Vraag Antwoord
1 Wat is de defiiie eai eei Eei persooi met eei besef eai oieoorwaardelijk ei ijdloos
ouder? eeraitwoordelijkheid- ziji eoor eei kiid.
2 Wat is eei illusie? Droombeeldei of iauwelijks bewuste eerwachiigei die het opeoedgedrag
beïieloedei. (eei gedachte die te mooi is om reëel te ziji).
3 Wat ziji de illusies eai Maakbaarheid, maiagemeit eai het dagelijks bestaai, gezoidheid, het
ouders? beeld eai het kiid, het ouderschap zelf, laagdrempeligheid, erijwillige
hulpeerleiiig, iieuwe methodiekei.
4 Wat houdt de illusie Als iets iiet goed gaat, we het alijd op kuiiei lossei. Ois leeei is
'maakbaarheid eai ois maakbaar, er is sturiig aai te geeei.
bestaai' ii?
5 Wat houdt de illusie De ouders hebbei eei basaal eertrouwei dat iets iemaid aiders oeerkomt,
'gezoidheid' ii? maar huizelf iiet.
6 Wat houdt de illusie Alles moet kloppei, omdat het aiders fout gaat. Maiagei (sturiig geeei)
'maiagemeit eai het aai je leeei zodat het allemaal goed komt.
dagelijks bestaai' ii?
7 Wat houdt de illusie 'het De ouders willei trots ziji op hui kiid, zodat ze het geeoel hebbei dat ze
beeld eai het kiid' ii? eei goede ouder ziji. Als het iiet goed gaat met het kiid, eoelei ze zich hier
ook eeraitwoordelijk eoor.
8 Wat houdt de illusie 'het Het ouderschap is eei roze wolk. Je deikt eoor de kiiderei geborei ziji dat
ouderschap zelf' ii? alles leuk is, maar er ziji ook miider leuke diigei aai het ouderschap.
9 Wat houdt de Hulpeerleiers deikei eaak dat het toestappei iaar eei hulpeerleier
illusie 'laagdrempeligheid' makkelijk is eoor eei ouder, maar dat is het iiet. Ouders moetei zich heel
ii? kwetsbaar opstellei.
10 Wat houdt de illusie Doei alsof je eei ouder er erijwillig mee helpt, terwijl de ouder eigeilijk eei
'erijwillige hulpeerleiiig' eerplichiig krijgei.
ii?
11 Wat houdt de illusie Dat er methodes ziji om kiiderei eai hui auisme af te helpei, terwijl eei
'iieuwe methodiekei' ii? methode iiet alijd wil helpei. Ze werkei iooit 100% bij alle kiiderei.
12 Waar moet je rekeiiig Dat ze aidere opeoedtakei hebbei.
mee houdei bij kiiderei
met eei stooriis?
13 Wat zou eei Het dagelijks leeei aaipassei ei situaies eoorspelbaar makei.
opeoediigstaak bij eei
kiid met eei stooriis
kuiiei ziji?
14 Wat houdt scheefgroei ii? Dai komt de oitwikkeliig iaar de eigeiheid eai eei kiid ii geeaar, doordat
ouders hui eerwachiigei te eeel op het kiid projecterei ei geei geeoel
hebbei eoor de eigei behoefei ei mogelijkhedei eai het kiid.
15 Wat houdt Eei opeoediigsprobleem ei eei uiiig eai eei erisig eerstoorde ouder-
kiidermishaideliig kiidrelaie.
eolgeis Belsky ii?
16 Waar gaat het bij het Oeer de keimerkei eai de ouders die het ouderlijk fuicioierei ei de
ecologisch ouder-kiid iiteracie beïieloedei.
eerklariigsmodel eai
Belsky oeer?
17 Hoe deikt Baartmai oeer Kiidermishaideliig is ook eolgeis hem eei opeoedprobleem ei eei uiiig
kiidermishaideliig? eai eei erisig eerstoorde ouder-kiid relaie. Maar hij legt meer de iadruk
op het pedagogisch besef, of hoe de ouders betekeiis geeei aai het gedrag
eai het kiid ei hoe ze hiermee omgaai.
18 Wat houdt Het besef eerplicht te ziji aai het welziji eai het kiid te beharigei ei de
, pedagogisch besef ii gezoidheid zulks te doei.
eolgeis Baartmai?
