Psychodiagnostiek lieierstof
Boiek: Psychological Tiestng and Assiessmient
Hoofdstuk 2
In general: you should have insight into the history of testng and be able to recognize key developers
of test (such as Galton, Catell, Gall, Binet) and understand the importance of the newly developed
tests (specifc learning)
Chiniesie tiests van BC
In 2200 voor Christus liet de Chinese keizer zijn ambtenaren elke drie jaar testen om te kijken of ze
nog geschikt waren voor hun werk. Deze testen werden steeds veranderd en verfjnd totdat er rond
200 voor Christus geschreven testen gingen ontstaan. Er werd op vijf gebieden getest: civiel recht,
militaire zaken, agricultuur, fnanciële omzet en geografe.
Rond 1370 is de uiteindelijke vorm van een test ontstaan. Kandidaten moesten voorheen een dag en
een nacht doorbrengen in een geïsoleerde ruimte, terwijl zij essays moesten schrijven over een
toegewezen onderwerp en een gedicht moesten maken. Slechts 1-7% kwam zo’n test door en ging
naar de district testen, waarbij er drie soortgelijke sessies waren van 3 dagen en 3 nachten. Hiervan
haalde 1-10% de test en zij die de test haalden mochten naar Peking voor een laatste ronde. 3% van
deze groep kwam de laatste test door en kwam in aanmerking om ambtenaar te worden.
Deze oude procedures waren gruwelijk, maar de selecteprocedures waren daarnaast niet valide. Er
zat wel logica in: om ambtenaar te worden moest je goed kunnen schrijven en duidelijk kunnen
communiceren. Dit schepte de verwachtng tot een goede ambtenaar. In 1906 is dit systeem door
het koninklijk huis afgeschaf.
Fysionomiie
Fysionomie is gebaseerd op het idee dat we het karakter van iemand kunnen beoordelen op basis
van fysieke eigenschappen, waarvan met name het gezicht belangrijk is. Dit is een vroege vorm van
psychologisch testen.
Interesse in fysiologie is in de vierde eeuw ontstaan toen Aristoteles een kort essay schreef
gebaseerd op het feit dat het lichaam en de ziel ‘sympathiseren’ met elkaar. Aristoteles vond dat
veranderingen in een ziel (innerlijke karakter) impact konden hebben op iemands lichaam en vice
versa. De relate tussen deze twee dingen zorgde ervoor dat je persoonlijkheidstrekken kon zien op
basis van iemand zijn uiterlijk. Zo werd er bijvoorbeeld gezegd dat dun, stjl haar bij een man
betekende dat hij niet zo sterk was, maar wel rustg en niemand kwaad deed.
Veel andere klassieke Latjnse auteurs schreven over fysionomie. Eeuwen later was het echter weer
in opkomst, omdat Lavater hier een boek over schreef in de 18 e eeuw. Zijn boek bevate
verschillende tekeningen waarbij beschreven werd wat gezichtskenmerken over iemand zeiden.
Fysionomie bleef nog eeuwen populair en was de eerste stap naar het ontstaan van frenologie.
Frienologiie
Frenologie is toegeschreven aan Franz Joseph Gall. Zijn ‘wetenschap’ was gebaseerd op plausibiliteit.
In zijn bekendste werk, schrijf hij over dat het brein het orgaan is van sentmenten en faculteiten en
dat de capaciteiten van het brein gelokaliseerd zijn. Hij beschrijf ook dat hoe verder een specifeke
faculteit ontwikkeld is, een deel in het brein hiermee samenhangt en mee ontwikkelt. Je schedel past
zich aan aan de vorm van het brein, dus een ‘knobbel’ in het brein zou een teken zijn van een
vergrotng van onderliggende delen van het brein. Deze veronderstelling zorgde ervoor dat Gall en
zijn aanhangers op basis van hersenknobbels konden zien of diegene liefdevol, geheimzinnig,
,hoopvol, strijdlustg, welwillend, zelfverzekerd, gelukkig of nabootsend was.
