Biologie - uitscheiding
Paragraaf 1 het interne milieu
Regelkringen proberen een bepaalde waarde de handhaven rondom de norm. Regelkringen
bestaan uit receptoren en effectoren. Receptoren zijn zintuigen en nemen alles waar en
effectoren ondergaan een handeling. Effectoren krijgen hiervoor impulsen van het
regelcentrum. In een regelkring kan sprake zijn van een negatieve terugkoppeling. De
negatieve terugkoppeling werkt als een rem en remt als het ware de reden van zijn ontstaan.
Bij temperatuur is de norm 37°C. Receptoren met de actuele temperatuur en het
regelcentrum geeft als gevolg hiervan een impuls aan de effectoren.
De temperatuur binnenin het lichaam, de kerntemperatuur, is de temperatuur van de vitale
organen. De temperatuur van onderdelen die niet tot de kern behoren is de
schildtemperatuur. De optimale temperatuur behouden is belangrijk voor de werking van
enzymen. Hiervoor kan je lichaam meer verbranden, zweten, en bloedvaten reguleren.
Bij koorts verhoogd de hypothalamus de norm van het lichaam. Koorts is meestal een reactie
van het lichaam op een infectie. Een hogere lichaamstemperatuur stimuleert de productie en
afgifte van afweerstoffen. Het lichaam kan de infectie sneller en beter bestrijden. Die
verhoging van de norm van de kerntemperatuur vindt plaats onder invloed van een cytokine
geproduceerd door witte bloedcellen bij ontstekingen.
Het regelcentrum voor het interne milieu is de hypothalamus. Tijdens inspanning is er ook
sprake van een regelkring. Er wordt namelijk meer koolstofdioxide aan het bloed afgegeven.
De pH-waarde en het zuurstofgehalte veranderen nu. Het hart gaat nu sneller kloppen en de
ademfrequentie gaat omhoog. Dat geeft extra zuurstofaanvoer en extra koolstofdioxide
afvoer. Het vermogen om het interne milieu voor de cellen redelijk constant te houden, heet
homeostase.
Paragraaf 2 gaswisseling
De ademfrequentie is het aantal ademhalingen per minuut. Het ademvolume is de
hoeveelheid lucht die je bij één ademhaling in- en uitademt. Het maximale ademvolume, de
vitale capaciteit, bepaalt hoeveel zuurstof zijn longen kunnen leveren aan het bloed.
Ingeademende lucht gaat van de mond naar de keelholte en dan naar de luchtpijp. De twee
hoofdbronchiën vertakken zich tot steeds kleinere luchtpijptakken, de bronchiolen.
Kraakbeenringen rond luchtpijp en grote vertakkingen voorkomen dichtklappen van deze
luchtwegen bij inademing. De kleine bronchiolen hebben geen kraakbeenringen, ze zijn
omgeven door een spierlaag. Aan de uiteinden van de bronchiolen, kom de ingeademde
lucht in de alveoli (de longblaasjes) terecht.
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide van het bloed naar de lucht gaat via diffusie.
De factoren die de snelheid van de diffusie beïnvloeden staan beschreven in de wet van
Fick. Een zuurstofmolecuul passeert op weg naar het bloed twee cellagen: de cellen van het
wand van het longblaasje en de die van de wand van het haarvat. Dit is de diffusieafstand
van zo’n 1 μm.
Δc
n = DA
Δx
n = aantal moleculen dat oppervlak passeert.
D = diffusiecoëfficiënt
A = diffusieoppervlak
Δc = concentratieverschil tussen hoeveelheid moleculen aan weerszijden van het oppervlak
(haarvaten ↔ longblaasjes)
Δx = diffusieafstand
De aan- en afvoerwegen van het ademhalingsstelsel noemen we de ‘dode ruimte’. Lucht dat
hierin zit wordt namelijk niet opgenomen. Hier treedt dus geen diffusie op. De dode ruimte is
een deel van het complete ademhalingsvolume. De hoeveelheid lucht die je longen kunnen
opnemen is de longcapaciteit. Bij uitademen blijft er reservevolume aan lucht achter, dat
voorkomt dat de long dichtklapt.
, De hersenstam bevat het ademcentrum. Hier zit de norm voor de koolstofdioxide en
zuurstofconcentratie in het bloed. Het ademcentrum ontvangt van receptoren informatie en
stuur impulsen naar de ademhalingsspieren. Die receptoren zitten op meerdere plaatsen.
