Leerdoelen kind in zorg deel 2
Uitwerking van alle leerdoelen in de keuzecurcus
Week 1
De student kan uitleggen wat Diabetes Mellitus is en wat dit betekent
voor kinderen/jongeren.
Diabetes de NOVO: ook wel kinder diabetes genoemd. Kinderen
presenteren zich vaak op de SEH met ketoacidose. Het is belangrijk om
het ziektebeeld uit te leggen in Jip en Janneke taal.
Diabetes is een auto-imuunziekte waarbij de pancreas (eilandjes van
langerhans) geen of onvoldoende insuline aanmaakt omdat deze cellen
slapen (blijkt uit onderzoek).
Insuline zorgt ervoor dat de glucose uit het bloed kan opgenomen
worden in het lichaam.
Een mogelijke oorzaak van DM1 is een fout in het afweersysteem. De
afweercellen in het lichaam vernietgen de cellen die insuline maken.
Als er nog maar weinig van die insuline producerende cellen zijn en het glucosegehalte van het bloed
verhoogd is, spreek met van DM.
Bloedsuiker bij DM:
>11.1 mmol/L
of nuchter >7,0 mmol/L
Les stof
Diabetes type 2: de alvleesklier (eilandjes van Langerhans) maakt niet voldoende insuline aan. Er is
een verminderde afgife waardoor niet alle glucose de cellen in kan.
Overgewicht
Bij dikkere mensen zit er om de cel vet waardoor er meer insuline nodig is om de glucose de cel in te
laten gaan. De pancreas maakt niet voldoende insuline aan om genoeg te geven voor de glucose in
de cellen te laten gaan.
Ouderdom
De pancreas is verouderd waardoor er minder insuline aangemaakt wordt.
Plassen bij een hyper
Bij een hyper wordt er water ontrokken uit de cellen omdat de glucose waarde heel hoog is.
hierdoor neemt het circulerend vocht toe en moet dit uitgescheiden worden. Dus veel plassen.
Tevens is er te weinig water in de cellen waardoor iemand veel dorst heef.
Complicates op langer termijn
Binnen 15 jaar kan een kind met diabetes al complicates ontwikkelen. Het begint bij de ogen en
nieren. Dit komt omdat de bloedsuiker hier altjd doorheen vloeit.
Glycogeen is de opslag van glucose. Door middel van glucagon injecte intramusculair wordt de
opslag vanuit de lever en spieren weer in de bloedbaan gebracht. Hierdoor stjgt de bloedsuiker.
Indien een kind kan slikken geef je oraal suikers, en anders intramusculair.
Bij een diepe hypo wordt het kind door middel van een stress hormoon gewekt. (bij bewustzijn
,gehaald) kinderen moeten ook na een uur weer eten. Hiervoor moet eerst insuline gespoten worden
en daarna moet er gegeten worden om de suikers en insuline aan te vullen voor de cellen.
Ketoacidose
Er is geen insuline aanwezig hoge bloedsuiker vet verbranding je gaat ketonen (afval
product van de vetverbranding) vormen verzuring van het bloed. Het lichaam kan niet leven op
de afvalproducten van het lichaam.
Bij een diabetsche ketoacidose is zowel de kaliumopneming in de cel onder invloed van insuline, als
de verwijdering van waterstofonen uit de intracellulaire ruimte door de acidose verminderd. Dit
verklaart het bij deze toestand vaak ontstaan van hyperkaliëmie.
Zuur/base evenwicht zie ook flmpje Juf Danielle
Stappenplan:
1. Is er acidose (zuur) of alkalose(basisch)?
2. Zit het probleem in de longen (respiratoir) of in de nieren (metabool)?
3. Welk compensate mechanisme wordt gebruikt?
Kussmaul ademhaling
De Kussmaul ademhaling wordt gekenmerkt door een snelle diepe ademhaling. Om zoveel mogelijk
afvalstofen kwijt te raken.
Kalium toedienen
Insuline en kalium hebben een samenwerking met elkaar. Als de insuline hoog is wordt de kalium
heel laag waardoor de kans op hartritmestoornissen toeneemt. Daarom moet er voorafgaand aan
een kalium infuus kalium waarde bepaald worden.
Insuline spuiten
In de buik, bovenbenen en billen.
In een plaats waar veel vet is. twee cm. Rondom de navel.
Insufon
Dit is een subcutane katheter onder de huid. Mag 4 dagen blijven ziten. Via deze
weg mag insuline toegediend worden.
Insuline pomp
Er zit altjd kortwerkende insuline in de pomp. De pomp gaat alarmeren bij een
hyper of hypo.
