Samenva'ng examen Verdieping Strafprocesrecht (23/10/2023)
WEEK 1: karakter NL strafproces
Het Nederlandse strafproces is gema%gd inquisitoir van aard
- Het is een soort van mengvorm; geen volledig inquisitoir karakter
o De verdachte wordt erkend als procespar<j, wat het een accusatoire toets gee?
o Twee fases: het vooronderzoek is meer inquisitoir (verdachte als object), de
terechtziFng is meer accusatoir (verdachte als procespar<j)
- Kenmerken van een inquisitoir rechtsstelsel
o De rechter neemt een ac<eve rol aan op ziFng en kan daar nog onderzoek verrichten:
getuigen opvragen, andere onderzoekshandelingen bevelen…
o De verdachte is het onderwerp / object van het onderzoek
o Het OM treedt op namens de gemeenschap
o Men zoekt naar de materiële waarheid
§ = hoe het zich t.o.v. het recht en t.a.v. de tenlastelegging hee? afgespeeld. De
rechter moet ervan “overtuigd” zijn, zonder het 100% zeker te weten.
§ ≠ absolute waarheid
o Geen jury
- Kenmerken van een accusatoir rechtsstelsel (zoals in UK-US)
o De verdachte is een volwaardige procespar<j
o Men zoekt naar de formele waarheid = waarheid die voor beide par<jen acceptabel is
Nota van de regering: de rol van het strafrecht
- → strafprocesrecht moet bevorderen dat de strafwet wordt toegepast op de werkelijke
schuldige + voorkomen dat een onschuldige wordt vervolgd en veroordeeld
- Verschuiving in de opvaFng
o Vroeger: strafrecht enkel als ul%mum remedium
o Nu: strafrecht als op%mum remedium
§ Men grijpt steeds sneller naar het strafrecht, om bepaalde maatschappelijke
problemen aan te pakken en zoveel mogelijk risico’s in te perken
§ Gebaseerd op de mens als calculerende, ra<onele burger, die kan gecorrigeerd
worden: als er genoeg nadelen tegenover bepaald gedrag worden geplaatst,
kan iemand steeds de afweging maken om het wel of niet te doen (echter
handelt men ook dikwijls vanuit een opwelling, dus het werkt zo niet al<jd)
§ Meer focus op de gevolgen van bepaalde gedragingen, in plaats van te kijken
wat er nu precies is verkeerd gedaan
- Verschuiving van (a) nachtwakersstaat naar (b) verzorgingsstaat
o (a): de overheid houdt zich enkel bezig met de kernthema’s (vb. veiligheid, defensie,
recht…), en de rest moet door de burgers zelf geregeld worden (vb. onderwijs)
o (b): de overheid beschermt zijn burgers door alle risico’s uit te willen bannen om zo te
komen tot een samenleving zonder criminaliteit. Daartoe gebruikt men strafrecht als
op<mum remedium
Nota van de regering: een goed func<onerend strafvorderlijk stelsel moet leiden tot…
- … adequate rechtshandhaving
o → strafrecht als instrument voor de overheid om criminaliteit aan te pakken
o Vb. zie no<<es p. 4
- … rechtsbescherming van de verdachte
o → strafrecht als bescherming d.m.v. rechterlijke instan<es (rechtbanken en hoven,
Hoge Raad, HvJ, EHRM…)
o Vb. zie no<<es p. 5
,Puni<ef populisme
- = het populisme dat betrekking hee? op misdaad en straf
- = de centrale overtuiging van het bestaan van een antagonis<sche / tegengestelde verhouding
tussen een homogeen volk (allemaal mensen met dezelfde gedachten, het Nederlandse volk)
en anderzijds een slechte elite (academici, rechtsprekende macht, het OM…), waarbij die elite
de legi<eme belangen van het volk privacy, veiligheid…) systema<sch opoffert aan de belangen
van verdachten, veroordeelden en criminelen.
- = inspelen op de veronderstelde punitieve gezindheid van het grote publiek en het oproepen
voor hoge straffen waarvan 'wereldvreemde' en 'niet te vertrouwen rechters afkerig zouden
zijn, waarbij men het electorale voordeel van een beleid verkiest boven de strafrechtelijke
effectiviteit ervan
- De poli<ek gebruikt het puni<ef populisme steeds meer om te pleiten voor een harder en
strenger strafrecht, waarmee ze zo stemmen willen winnen. Ze stellen dat rechters teveel
belang toekennen aan de belangen van de verdachte en zich te weinig bekommeren om
slachtoffers en maatschappelijke veiligheid.
