwachten (eens in de 20 jaar €
1000,-).
hetgeen ook het risico is dat je loopt.
, Wel verzekeren:
krijg je de nieuwprijs (€ 1000,-) uitgekeerd bij diefstal.
loop je dus geen schade op.
de kosten bedragen € 50,-.
maar je loopt geen risico, want die koop je af met de verzekering
Premie per Uitbetaling bij Mogelijke Verwachte Risico
jaar diefstal schade kosten Verwachte
schade
Niet €0 €0 € 1000 € 50 € 50
verzekeren
Wél € 50 € 1000 €0 € 50 €0
verzekeren
De verwachte kosten zijn gelijk, maar het risico van niet-verzekeren is groter. Een risico-avers
persoon zal zich verzekeren. Iemand met minder afeer van risico zal liever geen premie betalen en
het risico nemen.
Paragraaf 2.2
Totale opbrengst van verzekeraars:
TO = premie x aantal verzekeraarsnemers
Om winst te maken, moeten de opbrengsten hoger zijn dan de kosten, dus moet de premie hoger
zijn dan het bedrag dat de verzekeraar gemiddeld per verzekerde moet betalen.
Paragraaf 2.3
Informatieasymmetrie: De verzekeringsnemer heef meer informate over het te verzekeren risico
dan de verzekeraar. Door asymmetrische informate ontstaan er voor de verzekeraar twee
problemen:
1. Moral hazard = moreel wangedrag.
2. Averechte selectie = Alleen mensen die van zichzelf weten dat ze een groot risico lopen
sluiten een verzekering af.
Omdat de risico’s verschillen tussen verzekeringsnemers, zal de verzekeraar bij de ene wel winst
maken en bij de ander niet. Dit heet risicospreiding over een hele groep.
Mensen die een verzekering hebben afgesloten, hebben de neiging om zich roekelozer te gedragen.
Dit is een kenmerk van Moral hazard.
Averechtse selecte werkt premie verhogend. Als mensen met een hoog risico een verzekering
afleggen, is de gemiddelde premie te laag en moet de premie dus omhoog. Moral hazard is ook
premie verhogend. Wanneer mensen roekelozer zijn maken ze meer schade, en moet de verzekeraar
dus ook meer schade vergoeden. De premie gaat omhoog om als verzekeraar winst te maken.
Paragraaf 2.4
De vraag naar verzekeringen daalt als de premie stjgt. Dit is nadelig voor de verzekeraar.
Problemen bij de verzekeraar ontstaan bij informateachterstand. Het probleem bij averechtse
selecte is dat de verzekeraar het risico van de verzekeringsnemer niet kent. Een verzekeraar kan
informate bij mensen opzoeken over mensen die iets verzekeren, zoals een gebit. Dan kan je bij de
tandarts informate over de verzekeringsnemer zijn gebit krijgen.
Premiediferentiatie = Verzekeren voor het zelfde risico, maar voor andere premie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper luukvaa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.