Johann Spurzheim heef frenologie bekender gemaakt en het werd erg populair in de Verenigde
Staten en het Verenigd Koninkrijk. Er werden toentertjd zelfs apparaten gemaakt om deze knobbels
precies te kunnen meten. Lavery heef zo’n apparaat gemaakt: de ‘psychograph’. Hiermee werden er
door middel van een helm persoonlijkheidstrekken van iemand afgelezen. De psychograph was een
groot succes, maar in de jaren ’30 waren veel mensen er sceptsch over en het bedrijf dat ze maakte
ging failliet.
Kopierien instrumientien (Brass)
Vanaf 1800 vonden er veranderingen plaats in de experimentele psychologie. Vanaf toen werden
menselijke capaciteiten getest in laboratoria. Onderzoekers begonnen objecteve procedures te
gebruiken die precies zo na gedaan konden worden.
De nieuwe experimentele psychologie liep tot niks uit, in ieder geval wat betref psychologische
testen. De vroege experimentele psychologen zagen simpele sensorische processen als een maat
voor intelligente. Zij gebruiken koperen instrumenten om sensorische drempels en reactetjd te
meten, omdat zij dachten dat dit met intelligente te maken had.
Ondanks de valse start, was er in de psychologie nu een geschikte methodologie. Er was ontdekt dat
het mogelijk is om het verstand wetenschappelijk te onderzoeken en te meten.
Wundt ontwikkelde een ‘gedachte meter’, een gekalibreerde slinger met naalden aan elke kant. Die
slinger ging heen en weer, terwijl hij met de naalden bellen aanraakte. De taak van de observant was
om de posite van de slinger te benoemen als er een bel klonk. Het verschil tussen de geobserveerde
locate van de slinger en de werkelijke locate van de slinger zag Wundt als een middel om de
snelheid van het denken te bepalen.
Wundt geloofde erin dat de snelheid van gedachten per persoon verschilt en dat dit niks hoef te
zeggen over diegene zijn kwaliteiten. Hij heef ook onderzoeken gedaan naar de snelheid van denken
bij sterrenkundigen door te kijken hoe snel zij een vallende ster zagen. Wundt heef met zijn
onderzoek mentale processen onderzocht en ontdekte (met tegenzin) individuele verschillen.
Galton geloofde erin dat alles te meten was. Ook individuele verschillen: hij erkende deze en zei dat
ze objectef te meten waren. Hij leende de procedures van Wundt en anderen en paste deze aan
naar een aantal simpele en snelle sensomotorische metngen. Hij ging door met het testen met
koperen instrumenten, maar met het belangrijke verschil dat zijn procedures veel ontvankelijker
waren voor het verzamelen van data. Hij wordt gezien als de vader van mentaal testen.
Galton is een psychometrisch laboratorium begonnen in Londen. De psychometrische instrumenten
lagen daar op een lange tafel aan één kant van een smalle kamer. De mensen die onderzocht werden
liepen langs deze tafel en kregen opeenvolgende tests.
De testen en metngen waren op fysieke en gedragsmatge gebieden.
De poging om intelligente te bepalen door middel van metngen van de reactetjd en sensorische
discriminate was echter mislukt.
Catell deed samen met Wundt een aantal testen waarbij mentale reactes werden gemeten. Hij
vroeg Wundt om onderzoek te doen naar systematsche individuele verschillen, maar dat wilde hij
niet.
Galton ondersteunde Catell wel in zijn idee. Catell deed verder onderzoek naar individuele
verschillen en opende daarvoor zijn eigen laboratorium waarin tests ontwikkeld werden die een
toevoeging waren op de testen van Galton.
Catell kwam met de term ‘mental test’ waarover hij schreef in een paper en de testen van Galton
uitbreidde. Hij was ervan overtuigd dat lichamelijke en mentale energie niet van elkaar gescheiden
konden worden.