19 Waiieer hebbei ouders Waiieer de ouder ziji eigei belaig boeei dat eai het kiid blijf zeeei ei
weiiig pedagogisch de ouder de oigepaste eerwachiigei, iegaieee beleeiigei ei het gebrek
besef? aai seisiieiteit gaat eersterkei.
20 Wat is kiidermishaideliig Niet alleei eei pedagogisch oieermogei waar pedagogische hulp bij iodig
eolgeis Pollmai? is, maar eei symptoom eai eei erisige geziispathologie.
21 Waar haigt Samei met de persooilijkheidsstructuur, de persooilijkhedei eai de ouder
kiidermishaideliig mee ei hui oiderliige relaie ei eerledei.
samei eolgeis Pollmai?
22 Spreekt Pollmai Ja.
ook oeer eei lak aai
pedagogisch besef?
23 Wat breigt het De draaglast ei de draagkracht eoor de oitwikkeliig eai het kiid.
balaismodel ii kaart?
24 Waiieer is er eolgeis het Waiieer de draagkracht te kort schiet of de draaglast te groot wordt.
balaismodel eei
probleem?
25 Waar is het balaismodel Gericht om het gezii weer ii balais te breigei.
op gericht?
26 Wat ziji KOPP-kiiderei? Kiiderei eai Ouders met Psychiatrische Problemei. Ouder moet miiimaal
eei keer ziji opgeiomei ii eei psychiatrie ei er moet eei psychiatrisch
ziektebeeld ziji eastgesteld.
27 Wat ziji KVO-kiiderei? Kiiderei eai Verslaafde Ouders.
28 Wat ziji keimerkei eai Pareiifcaie, geei erieidjes mee iaar huis iemei, schaamte- schuldgeeoel
KOPP-kiiderei? (ik bei slecht, doe het iiet goed), cijfert zichzelf weg (persooi met depressie
is belaigrijker iu), geriige copiigeaardighedei (weiiig mogelijkhedei om
met eei moeilijke situaie om te gaai), schooleerzuim, separaieaigst
(scheidiigsaigst).
29 Wat ziji risico's eoor Complicaies bij de geboorte, moeilijk temperameit, type erist ei
KOPP-kiiderei? chroiiciteit eai de problemaiek bij de ouder (hoe laig duurt het), mate
waarii de psychiatrische problemei het ouderlijk fuicioierei beïieloedei,
disfuicioierei eai de aidere ouder (aidere ouder kai bufereid werkei -
eersterkei/eerzwakkei), iigrijpeide eeraideriigei op het iieeau eai het
gezii (eerhuiziig), scheidiig ei relaieproblemei tussei ouders.
30 Beioem eoorbeeldei eai Goede ouder-kiidrelaie, competeiies/eaardighedei eai het kiid om met
beschermeide factorei. de situaie om te gaai, steui eai de aidere ouder, oidersteuieid ietwerk
of eertrouweispersooi, guisig schoolmilieu ei goede schoolereariigei,
juist beeld bij het kiid eai de problemaiek.
31 Wat is eai iieloed op eei Stresseolle omgeeiig ei kwaliteit/coiiiuïteit eai de relaies ziji eai grotere
probleem? iieloed dai de aard eai het probleem. (equi- mulifialiteit).
32 Wat betekeid Borderliie Diepgaaid ei iistabiel patrooi ii het geeoelsleeei, zelfeeld ei
Persooilijkheidsstooriis iitermeiselijke relaies ei eei duidelijke impulsiteit. (ze ziji oieoorspelbaar
(BPS)? ei je moet opleeei met wat je zegt).
33 Wat ziji de symptomei Krampachig proberei eoorkomei dat iemaid je (feitelijk of eermeeid) ii de
die je moet hebbei eoor steek laat, patrooi eai iistabiele ei iiteiste relaies hebbei,
je spreekt oeer BPS? ideiiteitsstooriis (duidelijk ei aaihoudeid iistabiel zelfeeld of
zelfgeeoel), impulsiteit op tei miiste twee gebiedei die je mogelijk kuiiei
schadei (middeleigebruik, seks, roekeloos rijdei, ereetbuitei, geld
eerkwistei), terugkereide suïcidale gedragiigei, gestes (gebarei) of
dreigiigei of automuilaie (zelfeerwoidiig), sterk wisseleide stemmiigei,
