Werken aantekeningen
PESTEL
Politiek
Economisch
Sociaal
Technologisch
Environment
Legal
PESTEL-analyse = een methode om de externe issues te analyseren.
Voor interne issues kan gebruik worden gemaakt van een SWOT-analyse
SWOT
Strengths
Weaknesses
Opportunities
Threats
SWOT-analyse = hiermee kunnen interne sterktes en zwaktes van de organisatie worden onderzocht
in relatie tot het veiligheidsmanagementsysteem.
De arbobeleidsregels zijn geen wettelijke teksten, het zijn adviezen, dus de Arbocatalogus is een
adviserend document.
Stappen Arbobeleid= 5W-model: willen, weten, wegen, werken en waken.
Primair proces = alles wat bijdraagt aan het bereiken van het organisatie doel. bv maken van tramlijn
Secundair proces = ondersteund primair proces, vaak mensen of middelen. bv hoe je gekwalificeerd
personeel traint en houdt
5 stappen opstellen BHV/BNO:
1. Risicoanalyse
2. Bepalen beheersmaatregelen
3. Ontwerpen van de BHV/BNO
4. Implementatie
5. Borging
BHV omvang: bepaald door de omvang van het bedrijf.
Arbeidshygiënische strategie: stappenplan met beheersmaatregelen. Wordt als eerst gekeken naar
de bron van het probleem.
Risico = de mate van waarschijnlijkheid dat een ongewenste gebeurtenis zal plaatsvinden,
bepaald door de kans van optreden, de frequentie of tijd van blootstelling en de omvang van
het ongewenst effect.
Gevaar = Intrinsieke eigenschap van een stof, uitrustingsstuk, gereedschap, werkmethode,
situatie, enz., om een risico voort te brengen.
Het verschil is dus dat het risico berekend kan worden en het gevaar de eigenschap is.
,Verschil operationeel en tactisch niveau:
Operationeel: kosten zijn vooral gericht op aanschaf, opleidingen en trainingen, kosten van
oefeningen, inhuren personeel.
Tactisch: meer gericht op organisatie gerelateerde kosten.
Kosten en baten van BHV-organisatie:
Kosten: opleidingen, trainingen, oefenen, inspecties, onderhoud, aanschaf BHV-middelen, keuren
BHV-middelen.
Baten: veilige werkomgeving, geen boetes, minder kosten als er iets fout gaat.
RI&E: mag alleen getoetst worden door een van de vier gecertificeerde kerndeskundigen: Hoger
Veiligheidskundige, Arbeidshygiënist, arbeids- en organisatiedeskundige, BIG-gerelateerde
bedrijfsarts. OF door een gecertificeerde arbodienst.
Twee manieren benadering arbeidsomstandigheden:
- Sociaal: veilig werken met andere mensen in een veilige omgeving (vaak subjectieve veiligheid)
- Fysiek: veilig werken met materialen en middelen zonder schade te veroorzaken of te ondervinden.
Risicofactoren voor ongevallen met verzuim:
- Ongewenst gedrag van klanten, patiënten en dergelijke op de werkvloer
- Werk doen waar kracht voor nodig is
- Werk doen in een lawaaierige omgeving
- Ongewenst gedrag van collega’s en leidinggevenden op de werkvloer
- Herkomst
- Werk doen met weinig autonomie (afwisseling)
- Werken onder tijdsdruk
- Langer dan 36 uur per week werken
- Onvoldoende opleiding
- Leeftijd 55 jaar en ouder
Mogelijke benamingen functies veiligheidskundige:
- Arbocoördinator
- VGWM-coördinator (Veiligheid, Gezondheid, Welzijn, Milieu)
- Adviseur Veiligheid en Gezondheid
- Beleidsadviseur VGW (Veiligheid, Gezondheid, Welzijn)
- Veiligheidskundige
- Preventie-adviseur
- SHEQ-manager
Visgraadmodel (6 M’s):
Management
Mensen
Machines
Methoden
Materialen
Milieu
MIDDELEN
Ook wel het Ishikawa-model genoemd. Voornamelijk gebruikt bij ongevalsonderzoek. Ook te
gebruiken als leidraad om arbeidsomstandigheden vorm te geven en te managen.
