Praktijktoets Module C
Casussen uitgewerkt volgens beoordelingscriteria
,Casus 1: Traumatologie ziekenhuisfase – complexe
femurfractuur
Medische Diagnose Complexe femur fractuur links, stabilisate middels gamma-nail.
Comorbiditeit: osteoporose
Voorgeschiedenis Mw. J. is een vrouw van 49 jaar. Mw. is vroegtjdig in de menopauze terecht
gekomen wat heef geleid tot ernstge osteoporose.
Gisteren is Mw. gevallen tjdens een fetstocht met haar man. Mw. is per
ambulance naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht. Op X-ray is een
instabiele pertrochantere femurfractuur zichtbaar.
Mw. wordt binnen 4 uur na de val geopereerd. Met behulp van een gamma-
nail werd de fractuur gestabiliseerd.
Vanwege de osteoporose en slecht condite van het bot geef de trauma-
chirurg aan dat het been maximaal 50% belast mag worden.
Medicijnen Pijnmedicate: tweemaal daags één à twee tableten naproxen. Medicate
osteoporose: Fosamax (alendronaat) dagelijks 10 mg tablet.
Sociale status Mw. J. is getrouwd en heef drie kinderen en 1 kleinkind. Alle kinderen
wonen dichtbij en komen regelmatg op bezoek. Ondanks dat haar man ruim
10 jaar ouder is, is hij erg actef en doet een groot gedeelte van het
huishouden. Hr. J. heef 40 jaar bij Philips gewerkt en is sinds vorig jaar met
pensioen. Ze wonen in een rijtjeshuis, met een kleine tuin.
Mw. doet vrijwilligerswerk in het verzorgingstehuis waar ze helpt met het
verzorgen van kofe en de lunch voor de bewoners, dit doet ze drie dagen
per week.
1 Dag per week passen ze op de kleindochter van 8 maanden.
Status praesens Mw. is gisteren geopereerd. Ze heef ontzetend veel pijn in het linkerbeen
en het gehele been is fink gezwollen. Daarnaast heef ze veel last van haar
rug, vanwege de osteoporose heef ze hier ook al jaren last van.
Mw. weet dat ze zo snel mogelijk uit bed moet, ze moet in beweging blijven
vanwege de osteoporose. Ze vraagt zich af of dit wel mogelijk is. Ze is bang
om te vallen.
,RPS-formulier
Stoornissen Activiteiten Partcipate
Pijn in het linkerbeen Verplaatsen in bed Vrijwilligerswerk
Pijn in de lage rug (osteoporose) ADL Oppas op kleinkinderen
Zwelling in been Transfers
Zit- en stabalans Lopen
Mobiliteit Traplopen
Pijn: NRS Verplaatsen in bed: TCT Actviteit en partcipate: PSK
Oedeem: Waterbakmethode ADL: Barthel Index
Mobiliteit: AROM/PROM heup en Transfers, traplopen en lopen:
knie MILAS
Zit- en stabalans: BBS 1-5
Spierkracht: MRC heup/been
Persoonlijke factoren Externe factoren
Vrouw van 49 jaar Getrouwd
Vroegtjdig in de menopauze 3 kinderen, 1 kleinkind
Comorbiditeit: osteoporose Man is met pensioen
Medicate: Naproxen 1 a 2 tabl., Woont in rijtjeswoning met
2x daags kleine tuin
Medicate osteoporose: Fosamax Vrijwilligerswerk in
alendronaat, 10 mg tabl., 1x dag verzorgingstehuis, 3 keer per
Valangst week
Valangst: FES-I
Kinesiofobie: TAMPA
Screening bij DTF
De patiënt komt niet via DTF bij de fysiotherapeut, maar je komt als fysiotherapeut bij deze patiënt in
het ziekenhuis of de patiënt is doorverwezen vanuit het ziekenhuis naar een revalidatecentrum en
de patiënt komt dan bij je. Er hoef dus geen reguliere screening gehouden te worden. Hier kun je wel
het proces uit gaan leggen.
