Geneeskunde samenvatni les 2.7
(paragraaf 16.2, 16.4.2, 16.5.2, 16.5.3, 16.5.4, 16.7.4 en 16.9 en 16.10 zijn niet noodzakelijk, dus
doorlezen)
Hoofdstuk 16: Het spijsverterinisstelsel
Parairaaf 16.1
Veel dagelijkse uitdrukkingen hebben met de spijsverteringsfuncte te maken, zoals:
- ‘iets ligt ons zwaar op de maag’
- ‘iets is onverteerbaar’
- ‘we slikken iets weg’
Als er een probleem is met het spijsverteringskanaal, zelfs als het maar een kleinigheidje is, zoeken
de meeste mensen hier onmiddellijk een oplossing voor. Om deze reden zien we op televisie veel
reclames voor tandpasta, mondwater, voedingssupplementen, middelen tegen brandend maagzuur
en laxeermiddelen.
Alle levende wezens moeten voedingsstofen uit hun omgeving opnemen om in leven te kunnen
blijven. Deze stofen worden als grondstof gebruikt voor de synthese van belangrijke verbindingen
(anabolisme) of worden afgebroken om de energie te leveren die cellen nodig hebben om te kunnen
blijven functoneren.
16.1
In ons lichaam werkt het ademhalingsstelsel samen met het bloedvatenstelsel, dat de zuurstof
aanvoert die nodig is om brandstof te ‘verbranden’. Het spijsverteringsstelsel levert de brandstof
waardoor alle lichaamscellen kunnen blijven functoneren, plus de bouwstofen die nodig zijn voor
celgroei en –herstel.
Het spijsverteringsstelsel bestaat uit:
- Een gespierde buis: het spijsverteriniskanaal
En uit:
- Accessoire orianen, zoals:
De gebitselementen
De tong
De speekselklieren
De galblaas
De lever
De pancreas
, Het spijsverteringskanaal, ook wel gastro-intestnale kanaal genoemd, begint bij de mondholte en
loop via de farynx (keelholte), oesofagus (slokdarm), maag, dunne darm en dikke darm waarna het
eindigt bij het rectum en de anus. Hoewel deze onderdelen van het spijsverteringskanaal
overlappende functes hebben, heef elk gedeelte bepaalde gespecialiseerde gebieden en duidelijke
histologische specialisates.
16.1.1
De spijsvertering bestaat uit 6 samenhangende processen:
1) Iniestie vindt plaats wanneer voedsel via de mond het spijsverteringskanaal binnenkomt
2) Mechanische verwerkini is de fysieke bewerking van vast voedsel, eerst door de tong en de
gebitselementen en daarna door de knedende en mengende bewegingen van het
spijsverteringskanaal. Dankzij mechanische verwerking kan het voedsel gemakkelijker door
het spijsverteringskanaal worden voortbewogen en wordt de oppervlakte van het voedsel
vergroot. Daardoor kan het voedsel gemakkelijker door enzymen worden afgebroken.
3) Onder verterini wordt de chemische afraak van voedsel verstaan; hierbij wordt het voedsel
afgebroken tot kleine organische bouwstofen die door het dekweefsel van het
spijsverteringskanaal kunnen worden opgenomen.
4) Secretie is de afgife van water, zuren, enzymen en bufers door het epttheel van het
spijsverteringskanaal en door de accessoire organen
5) Opname is de verplaatsing van kleine organische moleculen, elektrolyten, vitaminen en
water door het dekweefsel van het verteringskanaal naar de interstttle vloeistof rond het
spijsverteringskanaal
6) Uitscheidini is de verwijdering van afvalstofen uit de lichaamsvloeistofen. innen het
spijsverteringskanaal worden deze afvalstofen ingedikt en in de vorm van ontlastng (feces)
via de defecate uit het lichaam verwijderd.
De bekleding van het spijsverteringskanaal speelt ook een rol bij de afweer: deze beschermt
omringde weefsels tegen de slijtage die zou kunne optreden als gevolg van zuren en enzymen