Dit document bevat mogelijke casussen die op het tentamen kunnen verschijnen. Daarnaast bevat het een theoretische samenvatting van de oefentherapie van deze periode, waarin de literatuur is verwerkt. Verder omvat het document een samenvatting van het massagedocument, inclusief een overzicht van ma...
Casus 1:
Je ziet een patiënt nu 3 weken na een enkeldistorsie. Hij heeft geen pijn meer in rust, maar ervaart nog wel
startstijfheid en een bewegingsbeperking in de ochtend bij de trap aflopen. Bij de ganganalyse valt op dat hij
zijn voet naar buiten wegzet en via de mediale zijde van de enkel afwikkelt.
Casus 2:
Je ziet een patiënte van 16 jaar nu 3 weken na een enkeldistorsie. Zij heeft geen bewegingsbeperkingen meer,
maar is eerder hypermobiel. Zij ervaart nog dagelijks zwikneigingen tijdens het lopen op oneffen ondergrond of
bij het lopen op hakken. Hierdoor kan zij haar sportactiviteiten bij ballet (springen en landen in balans) niet
meer oppakken.
Casus 3:
Je ziet een patiënt, welke 2 weken geleden zijn hamstrings heeft verrekt tijdens een voetbalwedstrijd. Dit
schoot erin tijdens het aanzetten van een sprint, waarna hij de wedstrijd moest staken. De eerste dag had
hij veel pijn (NRS = 7), maar kan nu pijnvrij wandelen. Bij lang zitten voelt hij een krampgevoel in zijn
hamstring en moet dan even bewegen. Voorover bukken is nog beperkt en dat trekt in zijn hamstrings en
er is sinds 1 week een haematoom zichtbaar in de knieholte. Hij wil graag weten of hij weer kan gaan
hardlopen (duurloop, 5 km, normaal gesproken loopt hij dit in een half uur).
Casus 4:
Een patiënt heeft 5 weken geleden een partiële hamstringruptuur opgelopen, maar kan nu nagenoeg
alweer pijnvrij 5 km hardlopen. Het hervatten van zijn hockeytraining geeft hem moeite, omdat hij tijdens
het aanzetten nog steeds wat voelt trekken (NRS = 5). De lengte van zijn hamstring is nog beperkter dan
de andere zijde, maar hij zegt altijd al wat stijfjes te zijn geweest.
Casus 5:
Mieke (23 jaar) heeft 4 weken geleden haar voorste kruisband afgescheurd tijdens een weekje skiën.
Ze kan al weer pijnvrij zonder krukken lopen en er is geen sprake meer van een inflammatoir beeld; de
fluctuatietest is negatief.
Ze vraagt zich af of jij haar kan helpen met het verbeteren van haar actieve stabiliteit van haar knie,
om te voorkomen dat ze moet worden geopereerd en ze kan blijven hockeyen. Bij onderzoek blijkt dat
ze met haar ogen open maar 10 seconden op 1 been kan staan en met haar ogen dicht 5 seconden.
Tijdens belasten van haar been tijdens een lunge en/of one legged squat merk je het 'kneeing in'-
fenomeen op. Haar naviculaire drop test = 1,1cm.
Casus 6:
Je ziet een voetballer van 25 jaar met een patellapeestendinopathie sinds 3 maanden. Hij heeft een
NRS van 3 in rust en tijdens traplopen loopt deze op naar NSR = 6. Hardlopen (ong 15 minuten, 3 km)
geeft echte startstijfheid de volgende ochtend, maar wel een iets gevoeligere knie. Hij heeft zijn
sportactiviteiten nog niet hervat. Bij het springen valt je op dat de landing 'stijf' is. Er wordt weinig
doorgeveerd in de knieën en enkels. In het verleden heeft hij een inversietrauma van hetzelfde
been/enkel meegemaakt maar ervaart nu geen pijnklachten of zwikneigingen meer. De Thomastest is
beiderzijds positief. Geef een passende behandeling in deze fase van tendinopathie.