Anamnese
- Ervaring operate
- Val
- Pijn in de heup-bovenbeen-knie
- Onvermogen te staan/lopen
- Algemene condite
- Waarom angstg om te vallen?
- Osteoporose
- Hulpvraag
ICF-conclusie met hypothesevorming (normaal/abnormaal verloop)
Benoemen wat in de anamnese naar voren is gekomen. Dit is eigenlijk het hele RPS-formulier. Je
benoemt de stoornissen, actviteiten en partcipate, persoonlijke en externe factoren. Er is al een
diagnose (complexe femurfractuur en osteoporose) gesteld, dus er hoeven geen hypotheses meer
opgesteld te worden.
Inspectie (totaal, lokaal & functioneel)
- Totaal: symmetrie, houding/posite, doorligplekken, oude litekens, exorotate been
, - Lokaal: liteken/wond, zwelling, kleur
- Functoneel: verplaatsen in bed, transfers, lopen
Palpatie
Temperatuur, zwelling, drukpijn os pubis/lies/trochanter major
Bewegingsonderzoek
Mobiliteit ivan de heup: AROM/PROM
- Flexie/extensie (normaalwaarden: 110-120/10-15)
- Abducte/adducte (normaalwaarden: 30-50/30) adducte moet eerst worden vermeden
- Exorotate/endorotate (normaalwaarden: 40-60/30-40)
Mobiliteit ivan de knie: AROM/PROM
- Flexie/extensie (normaalwaarden: 0-135/0-15)
- Endorotate/exorotate (normaalwaarden: 20-30/30-40)
Specifeke testen, toepassing meetinstrumenten
Pijn: NRS
Kunt u aangeven wat de ernst was van de pijn de afgelopen week? Nul is helemaal geen pijn en ten
is de meest ondraaglijke pijn. In rust en tjdens bepaalde actviteit uitvragen.
Rompstabiliteit en iverplaatsen in bed: Trunk Control Test
De Trunk Control Test (TCT) evalueert de rompstabiliteit van CVA-patiënten. De TCT is onderverdeeld
in 4 tests, te weten: 1. omrollen naar zwakkere zijde; 2. omrollen naar sterkere zijde; 3. opkomen tot
zit vanuit rugligging; 4. balans in zitende posite gedurende 30 seconden. De test wordt gescoord
met een ordinale driepuntsschaal (0, 12 en 25), waarbij een hogere score overeen komt met beter
functoneren. Er is alleen sprake van verbale instructe bij de verschillende opdrachten. Zie bijlage.
Zit- en stabalans: Berg Balance Scale opdracht 1 t/m 5
De patiënt mag alleen meedoen als hij 2 of hoger scoort op de FAC. Score<43: aanzienlijk valrisico bij
zelfstandig lopen, Score>43 punten: lopen met een loophulpmiddel waarschijnlijk, Score>45 punten:
onafankelijke en zekere uitvoering zonder fysieke en verbale hulp4 Score<45: uitvoering volledig
afankelijk van hulpmiddelen en/of supervisie. Zie bijlage.
1 Van zit naar stand
Materiaal: stoel met armleuningen
Instructe: ‘Zou u op willen staan? Probeert u hierbij niet met uw handen te steunen.’
2 Zelfstandig staan
Instructe: ‘Kunt u 2 minuten blijven staan zonder u vast te houden?’
Wanneer de patiënt in staat is 2 minuten zelfstandig te blijven staan, noteer dan 4 punten voor het
zelfstandig ziten en vervolg de test met opdracht 4.
3 Zelfstandig ziten
Ziten met de rug ongesteund, maar de voeten gesteund op vloer of voetenbankje
Materiaal: kruk/stoel/(behandel)bank en zo nodig een voetenbankje
Instructe: ‘Kunt u 2 minuten blijven ziten met de armen over elkaar?’
4 Van stand naar zit
Materiaal: stoel met armleuningen
Instructe: ‘Kunt u gaan ziten?’
5 Transfers
Materiaal: 2 stoelen, één met en één zonder armleuningen. Zorg ervoor dat de stoelen klaar staan
voor een draaiende transfer.