Auto rijden bij DM
Een onafankelijke arts ondertekend het toestaan om te rijden op de weg. Dit is
omdat iemand een hypo of hyper kan krijgen. Door ondertekening geef de arts
aan dat iemand bekwaam is om auto te rijden met DM.
Insuflon
De student kan complicates op korte en lange termijn benoemen en uitleggen welke preventeve
maatregelen hiervoor genomen kunnen worden.
,Bij een tekort of gebrek aan insuline in het lichaam wordt de glucose niet goed opgenomen in de
cellen. Hierdoor kan het glucose gehalte in het bloed hoog worden. Dit kan grote gevolgen hebben
voor het lichaam zoals:
- Hersenoedeem: bij keto acidose wordt er vocht toegediend waardoor de bloedglucose lager wordt.
Door veel vocht toedienen kan er hersenoedeem ontstaan.
Symptomen: hoofdpijn, verwardheid en druk rondom de oogkas. Kan ook zorgen voor een sunset-
fenomeen hierbij zijn de ogen half open, je ziet maar de helf van de pupil (lijkt als een sunset)
- DKA (diabetes ketoacidose) kan optreden bij een ontregelde diabeet.
Risico factoren:
- een snelle daling van de serumosmolatteit
- zeer lage PCO2 bij opname
- ernstge dehydrate en/of hoog ureum
- hypoxische episodes
Complicates/lange termijn gevolgen
Complicates doen zich zelden voor bij kinderen en jongeren. De therapie is vooral gericht op het
voorkomen van complicates op latere leefijd zoals vaatproblematek.
Bij driemaandelijkse controle wordt er standaard op een aantal zaken gescreend: lengte en gewicht,
bloeddruk en HbALC (geglycolyseerde hemoglobine dat zich aan glucose hecht). Aangezien de
levensduur van hemoglobine acht tot twaalf weken is, zegt dit iets over de glucosewaarden van
afgelopen periode. Het is een hulpmiddel om de regulate te beoordelen. Het wil niet zeggen dat als
het HbALC gehalte goed is de bloedsuiker ook goed is. volgends de richtlijnen van de ISPAD wordt er
gestreefd naar HB1LC lager dan 58 (7,5%)
Verder wordt er jaarlijks gescreend op: vetstatus, schildklierproblemen, coeliakie, microalbuminurie,
retnopathie en vit D.
Lipodystrofe
Er is een stoornis aanwezig in het subcutane vetweefsel ten gevolge van insuline injectes. Het is te
herkennen aan een gespannen, glimmend oppervlak of een duidelijke zichtbare verharding. Het is
vaak beter te voelen dat te zien.
oorzaken:
- onvoldoende of niet rouleren van injecteplaats
- overmatg hergebruik van injectenaalden
- wondjes die ontstaan bij hergebruik van injecte-naalden kunnen onderhuids groeifactoren
losmaken wat lipodystrofe bevorderd.
- de insuline zelf. Insuline is een groeifactor die het ontstaan van lipdystrofe kan bevorderen.
Het kan lelijke verwondingen geven op de huid van het kind wat het zelfvertrouwen kan
beschadigen. Verder is de opname ook verminderd van insuline bij lipdoystrofe waardoor er sneller
kans is op verstoorde bloedsuikers.
De student kan benoemen welke behandeling en begeleiding kinderen/jongeren met Diabetes
mellitus nodig hebben.
Interventes
- NaCl infuus aanhangen en er wordt direct gestart met een werkende insuline iv. Hierna wordt er
gestart met subcutaan insuline toedienen i.p.v. intraveneus.
- dag en nacht curve bijhouden (iedere 3 uur vindt er een bloedglucose controle plaats)
- eerste dagen atente op de electrolyten
,Behandeling
- het wordt altjd behandeld met insuline subcutaan. Hierbij is de juiste wijze van injecteren van groot
belang voor een goede glucose controle.
- de behandeling is er op gericht te streven naar een glucosewaarde tussen 4.0 en 8.0 mmol/L.
- insuline wordt het snelste opgenomen in de buik. Daarna komt bovenbeen en billen.
- De insuline wordt het beste opgenomen op de plaats waar veel vet is. Bij kinderen is dat dus niet in
de buik maar in het bovenbeen of in de bil.
Student kan uitleggen wat de impact van een chronische ziekte op kind en gezin heef.
De Internatonale Diabetes Federate heef richtlijnen opgesteld voor de behandeling van kinderen
en jongeren met DM.