Casus 7:
Je ziet een patiënt van 40 jaar met een achillespeespeestendinopathie sinds 2 maanden. Hij heeft een
NRS van 1 in rust, maar kan pijnvrij wandelen. Meer dan 5 km hardlopen geeft de volgende dag
startstijfheid maar dit wordt na 15 minuten lopen wel minder. Calf raises kan deze patiënt 20x
volhouden op zij n aangedane been, het andere been kan dit 30x. Geef een passende behandeling in
deze fase van tendinopathie
,Casus 8:
Je ziet een patiënte van 33 jaar met nek- en schouderklachten rechts. De klachten zijn
belastingafhankelijk en worden met name geprovoceerd bij bovenhandse activiteiten. Lang
bovenhands werken (zoals tillen of ramen zemen) zijn dan ook beperkt mogelijk.
Bij inspectie valt een afwijkende stand van de scapula op; deze staat rechts meer in protractie en heeft
een vergrootte anterior tilt.
Bij het actief bewegingsonderzoek zie je een afwijkend scapulo-thoracaal ritme; een vervroegd
meebewegen van de scapula en vergrootte elevatie tijdens de abductiebeweging. Bij de
deflexiebeweging (terugkomen) is er een winging van de scapula waarneembaar
Bij weerstand en/of vermoeidheid worden bovengenoemde afwijkingen nog meer zichtbaar
Bij de SRT (Scapular Resistance Test) en SAT (Scapular Assistance Test) wordt de schouderpijn
gereduceerd. De patiënt is actief niet goed in staat de beide scapulae selectief naar retractie te
brengen.
Casus 9:
Een patiënt na 8 weken menisectomie (=kijkoperatie, stuk meniscus weghalen) komt bij jou in de praktijk.
Tijdens de gang van de deze persoon houdt hij zijn knie stijf. Geen knieflexie bij de vroege landingsfase en
tijdens de zwaaifase is de flexie beperkt. Stel de behandeldoelstelling op. En geeft voorbeelden van
oefeningen ter behandelingen van deze ‘bad habit’ en laat hierin een duidelijk opbouw zien van de
behandeling.
Casus 10:
Je ziet een voetballer van 34 jaar met een status na partiele spierruptuur van de m. rectus femoris rechts
nu 3 weken geleden. Deze schoot erin tijdens de achterzwaai bij het nemen van een vrije trap. De eerste
week had hij veel last. Op dit moment is er geen pijn in rust, maar nog wel een stekende pijn (NRS =7)
tijdens rekken, traplopen en hurken). Bij palpatie voel je een pijnlijke verharding in de distale
tendomyogene overgang van de rectus femoris. De Thomastest is beperkt, zowel bij de knieflexie als de
volledige heupextensie. In buiklig kan de knie rechts passief buigen tot 100 graden (NRS = 5), links tot 150
graden. Momenteel traint hij nog niet omdat hij nog niet volledig pijnvrij kan hardlopen. Hij ervaart nog
krachtsvermindering van zijn rechterbeen. De eenbenige squat is mogelijk met een NRS van 4. De one leg
stance test is negatief en de LSI-index bij de Y-excursion balance test = 90% van die van links.
Casus 11
Je ziet een voetballer van 42 jaar met een achillespeestendinopathie rechts sinds 5 maanden. Deze begon
geleidelijk na de start van het seizoen in het najaar door een intensieve competitievoorbereiding. De
klachten trokken de eerste maanden telkens wel weg, maar hebben een geleidelijk progressief beloop. De
laatste maand heeft hij de dag na de wedstrijd of training een NRS van 4 in rust. Na 1 rustdag zakt dit
weer tot een NRS van 0. De maximale NRS is 6, bij de warming up dan een voetbalwedstrijd of training. Dit
wordt gedurende de warming up minder. Uit je onderzoek blijkt dat er een beperkte dorsaalflexie van de
rechter enkel. Naast de tendinopathie heeft hij sinds 1 maand ook last van zijn linker kuit, waarschijnlijk
overbelast door intensiever gebruik om de rechterzijde te ontzien. Het is pijnlijk aan het einde van de
training (NRS = 5) en voelt dan hard, stijf en geeft soms krampklachten. Hij merkt dat de lengte ervan ook
beperkt is bij het rekken. Hij is sowieso wat stijver, de Thomastest is beiderzijds positief.