,Aandachtspunten m.b.t. management:
- Plannen
- Organiseren
- Leidinggeven
- Bijsturen
Aandachtspunten m.b.t. mensen:
- Fysieke en psychische eigenschappen
- Motivatie
- Opleiding
- (Achtergrond, opvoeding, houding en gedrag)
Aandachtspunten m.b.t. machines:
- Ontwerp
- Uitvoering
- Onderhoud van materieel (installaties, hulpmiddelen, voertuigen)
Aandachtpunten m.b.t. methoden:
- Werkbaarheid van handelingsmethoden en voorschriften
- Actualiteit van handelingsmethoden en voorschriften
- Juistheid van handelingsmethoden en voorschriften
Aandachtspunten m.b.t. materialen:
- Fysieke en chemische eigenschappen van alle relevante producten en materialen
Aandachtpunten m.b.t. milieu:
- Energiestromen
- Maatschappelijke aspecten
- Fysieke kenmerken van de omgeving (temperatuur, verlichting, vochtigheidsgraad)
ISO 45001 bevat de eisen waaraan een veiligheidsmanagementsysteem moet voldoen en is
gebaseerd op 4 uitgangspunten:
1. De continue verbetering aan de hand van de PDCA-cirkel
2. De procesbenadering
3. De risicobenadering
4. De context- en stakeholdersbenadering
Managementsysteem = een samenhangend geheel van afspraken en werkwijzen en een
organisatiestructuur voor een planmatige en systematische beheersing en verbetering van
bedrijfsprocessen om gestelde doelen te realiseren.
Veiligheidsmanagementsysteem = een samenhangend geheel van afspraken en wekwijzen en een
organisatiestructuur voor een planmatige en systematische beheersing en verbetering van processen
op het gebied van veiligheid om gestelde veiligheidsdoelen te realiseren.
1. Deming-cirkel = PDCA-cirkel = Plan, Do, Check, Act
2. Procesbenadering = een proces bestaat uit input en output. Voor het proces worden middelen ter
beschikking gesteld. De raakvlakken tussen de verschillende processen vormen de grootste risico’s
op problemen. De procesbenadering gaat ervan uit dat het beter is om naar processen en hun
interacties te kijken dan naar de verschillende afdelingen.
3. Risicobenadering = risico gebaseerd denken = ‘je ervan bewust zijn bij elke handeling en beslissing
dat zich onzekerheden kunnen voordoen.’ Risico gebaseerd denken bestaat uit 2 elementen: risico’s
en kansen.
, 4. belanghebbende of stakeholders = personen of organisaties die een besluit of activiteit kunnen
beïnvloeden, door een besluit of activiteit kunnen worden beïnvloed, of zichzelf beschouwen als
beïnvloed door een besluit of activiteit. Vb belanghebbende: klanten, leveranciers, overheid
(wetgever, regelgevende instanties enz), aannemers, contractoren, investeerders en werknemers.
5. Vierfasen- en drielagenmodel = de combi van de 4 fasen van PDCA op 3 verschillende niveaus:
operationeel, tactisch, strategisch. Bij procesbenadering is het proces het operationeel niveau, de
interactie tussen de verschillende processen is het tactisch niveau en het procesmodel zelf is het
strategisch niveau.
Geïntegreerd managementsysteem = een managementsysteem waarin verschillende aspecten aan
bod kunnen komen om te voldoen aan verschillende eisen die gesteld worden in verschillende
managementsysteemnormen.
Voordelen geïntegreerd managementsysteem:
- Vereenvoudiging van het managementsysteem met minder bureaucratie
- Het opstellen en communiceren van 1 kwaliteits-, veiligheids- en milieubeleidsverklaring
- Geen afzonderlijke veiligheidsinstructiekaarten, maar 1 kwaliteits-, veiligheids- en milieu-instructie
- Afstemming van de risico’s en kansen
Gap-analyse/nulmeting = de analyse van de gewenste situatie ten opzichte van de huidige situatie.
Het verschil tussen de eisen van de norm en de huidige situatie wordt onderzocht. Het doel is het
vaststellen in hoeverre het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) voldoet aan de eisen van de
norm.
Stakeholdersbenadering = gaat normatief uit van de belangen van de verschillende stakeholders.
Goed management gaat gekenmerkt door het zoeken van een evenwicht tussen de belangen van de
verschillende stakeholders (hierbij hebben de belangen van 1 stakeholder nooit voorrang op
behoeften en verwachtingen van andere stakeholders).
Stakeholdersanalyse = bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van methode van analyse en
periodiciteit. Een veelgebruikte methode voor de analyse van verschillende stakeholders bestaat uit
het nagaan van de invloed van de stakeholders op de organisatie, en de invloed van de organisatie op
de stakeholders. Indien beide als hoog worden ingeschaald, is de stakeholder significant.
Significant = de behoeften en verwachtingen van de stakeholders op het gebied van veiligheid
moeten periodiek worden geëvalueerd.
De volledige directie moet leiderschap tonen op het gebied van veiligheid. Dit kan niet alleen worden
overgelaten aan de veiligheidsprofessional alleen, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Missie = het doel van het bestaan van een organisatie zoals verwoord door de directie.
Visie = wat een organisatie wil worden, het ideale toekomstbeeld zoals verwoord door de directie.
Cultuur = wordt niet gedefinieerd in de normen, maar bestaat uit waarden, geschiedenis, ethiek,
gedrag en attitudes.
Zowel de missie, de visie als de cultuur op het gebied van veiligheid worden weergegeven in de
beleidsverklaring.