, Toen Catell les ging geven, had hij één student die veel indruk heef gemaakt. Wissler verkreeg
mentale testscores en academische scores van meer dan 300 studenten aan de universiteit. Hiermee
wilde hij bereiken dat de testresultaten academische prestates konden voorspellen. Zijn resultaten
lieten zien dat er geen relate was tussen mentale testscores en academische prestates.
Ook de mentale tests hadden onderling een slechte correlate.
Nadat Wissler zijn resultaten had gepubliceerd, werden RT en sensorische discriminate niet meer
gebruikt om intelligente te testen.
Biniet-Simon schalien
In 1905 heef inet de eerste moderne intelligentetest uitgevonden.
De test van inet meet intelligente in 20 gebieden zoals gesproken taal, objecten benoemen en
kunnen lezen, schrijven en rekenen. inet en Simon ontwikkelden een gereedschap om de
intelligente van kinderen te bepalen, zodat kinderen naar het regulier of speciaal onderwijs konden.
Zij maakten een instrument om mee te classifceren, niet om te meten, enkel om een onderscheid te
maken tussen normaal ontwikkelende kinderen en kinderen met een speciale behoefe.
in 1908 werd het concept van een mentaal level bij de test ingevoerd. De onderdelen werden
gerangschikt naar op welke leefijd een kind deze gemiddeld haalden en op basis daarvan werd
besloten of een kind achter liep.
In 1911, na een derde revisie, ontstonden de inet-Simon schalen. Voor elke leefijd waren er nu 5
testen en er werden ook tests gemaakt voor volwassenen. Daarbij werden er nieuwe scoremethodes
toegepast waarbij er in plaats van bij ieder jaar, met elke vijf maanden besloten kon worden of een
test ‘gehaald’ was. Deze mentale leefijd mocht niet te serieus genomen worden.
Thie Army Alpha and Bieta Examinatons
De Alfa is gebaseerd op het (niet-gepubliceerde) werk van Ots en bestaat uit acht verbaal geladen
testen voor gemiddeld en hoog-functonerende mensen voor het leger. De testen waren: (1) het
opvolgen van mondelinge instructes, (2) rekenkundig redenen, (3) praktsch oordelen, (4)
synoniemen en antoniemen in paren indelen, (5) zinnen die in de war staan goed zeten, (6)
nummerreeksen afmaken, (7) overeenkomsten tussen dingen zoeken (analogieën) en (8) informate.
De eta was een non-verbale groep test die werd gebruikt met mensen waarvan Engels niet de
eerste taal was. Hierbij zijn er verschillende visuele percepte en motorische testen zoals een pad
door een doolhof volgen en bij een 2D-plaatje hetzelfde 3D-plaatje kunnen vinden. Ook deze test
bestaat uit acht onderdelen.
De testen voor het leger hadden als functe om mensen die verstandelijke beperkt zijn uit te sluiten
voor de functe en om mannen op basis van hun mentale vermogens ter classifceren en ervoor te
zorgen dat competente mannen op de posites terecht kwamen waarvoor veel verantwoordelijkheid
nodig was. Het is de vraag of de testen echt gebruikt zijn, Yerkes denkt dat ze miljoenen hadden
kunnen besparen als ze dit wel deden.
Veel mensen kwamen de testen niet door, maar dit had eigenlijk niks met hun kwaliteiten te maken.
De Army Alpha en eta zijn ook uitgebracht voor algemeen gebruik. Deze testen dienden als
prototypes voor een hoop intelligentetesten, toelatngstoetsen voor de universiteit, testen om
schoolprestates te bekijken en andere testen om te onderzoeken of iemand ergens bekwaam voor
is. Eén hiervan is de ‘Natonal Intelligence Test’, die in de jaren ’20 bij 7 miljoen kinderen is
uitgevoerd in de Verenigde Staten.
Piersonal Data Shieiet
De Personal Data Sheet bestaat uit 116 ja/nee-vragen met voor de hand liggende verschillende
soorten vragen en op basis hiervan werd bepaald wat voor iemand je was, met vier