Samenvatting van het gehele boek (hoofdstuk 1 tm 7) Hoofdzaken van bestuursrecht. Dit boek wordt gebruikt als stof voor je examen bestuursrecht in het 1e jaar HBO SJD bij NCOI.
Bestuursrecht heeft betrekken op het openbaar bestuur, hetgeen het openbaar bestuur doet en op
de relatie met de burgers.
De hoofdzaken van bestuursrecht zijn:
- Organisatie
- Bevoegdheden
- Normering
- Handhaving
- Rechtsbescherming
Het bestuursrecht bestaat uit een algemeen deel, waartoe Awb behoort, en vele bijzondere delen.
Deze bijzondere delen hebben veel gemeenschappelijk;
- Hoe de bestuursorganen aan hun bevoegdheden komen
- Type bestuursbesluiten
- Handhaving recht
Bijzondere delen zijn o.a. omgevingsrecht, huisvestingsrecht, vreemdelingenrecht, economisch
bestuursrecht etc.
Het maatschappelijk belang van bestuursrecht is groot. Het gaat hier om verzoeken/aanspraken van
burgers en bedrijven jegens de overheid. Tevens zijn er belastingen die geïnd worden.
Het bestuursrecht zit zo ingeweven in ons leven dat het zelfs betrekking kan hebben op de eigen
woning van de burger.
Deregulering:
Vermindering en vereenvoudiging van regelgeving ( regulatie )
Finale geschillenbeslechting:
Een meer op inhoud gerichte eindresultaat proces bij de bestuursrechter.
Hoofdstuk 2 Kenmerken van het bestuursrecht
De 2 uitgangspunten van het bestuursrecht zijn;
- Het legaliteitsvereiste ( legaliteitsbeginsel )
Bestuursbevoegdheden moeten , in een democratische rechtsstaat, berusten op een wet. De
overheid mag burgers iets verbieden of gebieden voor zover de wet dat uitdrukkelijk toestaat.
- Het specialiteitsbeginsel
Het bestuur mag slechts het belang behartigen waarvoor een wet is vastgesteld. Het ‘algemeen
belang’ is te onduidelijk. Daarom dienen wetten, min of meer, een specifiek belang.
Normadressaten:
Degene aan wie de norm geadresseerd is. De meeste normen zijn gericht op de burger, bedrijven en
instellingen. Denk aan vergunningen en ontheffingen, meldingsplicht, betalingsverplichting etc.
Bv. De Grondwet draagt de ‘wetgever’ op om.. ‘
, 5. Koninklijke besluiten / Algemene maatregel van bestuur
6. Ministeriele verordening
7. Provinciale verordening
8. Gemeentelijke verordening
9. Beleidsregels ( zijn geen wettelijke regels )
10. Voorschriften / verplichtingen verbonden aan een beschikking ( bv vergunningvoorschriften)
Verticale Gelede normstelling:
Betekent dat het normenstelsel uit meerdere onderdelen bestaat, vertakt, is. Met als gevolg dat de
burger in veel situaties te maken heeft met meerdere niveaus. ( voorbeeld pag. 16 )
Horizontale gelede normstelling:
Wanneer de burger in een situatie met meerdere normstellingen te maken krijgt vanuit hetzelfde
niveau. Bijvoorbeeld, meerdere wetten.
Ontstaan wet bestuursrecht:
- 1983 werd een verplichting tot het vaststellen van een algemene wet bestuursrecht opgenomen.
Artikel 107: ‘De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk- en strafrechtproces in
algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in
afzonderlijke wetten’
- 1 januari 1994 1e + 2e tranche van Awb treedt in werking
( Definities, normen voor overheidshandelen, procedures besluitvorming en rechtsbescherming)
- 1 januari 1998 3e tranche treed in werking
( aanvulling, hoofdstukken over handhaving, bestuurlijk toezicht, mandaat en delegatie. )
- 1 juli 2009 4e tranche treed in werking.
