Samenvatting Europees Recht
Week 1 – Foundations of European Union Law
De EU bestaat uit 3 pijlers:
EC/Euratom
CFSP
JHA
The EU is een sui generis (uniek/speciale) autonomous (staat boven alle wetgeving) legal
order:
1. Transfer of competences (staten hebben powers opgegeven aan de EU)
2. Legal Personality
3. Independent Institutions
4. Unique decision-making procedures
5. Unique sources (ze kunnen snel wetgeving doorvoeren)
6. Compulsory jurisdiction of the CJEU (als je bij de EU zit, heeft de CJEU ook
jurisdictie. Je kan die niet weigeren)
7. Unique methods of interpretation (taalkundige betekenis bekijken en kijken naar
wat de partijen hebben bedoeld)
8. Unique position of individuals (burgers kunnen beroep doen op EU recht)
Verdragen van de EU:
Treaty on the Funnctioning of the European Unio (TFEU), hier staat in hoe de EU
werkt, o.a. internal market staat hierin
Treaty on the European Union (TEU), meer organisatorisch verdrag over hoe de
organisatie van de EU eruit ziet
Euratom
De hierboven genoemde verdragen zijn ‘’framework treaties’’ (bevatten main
principles). Ze worden verder gespecificeerd in secundaire wetgeving (directives en
regulations).
Secundary law (art. 288 TFEU):
Regulation: ‘’shall have general application. It shall be binding in its entirety and
directly applicable in all Member States.’’ (wordt direct opgenomen in de nationale
wetgeving, de meest krachtige secondary law).
Directive: ‘’binding, as to the result to be achieved, upon each Member State to which
it is adressed, but shall leave to the national authorities the choice of form and
methods.’’ (zijn ook bindend, maar de directive moet eerst worden gecoörpereerd in
de nationale wetgeving)
Decision: ‘’binding in its entirety. A decision which specifies those to whom it is
addressed shall be binding only on them.’’ (kunnen van toepassing zijn op één staat
of één company)
Recommendations, opinions: ‘’have no binding forces.’’ (soft law)
De instellingen van de EU en hun kerntaken zijn genoemd in titel 3 van het verdrag van de
Europese Unie (art. 13 TEU). De EU en de instellingen zijn gebaseerd op een checks and
balances systeem, dit blijkt bijv. uit het feit dat de EP en Council of Ministers allebei
legislative bevoegdheden hebben.
Instellingen van de EU:
The European Parliament
The European Council
The Council
The European Commission
The Court of Justice of the European Union
The European Central Bank
The Court of Auditors
,European Parliament (art. 14 TEU en vanaf art. 223 TFEU):
Wordt direct gekozen door Europese burgers (vroeger waren het vertegenwoordigers van de
staten, dus niet direct gekozen). De meest supranationale instelling van de EU. De European
Parliament bestaat uit maximaal 750 leden + de president. Ze hebben democratische
controle over alle EU activiteiten. Can seize the Court of Justice. Ze hebben 4 verschillende
typen powers:
1. Legislative (wetgevende) powers
Ze maken samen met de Council of Ministers Europese wetgeving. EP heeft wel een
meer adviserende rol.
2. Budgetary powers
Stellen samen met de Council of Minister het jaarlijkse budget van de EU vast.
3. Supervisory powers
Ze mogen debatteren, vragen en onderzoeken.
4. Elective powers
Kiest de president van de commission.
The Council of Ministers (art. 16 TEU en vanaf art. 237 TFEU)
Een gespecialiseerde minister per member state (per onderwerp) die het nationale belang
behartigd. Ze komen bij elkaar afhankelijk van het onderwerp. Ze hebben een wisselende
president. Maken samen met de EP de Europese wetgeving en stellen budgetten op. Ze
voeren het buitenlandse beleid uit. Ze hebben een decisive rol in Common Foreign and
Security Policy.
The Commission (art. 17 TEU en vanaf art. 244 TFEU)
Bestaat uit één onafhankelijke national voor elke member state (dus 28 leden). Aan het
hoofd staat een Commission President. Ze zijn verantwoordelijk voor de general interests
van de EU. Ze hebben het Right of Initiatieve (art. 17 lid 2 TEU). Ze zijn als het ware een
watchdog en houden supervisie over de member states. Ze maken proposals for laws. Leden
van de Commission worden niet gekozen. Het is een onafhankelijke instelling, als je eenmaal
in de Commission zit, moet je in het belang van de EU denken, niet meer in het belang van je
eigen staat.
