Samenvattinig van de hele syllabus van maatschapijwetenschappen van VWO. Hier staat alles in wat je moet weten voor je eindexamen vwo maatschappijwetenschappen. Heel handig en compact. Als je dit leert, heb je gegarandeerd een voldoende op je eindexamen.
De objectiviteit kan bepaald worden door:
- wat is het doel van het geschrevene
- hoe zijn woorden en illustratie gekozen
- wat is de bredere context van het geschrevene
een informatiebron is representatief indien de verstrekte informatie gebaseerd is op een zo
volledig mogelijk weerspiegeling van het betreffende fenomeen of de groep waar het om
gaat.
Functionalisme paradigma:
- samenleving is een organisme
- alle onderdelen hebben een functie binnen het systeem om de orde te waarborgen
- als de externe omstandigheden veranderen, dan zal de samenleving een nieuw
evenwicht hervinden
- sociale instituties als dwingende sociale stabilisatoren, ook normen en waarden.
Conflict paradigma:
- ongelijkheden in de samenleving zijn het gevolg van machtsverschillen
- ongelijkheden leiden uiteindelijk tot tegenstelling,conflicten of strijd
- strijd kan resulteren in het verdwijnen van ongelijkheden door de afschaffing van de
oude machtsmiddelen of de herverdeling van de hulpbronnen/goederen.
- Na strijd kan gelijkheid ontstaan, maar na verloop van tijd weer nieuwe vormen van
ongelijkheid
sociaal constructivisme paradigma:
- actoren geven samen betekenis aan de sociale werkelijkheid, interpreteren van
de sociale werkelijkheid dit hangt af van normen waarden en culturen en instituties
- in een samenspel van sociaal handelen, sociale interactie en interpretaties
construeren actoren de sociale werkelijkheid
- actoren construeren de werkelijkheid steeds opnieuw in een voortdurend proces
Rationele actor paradigma:
- rationeel handelen van actoren ordent de samenleving, doordat dit gedrag resulteert
in sociale en politieke verhoudingen en bindingen
- om doelen te bereiken of voor nutsmaximalisatie wegen actoren doelgericht
handelingsmogelijkheden tegen elkaar af met een rationele afweging van kosten en
baten
- Individuele en collectieve rationaliteit kunnen verschillen wanneer individuele
handelingen onbedoelde gevolgen hebben voor het collectief.
- kosten en baten afweging, nutsmaximalisatie
interne validiteit: de mate waarin een meetinstrument meet wat de onderzoek beoogt te
meten
externe validiteit: generaliseerbaarheid van een onderzoek: zijn de resultaten
generaliseerbaar voor een grotere populatie.
Een steekproef is representatief indien ze de beoogde populatie ook daadwerkelijk
weerspiegelt.
Weten hoe je een hypothese opstelt; hoe groter,des te
variabelen moeten in een onderzoek meetbaar worden gemaakt; geoperationaliseerd
correlatie betekent dat twee variabelen ofwel de verschijnselen waarnaar deze variabelen
verwijzen een samenhang vertonen, kan positief of negatief zijn; bij een positieve correlatie
wordt de ene variabele groter als de andere groter wordt of kleiner en kleiner. Bij een
negatieve correlatie wordt de ene groter en de andere variabele kleiner of andersom.
Causaliteit betekent dat een verband oorzakelijk is; de onafhankelijke variabele is de
oorzaak voor de afhankelijk variabele.
Een causaal verband is dus altijd ook een correlatie, maar een correlatie niet
noodzakelijkerwijs ook causaal.
Er bestaat ook een schijnverband, er is dan geen verband tussen de variabelen.
Cultuur is:
- plaats en tijdgebonden
- dynamisch
- relatief
Via socialisatie krijgen mensen ook stereotypen en vooroordelen overgedragen: cultureel
aangeleerde beelden,generalisaties en veronderstellingen, bijvoorbeeld over bepaalde
groepen mensen.
Soorten kapitaal:
- economisch kapitaal, bezit of hoog inkomen
- sociaal kapitaal zijn de connecties, netwerken en de mate van respect die mensen
genieten
- Cultureel kapitaal zijn culturele competenties waaronder kennis, houdingen,
opvattingen en smaak.
Enculturatie is het aanleren en verwerven van een subcultuur van de samenleving waarin
men geboren wordt.
, Socialisatie zorgt ervoor dat een samenleving blijft voortbestaan, continuering en
verandering van een cultuur en voor de vorming van elk individu.
Functies socialisatie:
- continuering cultuur
- verandering cultuur
- identificatie van het individu met anderen
- identiteitsontwikkeling van het individu
- gedragsregulatie van het individu
nature: biologische of erfelijke factoren
nurture: opvoeding en omgevingsfactoren, aangeleerd
Vormen van socialisatie:
- Primaire, binnen kleine groepen, gezin en peergroup
- secundaire, school buurt, werk vereniging
- tertiaire, anonieme socialisatoren media literatuur rolmodellen
Identiteit:
- persoonlijke identiteit: het beeld dat iemand heeft van zichzelf
- sociale identiteit: het beeld dat iemand heeft van zichzelf als lid van de sociale
groepen en categorieën waar hij of zij deel van uitmaakt.
- Collectieve identiteit = de aanduiding voor wat mensen ten aanzien van een groep
als kenmerkend en blijvend beschouwen
- interne: gezamenlijke zelfbeeld en wij gevoel van meerdere mensen samen
- externe is het zij beeld van een groep dat breedt word onderschreven door
niet leden of buitenstaanders
lidmaatschap van verschillende groepen kan ook leiden tot loyaliteitsconflicten.
dominante cultuur: de cultuur met de invloedrijkste politieke of economische positie
subcultuur: levensstijlen die overlappen met de dominante cultuur maar er deels van
afwijken.
Dimensies van hofstede (manier waarop je culturen van elkaar kunt onderscheiden)
- grote machtsafstand vs kleine machtsafstand
- individualistische versus collectivistisch
- masculien versus feminien
- strikte rolverdelingen mannen en vrouwen of overlappen deze?
- lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding
- lange termijngerichtheid versus kortetermijngerichtheid
- lange termijn gericht naar beloning in de toekomst en kortetermijn duidt naar
respect en tradities
- hedonisme versus soberheid
- genieten van het leven of in toom houden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper finnschers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.