, Theorie oefentherapie
Volgorde voor een revalidatietraject:
1. Pijnreductie pijn omlaag brengen (voornamelijk in ontstekingsfase)
2. Mobiliteitsherstel bij enkel vooral bij dorsaalflexie, die moet voorbij 10 graden (passief)
3. Herstel coördinatie
4. Integratie van krachttraining (bij gezonde mensen is dit een combinatie van coördinatie)
Onstekingsfase: pijnreductie staat voorop en na enkele dagen wordt gestart met mobilisatie
Proliferatiefase: trainen coördinatie
Remodellingsfase: trainen kracht
Krachttraining is coördinatietraining onder verhoogde weerstand. Krachttraining heeft te maken met
motorische leren met onderliggende processen op het met name neurofysioloische gebied.
Pijn is een grote stoorzender in het zenuwstelsel, waardoor de persoon minder goed gebruik kan maken
van zijn of haar proprioceptieve informatie. Zoek de positie die niet of het minste pijn doet.
Hier volgt een overzicht van variabelen die ingezet kunnen worden bij het opbouwen van de oefenstof:
1. Variaties in de mate van sensorische monitoring van de beweging
2. Eerst een voorspelbare taak, later een minder voorspelbare taak
3. Eerst zonder vermoeidheid, later met vermoeidheid.
4. Eerst geringe verstoringen van ‘stabiliteit’ naar een toenemende mate verstoren van stabiliteit.
(aantal steunpunten, grootte steunvlak, lastarm, aantal richtingen van verstoring)
Old way – new way
Prepartiefase
Eerst de oude manier van doen en vervolgens de nieuwe manier van doen geïdentificeerd
De patiënt wordt gevraagd de oude manier van doen te demosteren en deze wordt dan
expliciet benoemd
Hierna wordt de nieuwe manier van doen voorgedaan waarbij expliciet de verschillende
tussen beide technieken worden benoemd.
Mediatiefase
Speciale vorm van trainen waarbij de oude, ingeslepen manier van doen gecontrasteerd wordt
met de nieuwe, gewenste manier van doen door middel van voorstelling van perceptie
Techniek om de patiënt/leerling te helpen zijn eigen coach te zijn: cognitieve toerusting tot
leren
In de mediatiefase wordt de patiënt gevraagd beide technieken uit te voeren en dan zelf de
verschillen hierin te ervaren en benomen
Dit kan ondersteund worden met visuele hulpmiddelen (spiegel) of haptonomische
ondersteuning (waarbij de therapeut de patiënt laat voelen hoe de correcte manier
uitgevoerd dient te worden) Dit dient minimaal 5x herhaalt te worden.
Toepassingsfase:
Er wordt weer teruggegrepen op de impliciete leerstategieën en wordt de. Nieuwe en correct
beweging opnieuw getraind
Het doel is dat de patiënt dankzij de mediatie, in staat is de oude manier van de doen direct te
herenen en zelfstandig weer te corrigeren
Richtlijnen voor trainen van stabiliteit
1. Respecteer anatomisch herstel: beïnvloeden cross over effect door niet aangedane zijde te
trainen
2. Maak en onverwachte verwacht door het feedforward regelsysteem te trainen
3. Werk naar onbewuste uitvoering: dubbeltaken
4. Beperking visuele controle, zo min mogelijk compenseren
5. Gebruik zowel statische oefeningen als dynamische. Statisch is gesloten keten
6. Gebruik instabiel oefenmateriaal en leg de nadruk op externe focus
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joellavandenberg56. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.