( kleine aanvullingen / wijzigingen, regeling geldschulden en regeling bestuurlijke boete.
- Ontstaan omdat het bestuursrecht te zeer was verbrokkeld, procedures verschilden en termijnen
per regeling zeer uiteen liepen en had meerdere hoogste rechters die niet altijd op één lijn zaten.
Structuur AWB:
Van algemeen naar bijzonder.
1. Definities
2. Bepalingen verkeer tussen burgers en bestuursorganen
3. Algemene bepalingen over besluiten
4. Bijzondere bepalingen over besluiten
5. Handhaving
6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
7. Bijzondere bepalingen over bezwaar en beroep
8. Bijzondere bepalingen procederen bij bestuursrechter
9. Klachtbehandeling
10. Bepalingen over bestuursorganen
11. Slotbepalingen
Doel Awb:
1. Meer eenheid in de bestuursrechtelijke wetgeving
2. Systematiseren en vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving
3. Vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld
4. Het treffen van voorzieningen die naar hun een algemene regeling behoeven, zoals de
doorzendplicht.
Daarnaast is er een ‘horizontale relatie’ tussen overheid en burger waarbij de juridische relatie
gekenmerkt wordt doordat beide rechten en plichten hebben, oftewel wederkerigheid.
, 4 manieren waarop Awb richting geeft aan andere wetgeving:
a) dwingend recht
Wanneer afwijking in de lagere wetgeving niet is toegestaan. Bijv. art. 6:47 Awb
b) Regelend recht
Awb bevat de hoofdregel maar staat afwijking nadrukkelijk toe. Bijv. art. 4:1 Awb
c) aanvullende recht
De regel is in beginsel te vinden in een andere wetgeving, zo niet dan geldt de bepaling van het
Awb. Bijv. art 3:6
d) Facultatief recht
De regel van de Awb is van toepassing als daar voor gekozen is in een lagere regel. Bijv. 3:10 Awb
Besluit:
art. 1:3 lid 1 Awb
een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke handeling.
Beslissing:
Een beslissing is een wilsverklaring van een bestuurlijk orgaan met een definitief karakter.
Schriftelijk:
Een beslissing dient in het algemeen op schrift te zijn gezet vanwege de bewijstechnische kant. Een
directe uitzondering is art. 5 Wet openbaarheid van bestuur.
Rechtshandeling
Is een handeling die gericht is op enig rechtsgevolg. En heeft als doel een recht te geven of ontnemen
dan wel een plicht op te leggen of ongedaan te maken.
Bestuursorgaan
Definitie van bestuursorgaan art. 1.1 Awb
‘ Onder bestuursorgaan wordt verstaan een a) orgaan van een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld , of b) een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed.’
Feitelijke handeling:
Zijn echte handelingen, zoals het aanleggen van een fietspad, het maaien van het gras etc.
Feitelijke handelingen zijn niet gericht op rechtsgevolg.
Onrechtmatige feitelijke handeling:
Is wanneer een bestuurshandeling ( feitelijke handeling) onrechtmatig wordt verricht waardoor er
een rechtsgevolg aan verbonden raakt. Op grond van art. 6:162 BW ontstaat er een plicht tot
schadevergoeding.
Er zijn dus 3 mogelijkheden:
- Feitelijke handeling zonder rechtsgevolg
- Feitelijke handeling met rechtsgevolg
- Rechtshandelingen
Strategisch besluitbegrip;
Houdt in dat een bestuursrechter een beslissing als besluit aanmerkt zodat hij bevoegd is hier een
oordeel over te vellen met het oog op een zinvolle verdeling van de rechtsmacht. Een
bestuursrechter mag enkel oordelen over besluiten.
Openbaarheid van bestuur:
Er is veel wetgeving met betrekking tot openbaarheid en geheimhouding. Hierin wordt onderscheidt
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Roelfiena. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.