The Court of Justice (art. 19 TEU en vanaf art. 251 TFEU)
The Court heeft als taak ervoor te zorgen dat het verdragenrecht juist wordt geïnterpreteerd
en toegepast. De Court of Justice of the EU bestaat uit 3 verschillende courts: de Court of
Justice, de General Court en de Specialised Court(s).
The European Council (art. 15 TEU en vanaf art. 235 TFEU):
Exercises political leadership
Heads of State and Government and president of the Commission
Permanent President since Lisbon
Crucial role in cases when Treaty is to be changed
Meer overkoepelend
Andere belangrijke instellingen:
High Representative for Foreign Affairs
European Central Bank
Court of Auditors
Ombudsman
Agencies
EcoSoc
Committee of the Regions
Principle of Loyalty: art. 4(3) TEU
Pursuant to the principle of sincere cooperation, the Union and the Member States shall, in
full mutual respect, assist each other in carrying out tasks which flow from the Treaties.
(positive obligation to do everything to support the EU and a negative obligation not to do
anything to frustrate it)
, The Member States shall take any appropriate measure, general or particular, to ensure
fulfilment of the obligations arising out of the Treaties or resulting from the acts of the
institutions of the Union.
The Member States shall facilitate the achievement of the Union's tasks and refrain from any
measure which could jeopardise the attainment of the Union's objectives
Elke staat kan de verhouding tussen internationaal en nationaal recht kiezen. Er kan
onderscheid worden gemaakt tussen een monistisch en dualistisch stelsel.
Monistisch stelsel:
Internationale en nationale rechtsordes niet gescheiden (‘al het recht is één groot
systeem’, er is sprake van een doorlopende hiërarchie)
Internationaal recht werkt rechtstreeks door in nationaal recht
Consequentie bij uitgaan van monistisch stelsel (theoretisch):
o Burgers kunnen internationaal recht inroepen tegenover hun nationale
overheid
o Sommige regelingen zijn niet geschikt om in te roepen voor de rechter
Internationaal recht heeft een hoger karakter, blijft altijd zo. Het verdrag heeft
voorrang op nationaal recht
Waarom voor monistisch stelsel kiezen?
o Efficiënt verdragen en regelingen zijn al gesloten, dus kunnen net zo goed
gelijk doorwerken op het nationaal recht
o Gevolg wetgever verliest controle over wat het nationale recht betekent
o Nederland heeft een monistisch stelsel internationaal gericht (denk aan
handel met heel Europa, NL moet het hebben van goede internationale
betrekkingen, handelsverdragen, etc.). Heeft daar veel belang bij.
Dualistisch stelsel:
Internationaal en nationaal recht zijn gescheiden (aparte rechtsordes, even belangrijk
Staat is gebonden aan internationaal recht, burger heeft alleen te maken met
nationaal recht)
Doorwerking na transformatie/incorporatie ( het internationaal recht wordt
omgezet in nationaal recht)
Belangrijk verschil monistisch stelsel: verdrag is dus geen hoger recht meer, is
gewoon nationaal recht.
o Het is moeilijk om je te beroepen, kan alleen op nationale wetgeving. Het is
dan geen gegeven dat het getransformeerde internationaal recht voor gaat op
nationaal recht
Alleen staten kunnen elkaar aanspreken op naleving van internationale verplichtingen
o Internationaal Gerechtshof (in Den Haag) bij conflicten tussen staten
o Geeft ook adviezen (denk aan onafhankelijkheid van Kosovo)
o Komt niet snel voor (staten proberen dat meestal te voorkomen)
Voorbeeld: Duitsland, Engeland
Waarom dualistisch stelsel kiezen? wetgever blijft bepalen welke regels gelden en
bepaalt hoe internationaal recht geïnterpreteerd wordt (dus soevereiniteit)
ECJ Van Gend en Loos: Gaat over direct effect. Uit dit arrest blijkt dat individuen ook direct
rechten kunnen ontlenen uit EU recht. De nationale rechtbanken moeten deze rechten
kunnen garanderen. Al het Europese recht is direct toepasbaar in de nationale rechtsordes
van Member States (dus een monistische relatie tussen internationaal en nationaal recht).
Voorwaarden: ‘’Sufficiently clear and unconditional’’, hiermee wordt bedoeld dat er een