Beleid is:
- iets dat wordt gedaan.
- een plan (wat je wilt gaan doen of weten wat je standpunt is) verzameling van gebeurtenissen en
momenten die leiden tot een besluit
Beleid is dus een plan (stelsel van doelen en middelen: wat en hoe moet het worden gedaan). En
alles wat de overheid doet en niet doet. vaak een bewuste keuze: bv vanwege beperkte financiën.
Montesquieu = - basis voor de moderne democratie.
- trias politica = staatsinrichting op basis van een horizontale machtenscheiding.
Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet in dezelfde hand
liggen.
Wetgevende: regering, provincie, gemeente raad.
Uitvoerende: alle medewerkers die dingen doen in de naam van de
overheid: politie, om, lokaal bestuur.
Rechterlijke: volledig onafhankelijk. Rechter wordt benoemd door de
koning voor de rest van z’n leven. Hij kan niet ontslagen worden.
vierde macht = ambtenarij
vijfde macht = de media
Het koninkrijk der Nederlanden is een constitutionele monarchie met
een parlementair stelsel.
Thorbecke: nieuwe grondwet. Minister is verantwoordelijk voor koning(in).
De moderne overheid: - rechtstreekse verkiezingen.
- invoering van ministeriele verantwoordelijkheid
- mogelijkheid om de Kamers te binden.
Beleid: het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde
tijdskeuzen.
Democratie: het volk regeert.
Parlementaire democratie: gekozen volksvertegenwoordiging op elk niveau door middel van
verkiezingen:
- Europees parlement
- Tweede Kamer der Staten-Generaal
- Provinciale Staten
- Gemeenteraad
- Waterschappen
Nederlandse Democratie scheiding van macht op landelijk niveau: verticaal.
,Regering is iets anders dan kabinet
Regering: ministers en koning
Kabinet: staatsecretaris(onderminister) en ministers
Overheid = geheel van bestuurders in staatsverband en het daarbij behorende ambtelijke apparaat
Parlementaire enquête:
Tweede kamer:
wetgevende functie:
- recht van initiatief (wet indienen)
- recht van amendement (wet aanvullen)
controlerende functie:
- vragenrecht
- recht van interpellatie (naar microfoon en elkaar in de rede vallen)
- enquêterecht
- budgetrecht
- stemrecht
Eerste kamer der Staten-Generaal
functie:
- heroverweging van gemaakte besluiten door de 2 e kamer der Staten-Generaal.
- getrapte verkiezingen.
- geen recht van initiatief of amendement – goedkeuren of afkeuren.
- belangenafweging niet op basis van partijpolitiek.
Hoge Colleges van Staat
Hoge raad der Nederlanden: hoogste rechtscollege in nl, welke beslist of het recht juist is toegepast,
, dus niet of je schuldig bent.
Algemene rekenkamer: controleert de rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en de
integriteit van het handelen door de nl overheid bij uitgaven en ontvangsten.
Raad van state: hoogste adviesorgaan van de nl overheid, welke om advies gevraagd moet worden
bij wetsvoorstellen.
Nationale ombudsman: onderzoekt klachten over de overheid en brengt niet bindend advies uit.
Provincie
- Provinciale staten: worden gekozen door burgers
- Gedeputeerde staten: gekozen door de provinciale staten
- Commissaris van de koning: voorzitten van de gedeputeerde staten. Aangewezen door de koning.
Gemeente
- gemeenteraad: worden gekozen door burgers
- college van burgemeester en wethouders (B&W): gekozen door gemeenteraad
- burgemeester:
Beginselen behoorlijk bestuur bestaan uit jurisprudentie
gedragsregels van de overheid naar de burger toe:
Zorgvuldigheidsbeginsel: overheid mag niet zomaar iets beslissen. Ze moeten een reden hebben. Ze
moeten het verantwoorden.
Verbod van détournement de pouvoir.: wetgeving mag alleen gebruikt worden voor hetgeen
waarvoor het bedoeld is.
Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen moet je onder gelijke gevallen beoordelen:
Legaliteit: niets doen voordat er een wet is gemaakt. Er moet eerst een wet zijn, voordat je
veroordeeld kan worden.
Fair-play-beginsel: alle partijen moeten zich net zo goed kunnen verdedigen als de overheid (altijd
recht op advocaat).
Rechtszekerheid: weten waar je aan toe bent (dakkapel vergunning).
Vertrouwensbeginsel: vertrouwen als de overheid (ambtenaar) iets zegt, dat dat klopt.
Evenredigheidsbeleid: niemand (1 iemand of 1 partij) van mag van een besluit nadelen hebben.
Overheid moet compenseren voor de schade die je hebt.
Beginselen behoorlijk bestuur
Kerngedachte: democratische legitimiteit, rechtsgelijkheid, rechtszekerheid, effectiviteit (doelen
behalen), efficiëntie (doel halen met zo min mogelijk middelen)
Spanningsvelden – conclusies ombudsman
selectie van het adres: alleen de onderkant van
entree
toestemming
uitvoering huisbezoeken
na het huisbezoek
de rapportage
interne klachtenbehandeling
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FG9. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,26. Je zit daarna nergens aan vast.