- Voorbeelden van wetswijzigingen hierdoor ingegeven
o Herziening ten nadele: hierdoor kunnen onherroepelijke uitspraken van een rechter bij
erns<ge misdrijven herzien worden (spanning met ne bis in idem-beginsel, nog nooit
succesvol uitgevoerd)
o Wet Langdurig Toezicht: bij bepaalde stragare feiten kan de rechter op een later
moment er nog naar kijken, om te zien of een verlenging van de straf nodig is (spanning
met ne bis in idem-beginsel)
o Taakstrafverbod: bij bepaalde stragare feiten mag een taakstraf enkel worden
opgelegd indien er een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan gekoppeld is
o Voorstellen tot invoering van de minimumstraf: hiermee zou de vrijheid van de rechter
om een straf op te leggen worden ingeperkt. Dit is echter nooit ingevoerd, want in NL
gaat men steeds uit van het vertrouwen in overheidsinstan<es. Het kan in spanning
zijn met het propor<onaliteitsbeginsel, want als men niet onder een bepaald minimum
kan gaan, kan het voor bepaalde feiten een dispropor<onele straf opleveren.
o Verlenging van de verjaringstermijn bij zedendelicten
- Spanning tussen puni<ef populisme vs. strageginselen van subsidiariteit (het meest passende,
geen alterna<ef) en propor<onaliteit (sanc<e moet in verhouding zijn met het gepleegde
misdrijf)
- Volgens Groenhuijzen: rechters moeten goed mo<veren en kenbaar maken aan de
samenleving waarom ze voor een bepaalde straf kiezen. Maar omdat dat niet gebeurt, roept
de poli<ek op om steeds harder te straffen. Terwijl het eigenlijk beter zou zijn als de poli<ek
zich zo min mogelijk met het strafrecht zou bemoeien.
- Hoe puni<ef populisme aanpakken: combina<e van…
o … evidence-based argumenta%e: empirisch onderzoek uitvoeren naar de effec<viteit
van bepaalde straffen, kijken naar wat werkt
o … value-based argumenta%e: focussen op de intrinsieke waarden van norma<eve
uitgangspunten die achter bepaalde straffen of wehen zihen
Lekenrechtspraak / volksjury (zie tekst nr. 5)
- Tegenargumenten
o Burgers hebben een kennislacune
o Traagheid en inefficiën<e
o Het kost veel geld en vereist veel administra<eve handelingen
o De beïnvloedbaarheid en vooringenomenheid van burgers als juryleden
- Argumenten voor
o Het draagt bij aan het vertrouwen van de burger in de rechtsstaat
o Het werkt als correc<emechanisme op de elite
o Het zorgt ervoor dat het proces in een gemakkelijkere taal wordt uitgelegd, wat het
ook laagdrempeliger maakt voor buitenstaanders
, Taakstrafverbod (zie tekst nr. 3)
- Zie art. 22b Sr: voor bepaalde misdrijven mag er enkel een taakstraf worden opgelegd indien
er ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf bijkomt
- Probleem hierbij: hierdoor is de rechter verplicht om – indien hij een taakstraf wil opleggen –
er een gevangenisstraf bij te geven, terwijl dat in sommige gevallen helemaal niet wenselijk is
- Probleem met de taakstraf op zich: door deze wetgeving wordt er uitgeschenen alsof de
taakstraf een lichte straf is, bagatelliserend, omdat het voor bepaalde misdrijven al<jd
gecombineerd moet worden met gevangenisstraf. Terwijl het kan oplopen tot 240u, wat men
onbetaald moet doen naast regulier werk.
- Drie manieren waarop rechters aan het taakstrafverbod proberen te ontsnappen
o Omzeilen: er een hele korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf erbij opleggen
§ Deze is dikwijls al uitgezeten in voorhechtenis (vb. Valkenburgse zedenzaak)
§ Om hiertegen in te gaan, stelde het OM dat de onvoorwaardelijke gevangenis-
straf van substan<ële duur moest zijn. De Hoge Raad ging hier echter tegen in
en staat toe dat rechters er een gevangenisstraf van één dag bij opleggen.
o Buiten toepassing laten: door beroep te doen op de bijzonderheden van het geval,
schuiven rechters het taakstrafverbod soms bewust aan de kant wanneer het in hun
ogen zou leiden tot een dispropor<onele sanc<e
Procesafspraken (zie tekst nr. 4)
- = afspraken die de verdediging en het OM onderling maken over (de uitkomst van) de
procedurefstraf
- De rechter is niet gebonden door deze afspraken; maar omdat het iets is dat volop in
ontwikkeling is, gaan de verschillende rechtscolleges er anders mee om. De tekst behandelt de
voor- en nadelen.
Buitengerechtelijke afdoening van zaken (zie tekst nr. 6)
- Strageschikking = het OM dat voor veelvoorkomende feiten zelf een bepaalde straf kan
opleggen, buiten de rechter om, voor een snelle en efficiënte arandeling. Niet consensueel.
- Transac<e = de verdachte en OvJ maken afspraken waarmee vervolging wordt voorkomen
(consensueel). Als eraan wordt voldaan, komt de rechter niet meer tussen. Als er niet aan
wordt voldaan, gaat de zaak automa<sch naar de rechter
- Schikking = soort transac<e maar dan met bestuurders van of met grote bedrijven zelf