Rekreceptoren in longen en spieren, drukreceptoren in de rechter hartkamer en
chemoreceptoren voor zuurstof, koolstofdioxide en pH.
Neusademhaling heeft een aantal voordelen boven ademhalen door de mond. De
neusschelpen vergroten het oppervlak. De ingeademde lucht komt daardoor goed in contact
met het neusslijmvlies. Zintuigcellen in je neus registreren gevaarlijke gassen. Neusharen
leiden de luchtstroom langs het neusslijm. Dat vangt stof en ziektekiemen uit de lucht. De
langere weg door de neus maakt de lucht warmer en vochtiger, wat beschadiging van de
tere longblaasjes voorkomt.
Ook de binnenkant van de luchtpijp en bronchiën is bekleed met slijmvlies. In het slijmvlies
bevinden zich trilhaarcellen met trilharen (ciliën) en slijmbekercellen, die slijm vormen. De
trilharen werken het vervuilde slijm omhoog naar je keelholte. Bij astma zijn de luchtwegen
ontstoken en hoopt zich slijm op. De lucht kan nu moeilijk de longblaasjes bereieken. COPD
is een verzamelnaam voor de ziekten longemfiseem en chronische bronchitis. Bij
longemfyseem zijn longblaasjes kapotgegaan en de fijnste vertakkingen van de vronchiolen
zijn dichtgeklapt. Je hebt een kleiner longoppervlak.
Paragraaf 3 ademhaling
Ademhalen gebeurt door vergroting van de borstkas. In de borstkas liggen de beide longen.
Het longvlies vormt de buitenkant van het longweefsel. Het borstvlies is vergroeit met de
ribben, binnenste tussenribspieren en het middenrif. Tussen beide vliezen ligt de
interpleurale ruimte, gevuld met een zeer dunne laag vloeistof. Zolang er geen lucht tussen
beide vliezen komt, houdt de onderdruk long- en borstvlies bij elkaar. De vloeistoflaag werkt
als plakmiddel, maar ook als smeermiddel. De vliezen kunnen langs elkaar schuiven, zodat
de longen ede wegingen van de borstkas kunnen volgen. Bij een rustige inademing trekken
de middenrifspier en de buitenste tussenribspieren samen. Het middenrif plat af, de ribben
en het borstbeen gaan omhoog en naar voren. Dit vergroot de borstkas en geeft een lagere
druk in de interpleurale ruimte. Het borstvlies trekt daardoor de longen mee in dezelfde
richting. De longen krijgen een groter volume en de luchtdruk in alveoli daalt tot onder de
druk van de buitenlucht. Gevolg: buitenlucht stroomt de longen binnen tot de druk in de
longen weer gelijk is aan die van de buitenlucht. Bij een diepe inademing trekken de
buitenste tussenribspieren krachtig samen. Door ook bepaalde nekspieren in te schakelen,
krijg je net iets meer lucht binnen in je longen.
Bij een rustige uitademing ontspannen de spieren van het middenrif en de buitenste
tussenribspieren. Door de zwaartekracht, de veerkracht van de borstkas en de elasticiteit
van de longen zakken de ribben en het borstbeen omlaag. Het middenrif veer weer omhoog.
De druk in de interpleurale ruimte stijgt. De longen volgen de beweging van de borstkas en
het longvolume daalt. De luchtdruk in alveoli stijgt tot boven de druk van de buitenlucht en
lucht stroomt de longen uit. Bij een diepe uitademing trekken de buikspieren samen en
duwen het middenrif omhoog. Wil je snel uitademen, dan helpen de binnenste
tussenribspieren de borstkas snel en krachtig omlaag te brengen.
Stijgen bij duiken: lucht zet uit wanneer de druk afneemt. Als je te snel stijgt dan scheuren de
longen. De lucht die uit de longen weglekt kan in de interpleurale ruimte terechtkomen.
Hierdoor verdwijnt de onderduk en laten de vliezen los. Het gevolg is een pneumothorax
(klaplong). Daarnaast lost door de grote druk bij het duiken meer gas op in het bloed, onder
andere stikstof. Er komt zo veel stikstof in het weefsel. Bij een snelle stijging komt dit gas als
belletjes in het bloed. De bellen zorgen voor het afsluiten van haarvaten in hersenen en hart:
decompressieziekte.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper GNKsamenvatting. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.