De ISPAD-richtlijnen (Internatonal Society for Pediatric and Adolescent Diabetes) in 2013 zijn deze
herzien. Hierin wordt beschreven welke zorg een kind met DM en zijn ouders dienen te krijgen en
waaraan de educate moet voldoen. De educate is gebaseerd op zelfmanagement, waarbij ouders en
kind centraal staan. De zorg wordt bij voorkeur gegeven door een multdisciplinair kinderdiabetes
team. Ouders en kind moeten bij acute problemen 24u per dag een kinderarts met kennis van DM
kunnen bereiken.
Diabetes behandelteam
Een kind met DM dient driemaandelijks door het kinderdiabetes behandel team gezien te worden.
Het bestaat uit een aantal zorgverleners:
- de kinderarts
- kinderdiabetesverpleegkundige
- diëtst
- kinderpsycholoog
- medisch maatschappelijk werker
Kinderdiabetes verpleegkundige
De kinderdiabetes verpleegkundige houdt ook apart een spreekuur voor educate en begeleiding. Hij/
zij stelt de insuline dosis bij. Verder heef de DM verpleegkundige een ondersteunende rol in het
leren leven met DM.
Ook leert de DM verpleegkundige hoe insuline gebruikt moet worden en het uitvoeren van
zelfcontrole.
Samen wordt er een persoonlijk voedingsadvies opgesteld voor het kind waarbij er rekening
gehouden wordt met ziekte, sporten, eetlust, groei en ontwikkeling van het kind. Ook wordt er
aangeleerd koolhydraten te tellen en te berekenen.
Kinderpsycholoog
De kinderpsycholoog kan ouders en kind ondersteunen bij het accepteren van DM en het leren
omgaan met de gevolgen van de ziekte.
Medisch maatschappelijk werker
De medisch maatschappelijk werker geef de ouders en het kind adviezen bij psychosociale en/of
materiële problemen. Verder coördineert hij de zorg rondom get kind als er verschillende
hulpinstantes bij betrokken zijn.
, De student kan de impact van een chronische ziekte op de ontwikkeling van kinderen/jongeren
benoemen.
Bij kinderen spreek je van een chronische ziekte als:
- De ziekte voorkomt tussen de geboorte en het 18 e levensjaar
- Er op adequate wijze een diagnose is gesteld en
- De ziekte (nog) niet te genezen is, langer duurt dan drie maanden of vaker dan drie keer
voorgekomen is in het afgelopen jaar en vermoedelijk weer zou voorkomen (Mokkink et al.,
2008)
Wanneer een kind een langdurige ziekte heef, roept dat bij ouders vaak de neiging op hun kind te
beschermen (Andolf, 2010). Soms kan dat ervoor zorgen dat ouders hun kinderen taken uit handen
nemen, of lastge situates vermijden, waardoor onderstmulate van het kind een gevaar is (Evenblij,
2003).
Juist wanneer de spanning in het gezin toeneemt, bijvoorbeeld door de zorgen over een langdurig
ziek kind, kunnen negateve communicate patronen ontstaan waarbij gezinsleden elkaars goede
bedoelingen niet meer zien.
Systeemtherapie kan er bij helpen om te gaan met gevoelens.
Het uiten van gevoelens kan een doel van systeemtherapie zijn,
zodat gezinsleden elkaar beter kunnen begrijpen en
ondersteunen. Bijv. het maken van een genogram of tjdslijn,
waarbij ook wordt stlgestaan bij de beleving van de
verschillende gezinsleden (McGoldrick, 2008) of het maken van
een tree of life (Donborough, 2008) zijn hulpmiddelen om
gevoelens en gedachten van gezinsleden te bespreken, meer
zicht te krijgen op hun netwerk en daarover de dialoog aan te
gaan.
Er is gebleken dat de stress die ouders over de opvoeding
ervaren, samenhangt met depressieve symptomen bij kinderen.
Ook lijkt deze stress een negateve invloed te hebben op de
manier waarop kinderen hun ziekte ervaren (Cousino & Hazen, 2013)
Daarnaast is gebleken dan spanning en traumatsering die kunnen ontstaan door de chronische
ziekte van het kind, een negateve invloed hebben op het vermogen om te mentaliseren van de
gezinsleden (Muller & Ten Kate, 2008).
Een langdurige ziekte kan ook negateve invloed hebben op het hechtngsproces tussen ouder en
kind (Carr, 2006). Boonstra (2004) schrijf dat er als gevolg van een chronische ziekte een te hechte
band tussen ouder en kind kan ontstaan. Hierdoor ontstaan er verschijnselen zoals;
- vermijden van conficten
- isolement
- stemmingsstoornissen
- eetstoornissen
- somatsche en psychosomatsche klachten
Bij deze gezinnen is het de belangrijkste taak voor een systeem therapeut om het gezin een toekomst
perspectef te creëren en om het loslaten te stmuleren.
Betekenis geven aan de ziekte